Welkom in fantasia

Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Ambitieuzer dan de film en luxueuzer dan het schip. Haute couture neemt Titanic-proporties aan en de meeste defilés zien eruit als een superproductie. De volgende eeuw gaat steeds meer op de vorige lijken.

Het gaat niet over mode, niet over trends, niet over consumptie. Haute couture is een houding”, zegt Christian Lacroix. Zijn woorden kunnen als leidraad voor de coutureshows dienen. Ontwerpers tonen ongegeneerd en zonder excuses pure luxe. Dit is haute couture die met de beste wil van de wereld niet met luxe-prêt-à-porter kan verward worden. Dit zijn “ik ga zo meteen de oscar in ontvangst nemen”-Hollywood-jurken. John Galliano heeft voor Dior een stof laten ontwikkelen waarin goud zit verweven. Valentino beparelt zijn creaties met kristal. Oscar de la Renta omschrijft zijn Balmain-collectie als “doodeenvoudig ongelooflijk mooie kleren” en schuwt er niet voor weer te bekennen dat hij voor zo’n 35 miljoen dollar Fred Leighton-juwelen gebruikte om het geheel wat op te fleuren. De la Renta, die de bruidsjurk voor Silvia de Castellane maakte voor haar huwelijk met Pierre d’Arenberg, ziet een renaissance van de couture. “Er is een hernieuwde interesse”, zegt hij. “Vrouwen durven weer mooi te zijn.”

In Parijs loopt in het Louvre een tentoonstelling Touches d’Exotisme over de invloed van Indië, Afrika en duizend-en-één-nacht op de mode. In Londen toont de Royal Academy zalen vol Victorian Fairy Paintings. Het blijken aanknopingspunten voor de meeste defilés die in een sprookjesachtige sfeer baden: betoverende settings, silhouetten die op filmkostuums lijken, poederwite make-up en een wolk van romantiek. Niet dat alles in een retrolicht wordt gezet. De ophefmakende Londense expo van moderne kunst Sensation is voor Lacroix net zo goed een bron van inspiratie.

Tegenover de Cinderella-brigade staat een reeks van jonge ontwerpers die het eenvoudig en sober houdt. Lacroix noemt zichzelf een “maximalist tot in het graf”, maar nieuwkomers als Josephus Thimister, Adeline André, Dominique Sirop en het Nederlandse duo Viktor & Rolf zien couture anders. Zij kiezen bewust voor modern en experimenteel. Zelfs Karl Lagerfeld beweegt weg van het overgestyleerde en zegt: “Vrouwen van vandaag verdienen actuele ideeën, geen opgewarmde kost van gisteren.”

De Engelse bad boys hebben, zoals The Independent het uitdrukt, een raket onder de Parijse mode gelegd. Ze hebben iedereen opgeschrikt en de oude machine in een hogere versnelling gezet. Maar dan wel in achteruit. Galliano rolt met Dior steeds sneller het verleden in. Zijn collectie is een poëtisch eerbetoon aan Marquesa Maria Luisa Casati, een Italiaanse dame van het begin van deze eeuw, geschilderd door Boldoni, gefotografeerd door Cecil Beaton en gekleed door Poiret. De Marquesa was een van die wilde meisjes uit de gegoede kringen die van geen ophouden wist. “Ze gaf een groots bal en moest dan nadien haar huis verkopen om het feest te kunnen betalen. We love that“, aldus Galliano. Ze veroverde Parijs en Londen, ging om met dichters en artiesten, en kleedde zich uitsluitend in couture. In de Opéra Garnier recreëert Galliano het einde van een van haar party’s. De kaarsen zijn opgebrand, de bloemen verwelkt, de tafels leeg en de laatste gasten vormen een vreemd assortiment van nachtraven en exotische vlinders. Daartussen laat Galliano adembenemende silhouetten defileren. Een prachtige cape met art-decoapplicaties, tangojurken met een zeemeerminstaartje, kanten tailleurs en exquise baljurken. Sommige dames in het publiek zitten letterlijk met hun mond open, het is dan ook een onvergetelijk spektakel.

Superlatieven schieten tekort om Galliano’s couture te beschrijven. “An orgy of gorgeousness“, drukt Suzy Menkes het in de International Herald Tribune wat geforceerd uit. “Ik vind het prachtig, ik wil alles”, zegt Diana Ross na afloop. En ja, de opper- Supreme zien we nog wel een trap afdalen in eenDior-creatie. Modern is het natuurlijk allemaal niet, en omdat het angstaanjagende jaar 2000 eraan komt, verwachten we dat wel. Misschien duikt Galliano ooit zo diep in het verleden dat hij de cirkel rondmaakt en in de toekomst terechtkomt.

