Reacties : jp.mulders@skynet.be

Yasser A rafat is dood en mijn kater heeft een zieke poot. Het zijn beroerde tijden. Eén van de nagels van de achterpoot is blijven haken aan een tuinhek of zo. Hij is helemaal uitgescheurd, waardoor het tussen de rozige kussentjes aan het zweren is gegaan. “Hoe heet-ie ?” vraagt de dierenarts, een lieve jonge juffrouw die pas is losgelaten uit de veeartsenijschool.

“Theo”, antwoord ik gegeneerd.

“Ha”, doet ze gemelijk. “Zoals Theo van Gogh. Erg, dat die vermoord is. Enfin, nu zullen ze in Nederland misschien eindelijk beseffen dat ze te ver zijn gegaan. Ik heb daar een tijdje gewoond. Véél te tolerant land.”

Het moet wel diép zitten, denk ik, als zelfs zo’n frisse, vrolijke dokteres al de behoefte voelt om met flink wat grim haar visie hierop te verkondigen aan een willekeurig baasje. Voor de rest is dit meisje zachtaardig. Ze raadt me aan de poot twee keer per dag in een ontsmettingsmiddel te soppen en daarna een soort gel aan te brengen. “Goed smeren tussen de tenen”, bezweert ze mij. Je merkt dat ze Theo de Verschrikkelijke nog niet kent.

Als ze met haar Golfje allang is vertrokken naar volgend dierenverdriet, merk ik dat de woorden van de vrouwelijke James Herriot in de kamer zijn blijven hangen. Veel te tolerant, tja… Het blijft opmerkelijk, hoe we tot voor kort bijna fan moésten zijn van de multiculturele samenleving. Alsof dat ergens een natuurwet was, die met gloeiend ijzer in de wolken stond gebrand. Je werd publiekelijk verketterd als je vertelde dat je liever door mensen omringd werd die je eigen taal spreken of ongeveer je wereldbeeld delen. Terwijl het nu stilaan bon ton is om smalend te doen over ‘weldenkendheid’ en je wrevel te ventileren tegenover alles wat vreemd is. “Integratie werkt niet”, zette bijvoorbeeld een Nederlands blad als HP / De Tijd niet zolang geleden op zijn cover, nog voordat van Gogh vermoord werd. Omdat het zo lang niet gezegd mocht worden, krijg je nu rare hypercorrecties. Nieuwe dogma’s, even onaantrekkelijk als zeugma’s, die stijlfiguur die ruikt naar varkens en waarvan ik ook nooit goed de charme heb begrepen.

Ik merk trouwens dat ik de discussie meer en meer schuw. In Nachtwacht bakkeleiden een paar politici onlangs een avondje ouderwets gezellig over de betekenis van democratie. Liever verdiepte ik mij in het wel en wee van twee andere heren, Mr. Norrell & Jonathan Strange, hoofdpersonages van een door Susanna Clarke op schrift gestelde toverspreuk van 950 bladzijden lang. Enkele weken geleden raakte ik gebeten door dit boek, dat je terugvoert naar je kindertijd, toen lezen nog een adembenemend avontuur was dat bij voorkeur ’s nachts bij het licht van een zaklamp werd beleefd. Het is het soort roman dat je, als je zelf van schrijven je beroep hebt gemaakt, tegelijk met laaiend enthousiasme en diepe afgunst vervult. Het geeft je het oncomfortabele gevoel dat je zelf met het neerpoten van lemen hutjes aan de kost komt, terwijl een boogscheut verderop een magnifieke kathedraal uit de grond wordt gesleurd.

Harry Potter voor volwassenen”, zo zet de uitgeverij deze wonderlijke historische roman in de markt. Clarkes debuut werd meteen op een miljoen exemplaren gedrukt, die al in meer dan twintig landen gretig afnemers vinden. Vreemd hoe alles wat naar escapisme ruikt tegenwoordig zo in trek is. Hoewel ook weer niet zo vreemd, want het zijn tijden waaruit je inderdaad al eens zou willen ontsnappen om elfenpaden te bewandelen, en je in het mysterieuze labyrint te verschuilen aan de achterkant van spiegels.

“Waarom zouden we eigenlijk voorstander moéten zijn van de multiculturele samenleving ?” probeer ik het de volgende avond toch nog eens, de vraag bijna kinderlijk eenvoudig formulerend. Ik stel ze aan een vriendin die als journaliste de hele wereld afreisde, maar die avond toevallig net wat te veel wiet heeft gerookt. Ze rolt met haar ogen en denkt na. Als ze nu maar niet naar haar schoenpunten staart en begint te giechelen, denk ik, beducht als ik ben voor de cannabisroes, die van mensen maar zelden boeiender gesprekspartners maakt.

“Omdat we gewoon geen andere keuze meer hebben”, zegt ze. “Of hoe dacht je de diverse culturen ooit nog netjes gescheiden te houden ? Door er een muurtje tussen te bouwen, misschien ? Aangezien de vermenging onvermijdelijk is, kunnen we er maar beter open voor staan en ze zo goed mogelijk begeleiden.”

Wiet of geen wiet, ik vind het de simpelste en tegelijk ook de meest wijze woorden die ik in lange tijd over het onderwerp heb gehoord.

En Theo de Verschrikkelijke ? Met zijn poot gaat het inmiddels alweer een stuk beter. Gelukkig.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content