WELKOM THUIS?
Onderzoeker Hilde Bouchez ging op zoek naar de betekenis van design in het dagelijkse leven.
Hilde Bouchez, docent en onderzoeker van het departement architectuur van Hogeschool Sint-Lucas in Gent en het departement Kunstgeschiedenis aan de KULeuven ging op zoek naar de betekenis van design in het dagelijkse leven van enkele Gentenaars.
“Ik wil begrijpen wat de rol is van meubelfabrikanten en media in hoe mensen design percipiĆ«ren en hoe ze het thuis gebruiken. Dat heb ik onder andere onderzocht door in een straat in Gent 35 mensen te interviewen en hun wooncultuur te analyseren : jongeren, ouderen, laaggesschoolden, universitairen, artiesten,… Een van de vragen die ik stelde was ‘Wat betekent design voor u ?’ Het overgrote deel ziet design als kunst, als duur en elitair.”
Hebben die antwoorden u verrast ?
Op zich is dat niet zo verrassend, want uit mijn analyse van de media en de meubelfabrikanten blijkt dat precies die artistieke en hoogculturele boodschap wordt benadrukt. Vitra richt bijvoorbeeld een eigen museum op, Alessi werkt met toparchitecten die koffiekannen maken.
Hoe bekijkt de consument dat ?
Sinds de jaren tachtig identificeren we ons minder met religie, familie of dorp maar meer met de producten die we kopen. Tegen het einde van de jaren vijftig werd de consument vanuit sociologisch standpunt gezien als de dupe van bedrijven. Vanaf de jaren tachtig wordt de consument meer gezien als een reflexief individu dat zelf de producten kiest en daarmee een identiteit opbouwt.
Uit mijn interviews blijkt dat iedereen ervan geniet om zijn of haar huis te decoreren. Herschilderen, meubelen verzetten, in magazines kijken en een kleurtje kiezen… dat soort activiteiten. Dus niet zozeer het kopen van meubelen of decoratie, maar vooral het actief inrichten van hun woning. Mensen maken er een eigen verhaal van.
Mijn stelling is dat dit komt omdat het zĆ©lf doen ongelooflijk gepromoot is in de media : in magazines als Feeling Wonen en Actief Wonen, in de catalogi van Brico en Levis, in make-overprogramma’s. Die zeggen telkens weer : jij kunt dat thuis ook. Het is een empowerment. Velen hebben creatieve kennis en gebruiken die ook. En ze worden er gelukkig van.
Is daar een verklaring voor ?
Dat lees ik bijvoorbeeld in een onderzoek van antropoloog Daniel Miller : de bewoners van een sociale woonwijk in Londen die de mogelijkheid hadden om hun keuken te verbouwen naar hun eigen smaak, hebben het gevoel dat ze het leven beter in handen hebben en dat ze controle hebben over de dingen. Zo zijn er nog meer sociologische en psychologische analyses die duiden op het belang van zelfexpressie en realisatie in de eigen woning. “Thuis” is een plek die heel sterk ervaren wordt als een zone tussen het reĆ«le en het ideale. Iedereen streeft een ideaalbeeld na van de manier waarop hij wil wonen. Je muur een nieuwe kleur geven is daar een voorbeeld van. In alle sectoren zie je steeds meer pro-ams opduiken, professionele amateurs. En dat komt dan weer heel dicht bij het hele open source design, waarbij mensen hun kennis delen via internetcommunity’s.
Wat is de rol dan nog van interieurarchitecten en designers ?
Misschien moeten zij hun job herbekijken. Daar werken wij in de masteropleiding interieurarchitectuur hier op Sint-Lucas hard op. We willen dat studenten wel degelijk aandacht besteden aan het alledaagse leven en dat ze stoppen met denken in witte kubussen en onleefbare ruimten.
Ook in de designwereld zie je een dubbele beweging. Enerzijds had je de jarennegentigdesigners die een soort herinterpretaties van een bestaande beeldtaal maakten en die verder bouwen op de bestaande codes van vintage meubelen. Alfredo HƤberli is daar een goed voorbeeld van. Maar anderzijds zie je een andere generatie die daar niet aan mee wil doen. Die gaan ofwel richting art design en beperkte oplages, wat zo mogelijk nog hoogcultureler is. Of ze gaan helemaal de andere kant op en volgen de stelling van Bruce Mau : it’s not about the world of design, it’s about the design of the world. Die designers willen producten maken die mensen zelf doen nadenken en creatief maakt. Die beweging heeft haar wortels in het DIY-design uit de jaren zestig en het antidesign van Memphis en de opkomst van Droog Design begin jaren negentig. Die stroming van design activism heeft nu een vertaling gekregen in de dagelijkse levens van mensen. De gebruiker wordt ook maker. De consument is geen dupe of reflexieve consument meer, maar een actieve consument.
Hilde Bouchez rondt eind dit jaar haar doctoraatsonderzoek af aan het departement Kunstgeschiedenis van KULeuven.
DOOR LEEN CREVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier