‘WIJ VONDEN ONZE ZOON IN DE METRO’

Danny (links) en Peter met de kleine Kevin.

Danny en Peter zijn een homokoppel in Manhattan die samen een zoontje opvoeden. Tot zover geen wereldschokkend nieuws, ware het niet dat ze het kind jaren geleden vonden in een New Yorks metrostation.

In juli 2012 trouwden Danny en ik in een rechtszaal in Manhattan, met onze zoon Kevin erbij. Maar eigenlijk begon ons verhaal twaalf jaar eerder in een donker, mistroostig metrostation.

Danny was uitzinnig toen hij me belde. “Ik heb een baby gevonden !”, riep hij. “Ik heb 911 gebeld, maar ik denk dat ze me niet geloven. Er komt gewoon niemand. Maar ik kan die baby toch niet zomaar alleen laten. Kom direct naar hier en hou onderweg een politieauto tegen. Doe iets.” Danny is van nature een erg rustige persoon. Toen ik zijn hart hoorde bonzen door de telefoon, wist ik dat me moest reppen. Toen ik aan de A/C/E metro-uitgang op Eighth Avenue arriveerde, stond Danny nog altijd op de hulpdiensten te wachten. Hij had de baby op de grond gevonden, gewikkeld in een zwarte, extra grote trui, in een hoek achter de draaihekken. Een rustige baby met een lichtbruine huidskleur, die waarschijnlijk niet meer dan een dag oud was.

In de daaropvolgende weken ontfermde de familierechtbank zich over ‘Baby ACE’, zoals hij voorlopig genoemd werd. Danny moest zijn verhaal steeds weer opnieuw vertellen, eerst aan enkele lokale tv-zenders, vervolgens aan familieleden, vrienden, collega’s en kennissen. Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje : je gaat nooit geloven wat de collega van de neef van mijn vriend gevonden heeft in de metro ! Wat geen van ons wist, of had kunnen voorspellen, was dat Danny niet alleen een achtergelaten boreling had gered, maar dat hij ook onze zoon had gevonden.

VOOR DE RECHTER

Drie maanden later verscheen Danny voor de familierechtbank om verslag te doen van wat er gebeurd was. Plotseling vroeg de rechter : “Bent u eventueel geïnteresseerd om deze baby te adopteren ?” Iedereen in de rechtszaal stond perplex, behalve Danny. Hij antwoordde simpelweg : “Ja.”

“Maar ik weet wel dat het allemaal niet zo simpel is”, voegde hij eraan toe.

“We kunnen het simpel maken”, zei de rechter, die op norse toon enkele orders gaf. Meteen werden Danny, en in één moeite ook ik, bevorderd tot ouders in spe.

Mijn eerste reactie toen ik zijn relaas gehoord had, was iets in de aard van : “Ben je gek ? Jij zegt dus zomaar ja zonder ook maar iets aan mij te vragen ?” Laten we zeggen dat ik even ondoordacht als onbeschoft uit de hoek kwam.

In de drie jaar dat we een stel waren, hadden we nooit gesproken over het adopteren van een kind. Waarom zouden we ? Onze levens waren niet gericht op het opvoeden van kinderen. Ik was een parttimetekstschrijver met aspiraties als toneelauteur, en Danny was een gerespecteerde maar flink onderbetaalde maatschappelijk werker. We konden de huur alleen maar betalen met de hulp van een kamergenoot, die achter een schutting in de woonkamer sliep. Zelfs als onze financiële en logistieke omstandigheden beter waren geweest, dan nog beseften we hoe moeilijk het was voor een homokoppel om kinderen te adopteren. En terwijl Danny geduld en altruïsme in overvloed had, was dat voor mij toch anders. Ik wist niet eens hoe je een luier moest verversen, laat staan een kind opvoeden.

Maar het lot had beslist en ons een baby geschonken. Kun je je dan nog verzetten ? Uiteindelijk nam mijn hart de overhand op mijn angsten. Waarom zou ik niet klaar zijn voor het ouderschap ?

KERSTKIND

Een maatschappelijk werker liet weten dat we de baby begin december bij het voorlopige pleeggezin konden bezoeken. Danny nam het broze schepseltje eerst in zijn armen, en dan was het mijn beurt. Om mezelf te beschermen tegen alle mogelijke hartzeer, had ik besloten enige afstand te houden en me niet helemaal te binden. Ik had geen vertrouwen in het systeem. Ik was er zeker van dat er nog obstakels zouden opduiken. Maar toen die oogjes me aankeken, zo onschuldig en verwachtingsvol, voelde ik me net als Danny compleet verloren.

De maatschappelijk werker vertelde ons dat het hele proces, met inbegrip van een grondig onderzoek van de thuissituatie en een ouderschapscursus, tot negen maanden in beslag kon nemen. We zouden ruim de tijd hebben om onze levens en onze flat aan te passen aan de komst van de baby. Maar toen Danny en ik een week later voor de rechter verschenen om onze intentie tot adoptie officieel uit te spreken, overviel ze ons met de vraag : “Zou u hem graag meenemen voor de feestdagen ?”

