Het houdt niet op bij Mercedes : de B-klasse komt eraan, en straks de R-klasse. Die B-klasse lijkt van buitenaf sterk op de A-klasse en toch ook weer niet. De C-stijl helt op een klassieke wijze naar voren, maar het profiel en het front is dan weer zeer A-klasse. En om de verwarring compleet te maken, staat hij op het onderstel van de verlengde A, waarvan hij ook het algemene ontwerp, de motoren en uiteraard de voorwielaandrijving overneemt. Bij Mercedes spreken ze van een sports tourer. Met zijn 4,27 meter is de B-klasse toch 44 cm langer dan de A, terwijl de wielbasis (de afstand tussen beide assen, die zeer bepalend is voor het interieur) 21 cm langer uitvalt en voor veel extra ruimte zorgt voor de passagiers achterin. Bovendien is hij 100 kg zwaarder dan zijn kleinere broertje en met een basisprijs van 20.570 euro ook bijna 3000 euro duurder. Hij staat met drie benzinemotoren en één turbodiesel in twee varianten te koop. Als kennismaking kiezen we de B200 CDI, de tweeliter turbodiesel met 136 pk. Er is ook een 109 pk-versie (B180 CDI), het verschil zit in de turbodruk. In ons geval is die motor gekoppeld aan een traploze CVT-automaat, die volgens het systeem werkt dat ooit bij de Dafjes debuteerde en bij Mercedes Autotronic gedoopt werd. Toch zit er een heuse pook in het midden waarmee men zeven ‘virtuele’ trappen kan kiezen. Het rijden met een CVT is even wennen. Het lijkt erop dat de wagen maar moeizaam versnelt, maar dat is bedrog. Hij gaat wel degelijk behoorlijk vooruit, al is dat toch minder snel dan de A-klasse en dat lijkt logisch : die extra 100 kg wegen een beetje door en zetten ook vraagtekens bij de naam sports tourer. Over de wegligging niets dan lof, maar vlot parkeren is er niet bij : daar is de draaicirkel wat te ruim voor. Anderzijds is het rijcomfort door die langere wielbasis ook beter, en de auto heeft goed steunende stoelen. De middelste passagier achterin zit wel met een tunnel tussen de voeten en dat verrast bij een voorwielaandrijver. Komt er binnenkort een vierwielaandrijver aan ? Die B-klasse wil een compacte monovolume zijn, en de stoelen kunnen worden dichtgeklapt zodat er een vlakke vloer ontstaat. Maar wie ten volle van de functionaliteit wil profiteren en zowel de voorste stoel als de achterbank wil uittillen, zit in de Easy Vario Plus-optie en die kost 308,55 euro. Dat is niet de enige optie. Voor een automatische airco wordt 1936 euro gevraagd, voor een lamellen schuifdak 1160,39 euro.

Wie een B200 CDI wil zoals ons testmodel, met CVT-uitrusting, zit snel aan 29.000 euro. Dat is veel geld voor een compacte monovolume, ook al prijkt er een ster op de motorkap.

pierre darge