De kans is groot dat uw huis, of dat van de buren, rond deze tijd bewaakt wordt door een pompoen, misschien zelfs een uitgekerfde met een kaars erin. Bart Lauvrijs legt uit waar dit gebruik vandaan komt: “Halloween was in oorsprong een heidens feest.”

Zelf vonden we het als kind leuk om een uitgeholde biet met een brandende kaars erin aan de straatkant te zetten en zo voorbijgangers te laten schrikken. Veel betekenis hechtten we er niet aan, het was wel een leuk spelletje voor lange winteravonden.

Als we vandaag de deur uitgaan, kunnen we er niet naast kijken: het spelletje is terug. De biet van destijds heeft plaatsgemaakt voor een pompoen en daaraan worden vaak allerlei attributen toegevoegd: heksen, spinnenwebben en andere spookartikelen. Het hele assortiment hoort bij 31 oktober of Halloween, een feest dat vroeger alleen in Angelsaksische landen werd gevierd. De laatste jaren sloeg het fenomeen uit de Verenigde Staten over naar onze contreien, met groeiend succes. De kleine uitgeverij Kramat vond het de hoogste tijd voor wat meer duiding bij al die griezel en zag in godsdienstleraar Bart Lauvrijs de geschikte auteur. Eerder publiceerde die al over verschijnselen als carnaval en vrijdag de dertiende.

Als docent kerkgeschiedenis aan de faculteit van Vergelijkende Godsdienstwetenschappen in Antwerpen boog Lauvrijs zich ook over “zalig- en heiligverklaringen”, terwijl zijn volgende boek “gewijde maagden en kluizenaars in de kerk” als thema heeft. “Alles wat met godsdienst, in de ruime betekenis van het woord, levensbeschouwing of folklore te maken heeft, interesseert me”, zegt de auteur. Hij noemt zichzelf christelijk-katholiek, maar zal toch hout vasthouden bij een al te boude uitspraak. Ook al zegt hij niet te geloven in vrijdag de dertiende, voorzichtig is hij wel.

Het boekje Halloween noemt hijzelf “vluchtige, populistische lectuur”. Een aantal beweringen wordt inderdaad amper onderbouwd en de stijl is bijzonder stroef. Gelukkig is Lauvrijs een vlotte prater. Zijn ervaring met Halloween strekt nauwelijks verder dan een bezoek aan de pompoenmarkt in Kasterlee, toch weet hij er meer over dan u en ik.

Hoe is Halloween ontstaan?

Het was een Keltisch feest en heette oorspronkelijk Samhain. Later werd het beïnvloed door de Romeinen en nog later volgde een soort kerstening. Voor de Kelten was het een winterfeest, in hun agrarische samenleving waren de seizoenen zeer belangrijk. Samhain sloot het oogstseizoen af, de wintervoorraad kon worden aangelegd. In diezelfde periode werd de kudde van de hoger gelegen weiden gehaald en het vee dat te zwak was om de winter door te komen werd geslacht. Samhain was dus de combinatie van oogst- en slachtfeest.

November wordt nog altijd als de slachtmaand aangeduid. Vandaar dat er een verband gelegd kan worden met Sint-Maarten, op 11 november, dat ook een slachtfeest is – Nederlanders vieren ook op 11 november nog Halloween.

Doordat in die periode van het jaar de koude zijn eerste slachtoffers maakte, werd Samhain na een tijdje ook een dodenfeest. Onze voorouders geloofden dat de doden terugkeerden uit het dodenrijk. Volgens de enen kwamen op de avond van Samhain alleen de slechten langs, volgens anderen waren het uitsluitend de doden van het voorbije jaar en een laatste groep ging ervan uit dat er geen onderscheid was.

Die verwachte terugkeer riep vooral angst op. Omdat men geloofde dat elke dode een lichaam kwam uitkiezen om in te wonen. Dat zou worden meegesleurd als de dode weer vertrok. Daarom werden in de huizen de vuren gedoofd, opdat het er koud en kil zou zijn. Uitgekerfde rapen voor de deur moesten de naderende doden afschrikken. Dat verklaart het eerste van de drie hoofdcomponenten van het hedendaagse Halloween in Amerika: de Jack-o’-lanterns. Daarnaast heb je nog het trick or treat-spelletje en de bonfires, de grote vuren.

Wat is de betekenis van die grote vuren?

Men moest na een tijd natuurlijk weer de haard aansteken, dat gebeurde met een ritueel. De druïden maakten op de hoogste heuvel een grote brandstapel aan. Van elk gezin ging iemand gloeiende kool uit dat grote vuur halen om thuis het vuur te kunnen aansteken. Die houtskool werd in een soort raap meegedragen. De Jack-o’-lantern zou in dat gebruik zijn ontstaan vinden.

De uitgekerfde raap kan ook op een andere manier verklaard worden, namelijk als een positieve houding tegenover de overledenen, als teken van verwelkoming. Het dansende lichtje in de raap ‘lokte’ volgens die theorie de dode naar zijn vroegere huis. Daar werd ook een stoel bijgezet voor de gast. Door de dode een goede ontvangst te geven, kon men van alles over de toekomst te weten komen, want in het dodenrijk wisten ze méér.

De toekomst voorspellen hoorde bij Samhain. Want met het begin van de winter brak een nieuw jaar aan, het moment bij uitstek om benieuwd uit te kijken naar wat er komen zou. Het is niet toevallig dat vandaag op Halloween tarotkaarten worden gelezen, vandaar ook de band met heksen en helderzienden.

Ook het spelletje ‘appels bijten’ had een voorspellende waarde. In een waterton liet men appels ronddrijven en de deelnemers moesten er proberen in te bijten, met de handen op de rug. Als eerste toehappen bracht geluk: een voorspoedig jaar of een trouwpartij. De laatste appel was vervloekt: wie daarin beet, zou binnen het jaar sterven.

Het belang van appels bij Halloween kan ook wijzen op een Romeinse invloed. Na de bezetting van Keltisch gebied lieten de Romeinen het feest bestaan. Zelf vierden ze rond diezelfde periode Pomona, hun godin van de vruchtbaarheid.

Hoe christelijk is Halloween?

Daarover bestaat veel discussie. De naam verwijst naar All Hallows Evening. Vermits hallow het Oud-Engelse woord is voor heilige, zou je het kunnen vertalen als: de avond voor Allerheiligen. Maar de naam Halloween is veel jonger dan het feest zelf en kwam er pas in de Middeleeuwen, na een mislukte poging van de Kerk om Samhain te kerstenen. Toen bleek dat de heidenen niet te bekeren waren, behield men het feest, maar liet het vieren in naam van de Kerk. Die praktijk is wel vaker toegepast. Daaruit is veel verwarring ontstaan: Halloween wordt verkeerdelijk voorgesteld als een christelijk feest. Men heeft er Allerheiligen gewoon aan vastgemaakt, want vroeger werd dat in de lente gevierd. Pas in de negende eeuw is die dag verplaatst naar 1 november.

En Allerzielen?

Daarmee is hetzelfde gebeurd, zij het wat later. Allerzielen had oorspronkelijk geen vaste datum, ongeveer een eeuw nadat Allerheiligen was verhuisd, kwam die op 2 november terecht. Ook al gaat het telkens om dodenfeesten, voor Kelten en christenen hadden ze een andere betekenis. Voor de Kelten ging het erom meer te weten over de toekomst, de doden konden hun er iets over melden. Bij Allerheiligen en Allerzielen bidden de nabestaanden voor de overledenen, eerder dan van hen een gunst te verwachten.

Heeft die discussie een invloed op het (willen) vieren van Halloween?

