Weldadig is het, zelfs in het hart van de zomer, dat je af en toe nog woorden tegenkomt die je niet eerder hoorde. Tandenborstelsnor, bijvoorbeeld, alambiek en reflectoporn. Dat is het soort naakt dat je op zoekertjessites kunt ontmoeten. De verkoper heeft zichzelf in adams- of evakostuum vereeuwigd in weerkaatsende voorwerpen zoals bestek, televisieschermen of een broodrooster. Dat kan per ongeluk gebeuren of doelbewust. In beide gevallen vind ik het boeiender dan onweerspiegeld naakt, omdat het een zweem heeft van echtheid die door een gril van het lot is betrapt. Mochten ze een expositie overwegen van dit soort bloot, onder auspiciƫn van Jan Hoet, ik zou een verplaatsing daarheen overwegen. Zulks geldt niet voor de Ghelamco Arena of voor de Mont Ventoux, plekken die voor zovelen gewijde grond zijn, maar die mij voornamelijk doen geeuwen. Jammer wellicht, want wie niet joelend kan aanlopen achter soapsterren, gekroonde hoofden en helden van de sport, zal wel altijd een zonderling blijven die de wereld maar half heeft begrepen.

Intussen kabbelt de vakantie zoetjes verder, dat deel van het jaar dat mij als een beurzensnijder overvalt, met zijn teenslippers en getik van bestek in de verte. De zon schijnt laf achter de wolken en straks zwermen mijn geliefden uit in alle windrichtingen. Ik heb geen forser verweer dan op een pastille Fisherman’s Friend te knabbelen, now available in over 100 countries around the world. Ik bak forel, zwier sla en kruid de aardappelen met strooisel uit een blikje waarop staat : Potato’s Desire. Zou het werkelijk de wens van de aardappel zijn om aldus gekruid door de mens te worden verorberd ? Het klinkt in elk geval goed, Potato’s Desire, zoals Fisherman’s Friend ook goed klinkt. Volgens de fabrikant worden er jaarlijks vijf miljard van deze tabletjes verkocht. Een gigantische paternoster van pastilles, die je achtereen gelegd vier keer om de wereld kan slingeren.

Soms, in de ledige uithoeken van doorzonde zomerdagen, zoek ik zulke dingen op.

Soms ook kijk ik op het wereldwijde web naar de uitwas van onze consumptiemaatschappij die unboxing wordt genoemd. Nog zo’n woord dat ik onlangs voor het eerst tegenkwam. Iemand heeft een voorwerp van zijn of haar begeerte aangeschaft, een smartphone of een beauty box, en ontdoet dat voor de webcam genotvol van zijn verpakking. Het object wordt overvloedig getoond en toegelicht, zodat geĆÆnteresseerden van in elke uithoek van de wereld kunnen meegenieten. Een striptease van dode materie, in gebrekkig Engels en met vingernagels die nodig dienen geknipt. Doorgaans komt het gezicht van de unboxer niet in beeld, alleen zijn handen en stukken van het interieur waarin hij leeft, wat het geheel iets geruststellends en geheimzinnigs geeft. Ik kijk daar graag naar, als naar ontaarde kunst.

Soms kijk ik naar de stomste televisie : reclame die is opgenomen, of de enthousiaste weersvoorspelling voor een weekend dat voorbij is. Daar word ik een beetje melancholiek van. Ik moet dan denken aan wat mijn dochter van zes onlangs zei, toen het ongeboren broertje gestorven was van een jongetje in haar klas : “Het stomste is dat je op elk moment kan doodgaan. Zelfs de baby die nog maar pas in de buik zit. Dat is toch keistom, papa ?”

“Dat is keistom”, beaamde ik luchtig, en leidde haar aandacht af naar het halssnoer van Barbie, dat een diadeem wordt als je het ondersteboven op haar blonde krullen zet. En ik dacht wat niemand nog bij verre reizen schijnt te denken : als we elkaar allemaal maar behouden terugzien.

Soms helpt het dan in de auto te stappen en enige tijd rond te rijden, bij voorkeur op verlaten wegen, en zorgvuldig de snelheidsbeperkingen in acht te nemen.

JP.MULDERS@SKYNET.BE

JEAN-PAUL MULDERS

Wie niet joelend kan aanlopen achter gekroonde hoofden en helden van de sport, zal wel altijd een zonderling blijven die de wereld maar half heeft begrepen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content