Die andere stouterd Alexander McQueen kondigt een rustig defilé aan. “Het wordt een minder overladen show waar alle aandacht naar het silhouet gaat”, zegt hij. “Het belang van mode is de mode zelf, niet de uitspraken van de ontwerper.” Dat klinkt welopgevoed, en de Givenchy-show is er inderdaad een van ingehouden en beheerst vakmanschap. Misschien zou zelfs le grand Hubert, die enkele weken geleden nog verklaarde dat zijn opvolger een “ware ramp” was, wel van idee veranderen. McQueens scherpgeschouderde silhouetten wandelen zelfverzekerd voorbij als elegante tailleur of manteljurk. Veel ontwerpen hebben een Japanse inslag, een kimonomouw of geborduurd motiefje. McQueen zou zichzelf niet zijn als hij niet heel even gek deed. Er is een plastic body met vlinders en een jurk die volledig uit synthetisch haar is gevlochten. Kapper Guido mocht ze voor het defilé even bijknippen. Parijs is verbaasd over de gedaanteverwisseling en geeft zichzelf schouderklopjes: de Engelse rebel is een bekwame Parisien geworden. Baas Bernard Arnault is gelukkig. Naar verluidt werden er een week na het defilé al zo’n zestig silhouetten besteld.

Lacroix en Lagerfeld vormen de Franse tegenpolen voor het jonge geweld. En moeiteloos winnen ze de match. Zelfs een oudgediende als Valentino heeft een bijzonder goed seizoen. En Saint Laurent? Hij viert zijn verjaardag met een uitstekende collectie.

Valentino van de immer stralende glimlach heeft reden om te lachen. De week voor zijn defilé concretiseerde hij de verkoop van zijn firma aan een holding die tot de Fiat-groep behoort. Een zakelijk succes van zo’n driehonderd miljoen dollar. Het was alsof die injectie van kapitaal hem duidelijk had gemaakt wat de essentie van zijn vak was: geld. Waar hij in vorige collecties nog probeerde om trendy of choquerend te zijn, serveert hij nu waar hij goed in is: glitz. Verfijnde, elegante en delicate avondjurken. Peperduur, en zo zien ze er ook uit. “Het is alsof ze uit engelenhaar en feeënvleugels zijn gemaakt”, commentarieert een klant op de eerste rij. Nooit wordt het kitscherig of overdreven. Valentino slaagt erin om altijd discreet en vrouwelijk te blijven en toch dat onbetaalbare aura van luxe uit te stralen. Couture zoals het altijd geweest is, en misschien hoort het niets anders te zijn.

Ook Saint Laurent, die zijn 73ste couturecollectie en zijn veertigste verjaardag viert, overvalt je met een gevoel van “zo hoort het”. “Gezonde kleren in een gekke wereld”, zo omschrijft Women’s Wear Daily Saint Laurents plaats in de haute couture. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend: de broekpakken, overslagrokjes, chiffonjurken en satijnen pakjes. Zo volwassen en evenwichtig.

Net zoals Saint Laurent al die tijd trouw is gebleven aan zichzelf, is Lacroix nooit afgeweken van zijn eigen stijl. Te midden van trends en stromingen – en zelfs al blijven ze dan hangen als een hardnekkig hogedrukgebied, zoals het minimalisme – blijft hij onwrikbaar zijn eigen ding doen. Daar moet je hem om bewonderen, al zou het soms iets minder mogen zijn. Naast Lacroix lijkt Galliano’s feestje wel een theekransje. Christian toont ons elfjes en heksen, lagen tulle en veren, alles in een magische sfeer, nu eens mysterieus en donker, dan weer feeëriek.

Karl Lagerfeld kan niet vaak genoeg zeggen dat couture voor hem geen uithangbord is, maar een echte business met echte klanten. “Ik sta versteld van de hoeveelheid dagkleding die wij verkopen”, zegt hij. Als bewijs toont hij een eenvoudig zwart jurkje uit de vorige couturecollectie. Hij verkocht er 24 exemplaren van, aan 26.000 dollar per stuk. Het Chanel-defilé in het inner sanctum, het couturehuis aan de rue Cambon, is een oase van rust en discretie. Karl citeert Coco zelve: ” Scheherazade is makkelijk. Het kleine zwarte jurkje, dat is moeilijk.” Hij toont lange kasjmieren truien en cardigans op satijnen rokken, jersey jurkjes met gouden knopen – echt goud, er werd zelfs een knoop gestolen -, jurken die op alle mogelijke manieren bepareld zijn. Het is een lange en slanke lijn, benadrukt door rijen charlestonparels. De modellen hebben haarnetjes op het hoofd, weliswaar met glanzende kraaltjes, maar toch doopt de pers het silhouet onmiddellijk “de congiërge-look”. Eentje van een luxehuis dan toch, want er is niets alledaags aan dit verfrissende en buitengewone defilé.