Welke feestdagen ? Memorial Day ? Labor Day ? Over Kerstmis kon ze het niet hebben, want dat was al over een paar dagen.

Ook nu weer zeiden we, eenstemmig dit keer, ja. De rechter glimlachte en gaf opdracht de baby aan ons toe te vertrouwen. De negen maanden die we meenden nodig te hebben voor een goed doordachte voorbereiding werden ineens gereduceerd tot 36 uur. We kregen een baby voor Kerstmis.

JAREN LATER

Een jaar lang fungeerden we als pleegouders, terwijl de maatschappelijk werker zich verdiepte in onze situatie en het welzijn van de baby. In die tijd vroegen we ons geregeld af of de rechter wist dat Danny een sociaal werker was, en daarom misschien dacht dat hij een goede ouder zou zijn. Zou ze gevraagd hebben of hij geïnteresseerd was in adoptie als ze geweten had dat Danny homo was en een relatie had ? Op de laatste zitting, nadat ze het officiële adoptiedocument getekend had, stak ik mijn hand op : “Edelachtbare, wij vroegen ons af waarom u aan Danny hebt gevraagd of hij geïnteresseerd was in adoptie.”

“Intuïtie”, antwoordde ze. “Of had ik het mis ?” Waarna ze opstond uit haar stoel, ons feliciteerde en de rechtszaal verliet.

Dat was dat. Baby ACE werd Kevin, en Kevin groeide als kool. Tot hij op een ochtend in 2011, op weg naar school, me een vraag stelde. Het was het jaar waarin de staat New York homokoppels zoals Danny en ik toestond om te trouwen. “Waarom vraag je niet aan de rechter die mijn adoptie heeft geregeld om het huwelijk van papa en jou te voltrekken ?”

“Goed idee”, antwoordde ik. “Zou je haar willen ontmoeten ?”

“Waarom niet ? Denk je dat ze me nog zal kennen ?”

“Er is maar één manier om dat te weten te komen.”

Toen ik weer thuis was, schreef ik een e-mail met mijn verzoek en stuurde die naar het algemene mailadres van de familierechtbank van Manhattan. Een paar uur later al belde een medewerker om te zeggen dat mevrouw de rechter zich ons nog herinnerde, vanzelfsprekend, en dat ze ons huwelijk met veel plezier zou voltrekken. We moesten alleen maar een dag en een tijdstip kiezen.

KNUFFEL VAN DE RECHTER

Toen we terug naar de familierechtbank gingen, voor het eerst in meer dan tien jaar, maakte ik me wat zorgen. Hoe zou de rechter reageren wanneer ze oog in oog zou staan met het resultaat van een van haar beslissingen ? Wat als Kevin volgens haar niet gelukkig was en beter andere ouders had gehad ? Ook Kevin was zenuwachtig. Toen hij nog een peuter was, hadden Danny en ik voor hem een verhalenboek gemaakt, waarin werd uitgelegd hoe we een gezin geworden waren. Ook mevrouw de rechter stond erin afgebeeld, met haar hamer in haar hand. En dat personage uit ons boek zou nu voor Kevin een mens van vlees en bloed worden. Maar wat als ze problemen zou hebben met de jongen die hij geworden was ?

Kevin gaf haar een hand.

“Mag ik je een knuffel geven ?”, vroeg ze. Vervolgens informeerde ze naar zijn prestaties op school, zijn interesses, zijn hobby’s, zijn vrienden. En ze zei dat ze blij was ons weer te zien.

Plots herinnerden we ons het doel van deze bijeenkomst. Danny en ik gingen plechtig in houding staan en legden onze huwelijksgeloften af. Ik dacht aan de onwaarschijnlijke omstandigheden die ons allemaal hadden samengebracht. Hoorden wij hier wel thuis ? Wij, twee mannen, met een zoon die ons was toegevallen als in een droom. Wier huwelijk werd voltrokken door een vrouw die onze levens had veranderd en verrijkt, meer dan ze ooit zou beseffen. Maar we stonden daar toch maar mooi, geholpen door het lot, en door de intuïtie van een verstandige rechter.

Peter Mercurio is toneelschrijver en scenarist. Het artikel We Found Our Son in the Subway werd eerder gepubliceerd in The New York Times. Zijn laatste scenario heet Found (a True Story) en is gebaseerd op bovenstaand verhaal. Mercurio is ook de oprichter en artistiek leider van het non-profit theatergezelschap Other Side Productions.

DOOR PETER MERCURIO

Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje : “Je gelooft nooit wat de collega van de neef van mijn vriend gevonden heeft in de metro !”

“Edelachtbare, wij vroegen ons af waarom u aan Danny hebt gevraagd of hij geïnteresseerd was in adoptie.” Ze antwoordde : “Intuïtie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content