“What do we want? Equality! When do we want it? Now!”

© TRUI MOERKERKE

In Washington D.C. komen een half miljoen mensen op straat voor een protestmars tegen president Trump. Overal ter wereld volgen meer protesten, bekend als de Women’s Marches.

Trui Moerkerke (53), Belg in de VS, nam deel aan de vrouwenmars in Ann Arbor, Michigan.

“We hadden iets voor één uur afgesproken in The Lab, een hipsterkoffiebar op Liberty Street in downtown Ann Arbor. Toen ik er met mijn dochter Sofie (14) aankwam, zaten Kim Soroka en haar dochter Ellie (13) er al. Kim is een Canadees-Amerikaanse die drie jaar geleden van Montreal naar Ann Arbor verhuisde. Zij en haar echtgenoot, een collega van mijn man, vingen ons op toen we in augustus 2016 naar de VS emigreerden.

Er was nog tijd voor koffie en door de grote ramen van The Lab viel het zonlicht royaal naar binnen. Winters kunnen gemeen zijn in Michigan, maar we hadden geluk, met temperaturen een stuk boven nul.

Mijn oorspronkelijke plan was naar de Women’s March in Washington D.C. te gaan. De bussen die vanuit mijn buurt naar ginder vertrokken, waren echter in geen tijd volzet. Bovendien zou het een hele onderneming geweest zijn: tien uur rijden. Naar Washington vliegen had weinig zin, wegens geen hotels meer te vinden in de ruime omgeving van de stad. Ik vond het allemaal niet zo erg meer, toen ik die zaterdagmiddag in goed gezelschap door de straten van Ann Arbor stapte. Naargelang de bron was er sprake van 6000 tot 11.000 betogers.

Tegen twee uur wandelden Kim, Ellie, Sofie en ik naar The Federal Building, op de hoek van 5th en Liberty, het beginpunt van de wandeling door het centrum. De sfeer was positief en hoopvol, het publiek zeer divers: veel jongeren, maar ook ouderen, elke huidskleur en opvallend veel mannen. Mijn dochter, die voor het eerst aan een betoging deelnam, bekeek het allemaal enthousiast: de vele roze pussy hats, de regenboogvlaggen, de protestborden. De blauwe hoodie met Women’s March logo die we de dag voordien in The Ann Arbor T-shirt Company gekocht hadden, bleek een goede conversatiestarter. ‘Awesome. Where did you get this one?’ was een vraag die mijn dochter voortdurend moest beantwoorden.

© TRUI MOERKERKE

Het zou nog een halfuur duren voor de hele groep zich in beweging zette. Tijd genoeg om de banners en borden te lezen, vaak grappig en spits. ‘I can’t believe I am still protesting this’ stond in rode letters op een stuk karton, omhoog gehouden door een grijze zestiger. Verderop hield een vrouw haar bord voor mijn camera: ‘Mijn armen zijn moe omdat ik dit al omhoog moet houden sinds de jaren 70.’

De rode draad in de boodschappen was duidelijk: gelijkheid. In korte gesprekken met andere deelnemers leerde ik dat ze allemaal de straat op waren gegaan omdat ze meer gelijke rechten eisten, of het nu over genderzaken of sociaal-economische situaties ging. Ik las slogans over Planned Parenthood, publieke scholen, betaalbare gezondheidszorg, godsdienstvrijheid, rechten van de LGBTQ-community… ‘What do we want? Equality! When do we want it? Now!’ Deze leuze, repetitief uit een megafoon schallend, was het startsein voor de mars. We stapten langzaam door de stad, aangemoedigd door supporters op het voetpad, tot aan de Diag, een open ruimte op de Central Campus van de University of Michigan. Daar stonden optredens en toespraken gepland. De ingezette geluidsinstallaties waren echter niet op duizenden toeschouwers berekend en de politieke toespraken moesten we aan ons voorbij laten gaan.

© TRUI MOERKERKE

Nadat we afscheid hadden genomen van Kim en Ellie, stapten Sofie en ik op de overvolle stadsbus. We babbelden na met mensen die ook terugkeerden van de Women’s March. We hadden nog geen idee wat er dat jaar allemaal op het spel zou staan en hoe nodig zulke marsen zouden blijven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content