Het is niet al fantasie en romantiek wat de klok slaat. Josephus Thimister, ex- Balenciaga en oud-student van de Antwerpse Acadamie, is erin geslaagd zijn naam op de officiële kalender te krijgen. Hij doet een dappere poging om couture modern, minimalistisch en toch luxueus te maken. Sobere make-up, nette en ongecompliceerde lijnen, bedrieglijk eenvoudig. Nieuwe couture dus. En net iets te simpel en realistisch voor sommigen, want meteen barst die aloude discussie los: is dit wel haute couture?

De definitie werd ooit netjes in cijfers vastgelegd door de Chambre Syndicale, maar niemand schijnt zich de getallen nog te herinneren. Hoeveel mensen moet je eigenlijk tewerkstellen in je atelier? “Vier of vijf is voldoende”, vindt Dominique Sirop. “Vijftig”, zegt de Chambre. En hoeveel silhouetten moet je tonen? “Vijftig”, vindt de Chambre alweer, maar misschien is dit hun standaardantwoord. “Koffie iemand? Vijftig!” Een gereputeerd huis als Dior toont echter maar 38 outfits. “Als een silhouet bestaat uit een jurk en een jas die elk vijfhonderd werkuren vragen, dan beschouwen we dat als twee couturemodellen”, reageert het huis.

Dominique Sirop, de ex-assistent van Givenchy die zijn plaats zag ingenomen worden door McQueen, stelt zich geen vragen. Toen hij verleden jaar zijn eigen huis oprichtte, nam hij zich voor om draagbare, goedgemaakte kleding te leveren en dat is hem gelukt. Hij toont krijtstreep manteljurken en tailleurs met metalen borduursels, avondjurken met metalen applicaties en zwarte beparelde jurkjes. Vorig seizoen verkocht hij negentig outfits, in de haute couture geen onbelangrijk succes. “Het is duidelijk dat ik op de juiste weg zit”, zegt hij. “Ik respecteer de tradities en het vakmanschap, maar ik giet het in een moderne vorm.”

Tegenover de brutale Britten wordt het infernale duo Mugler-Gaultier uitgespeeld, al stellen zij dit seizoen lichtjes – maar dan ook heel lichtjes – teleur. Thierry Mugler, de virtuoze beeldhouwer, laat ons achter met een déjà vu. Hij is zijn laserscherpe zelf met gesculpteerde silhouetten, futuristische vormen en behoorlijk wat bloot. Maar het lijkt een collectie in afwachting van, de belofte van iets groters dat later komt. Misschien is dat ook wel zo. Het huis Mugler werd verleden jaar aan Clarins verkocht en einde maart wordt directeur van jaren Didier Grumbach vervangen door Dominique de la Tournelle, vroeger directeur internationale marketing bij Yves Rocher. Een spectaculaire prêt-à-portershow wordt beloofd, en een dynamisering van het merk.

Vertrouw op Jean-Paul Gaultier om voor een sensationele uitsmijter te zorgen. Hij combineert invloeden van 18de-eeuwse mannenkleding met Toeareg-elementen, of: Afrika, gezien door de ogen van Louis XV. Strakke kuitbroeken, gecombineerd met een fijn uitgewerkt hemd. Jassen vol borduursels en jurken die uit lange linten zijn gevlochten. Nieuwigheid van het seizoen: de afneembare panier of Marie-Antoinette-heupstukken. Je kan ze over de meest eenvoudige silhouetten dragen, voor die extra couturetoets, alsof Gaultier wil zeggen: kijk eens hoe makkelijk het is.

De grote afwezige in Parijs is Gianni Versace. Donatella kondigt aan een seizoen over te slaan, uit eerbied, maar kan het dan toch niet laten om tijdens het mannendefilé in Milaan enkele couturesilhouetten te laten zien. Laag uitgesneden jurken in goudlamé, zijde, fluweel en chiffon. De handtekening van haar broer in goud geschreven.

Lene Kemps

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content