Het is duidelijk dat Halloween sterk aan het opkomen is. Ik denk dat het zal doorbreken en Allerheiligen in de vergeethoek dringen. In de katholieke Kerk heb ik nog geen reactie gemerkt. Verzet komt er wel van protestanten die Halloween zien als iets verderfelijks omdat het ook het feest is van de satanisten en de heksen. De protestanten weten natuurlijk ook beter hoe het feest in de Verenigde Staten is geëvolueerd, sinds het tijdens de grote inwijking van de Ieren in de 19de eeuw is meegebracht.

Uit Amerikaanse films kennen we de kreet: “trick or treat”. Wat bedoelen de kinderen daarmee?

Je kunt het vergelijken met Driekoningen bij ons: kinderen bellen aan, zingen iets en vragen een snoepje. Geef je niets, dan vervloeken ze je. Op eenzelfde manier gaan de kinderen in de VS op Halloween verkleed van deur tot deur. Treat is het snoepgoed dat ze verwachten, trick de verwensing.

Voor dat kinderritueel zijn verschillende verklaringen te vinden. Ook de druïden trokken van huis tot huis en als ze geen geschenk kregen, zou er een offer vallen voor het einde van het jaar. De christelijke versie: op 2 november gingen mensen in de dorpen van deur tot deur om koeken te vragen. Hoe groter de buit, hoe meer er werd gebeden voor de overledenen van de schenkers.

In uw boek lees ik dat die praktijk in de jaren dertig tot vandalisme heeft geleid.

In sommige streken is het feest uit de hand gelopen, zo erg zelfs dat het een tijd verboden werd. Maar Halloween is niet daardoor angstaanjagend, maar door het tijdstip. Het speelt zich af tijdens donkere, kille nachten die angst inboezemen. Er duiken zwarte katten op, vleermuizen, heksen. Angst zal altijd een hoofdrol spelen. In tegenstelling tot carnaval dat beschouwd wordt als een plezierig feest, waarbij overvloedig gegeten en gedronken wordt.

U lijkt het vieren van Halloween te willen aanmoedigen. Hebben we eigenlijk behoefte aan nog een feest?

Allicht om commerciële redenen duikt Halloween hier op, terwijl alle andere folklore stilaan uitsterft. De media haken daarop in en de massa volgt gemakkelijk. Ik wil Halloween zeker niet promoten, ik zoek verklaringen.

Ik ben wel voor folklore. In die zin moedig ik het wel aan en hebben we zeker behoefte aan een nieuw feest. Maar dan het liefst niet een gecommercialiseerd feest en gevierd op het juiste tijdstip, niet maanden op voorhand.

Maar wát moeten we eigenlijk vieren?

Dat is zeer moeilijk. Wat vieren we met carnaval? Pompoenen bij de voordeur vind ik zeer esthetisch. Mij zou het niet storen als op 31 oktober de kinderen hier trick or treat speelden of als mensen bij een kampvuur party’s hielden. Zolang er maar iets leeft.

Inhoudelijk gaat het erom dat we praktijken van onze voorouders in herinnering brengen. We staan even stil bij de natuur, de oogst, het begin van de winter. Maar ik denk dat ik hier een utopie aan het verkondigen ben.

Op Allerzielen worden overleden familieleden herdacht. Als Halloween in de plaats komt, gaat er dan niet iets verloren?

De twee kunnen elkaar goed aanvullen. Je kunt een verband leggen, ook al klopt het historisch misschien niet. Waarom zou je als inleiding op iets ernstigs, Allerheiligen of Allerzielen, geen Halloween kunnen vieren? Trouwens, ik zie mijn studenten over dertig jaar niet meer met chrysanten naar het kerkhof gaan.

Bart Lauvrijs, Halloween, uitgeverij Kramat, 103 blz., 595 fr. De auteur geeft ook lezingen, Tel. 013-31 13 54 of 075-93 14 85.

Johanna Blommaert / Portret Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content