Merkwijnen zijn essentieel mengwijnen. Maar dat hoeft niet per se negatief te zijn. Zijn zij een deel van het antwoord op de crisis in Bordeaux ?

Bij sommige appellations zoals champagne, cognac en portwijn nemen merken een dominante plaats in. Hierbij gaan de veelbezongen kenmerken van de appellation verloren : de producten worden gemengd overheen de percelen, overheen de oogstjaren en zelfs overheen de druivensoorten, tot een merkgetrouwe drank die jaar in jaar uit dezelfde is, met dezelfde smaak en met dezelfde kwaliteit. Men is dan geneigd te denken dat daar niets anders kan uit voortkomen dan een afgevlakt gemiddelde. Dat hoeft niet zo te zijn. Het mengen ( blenden is een beter woord) kan ook bevorderend werken : de smaak kan breder en dieper worden en vooral, men kan door ‘oude’ bijmengingen een effect van oud-en-toch-nog-jong genereren dat aan de drank een universeel menselijke toets verleent. De natuur brengt alleen jeugdige, verse frisheid voort. Door deze te blenden met oudere componenten verwijdert men zich van het (simpele) natuurlijke. Vergelijk met de oude wijze man die de jeugd onderricht.

Zulke, door menselijke invloed opgewekte, onnatuurlijke complexiteit is attractief voor gevorderde consumenten. Goede champagne en tawny port met ouderdomsbepaling op het etiket zijn er goede voorbeelden van.

Mengen kan dus gunstig zijn voor de consument, maar het kan ook gunstig zijn aan de kant van de productie. Sommige percelen zijn zo moeilijk gesitueerd of zo ongelukkig beplant dat de wijn ervan altijd een partieel karakter zal dragen. Mengen met wijn van een ander, complementair perceel kan dan uitkomst bieden. De Portugese rode dourowijn Duas Quintas van Almeida is een schoolvoorbeeld van mengcomplementariteit : een hooggelegen perceel brengt (te) frisse wijn voort, maar samen met een lagergelegen perceel, waar wat te zware wijn van komt, ontstaat een evenwichtig ensemble. Mengen kan dus een dimensie toevoegen, ook koken is trouwens essentieel niets anders dan synergetisch mengen. Een heel ander voorbeeld van complementariteit, maar dan in het artistieke domein, zijn bijvoorbeeld de schilderijen die gezamenlijk door Rubens (personages) en ‘de fluwelen Brueghel’ (dieren en landschappen) werden gerealiseerd en die momenteel (tot 28/1/07) in het Mauritshuis, Den Haag te bewonderen zijn.

We associëren al te makkelijk, en vaak terecht, mengen met verdoezelen van fouten. Azijnsteek wordt verdund, banaliteit wordt met restsuiker gemaskeerd, kleurloosheid wordt met vins teinturiers weggewerkt, te hoge alcoholgehaltes worden met water getemd, confituurmerlot moet bij onrijpe mourvèdre wat genadigheid brengen…. Maar we vergeten dat haast alle wijnappellaties uit het zuiden opgebouwd worden uit een mengeling van verschillende druivensoorten waardoor complexiteit wordt nagestreefd. Het summum op dat gebied is Châteauneuf-du-Pape met veertien toegestane druivensoorten.

Zo zijn ook merkwijnen essentieel mengwijnen waarvan smaak en structuur karakteristiek zijn voor het merk (of de blender ervan) en die niet bepaald zijn door perceel- of chateau-origine. Port van Niepoort is meer Niepoort dan Douro, Bollingerchampagne is eerder Bollinger dan Reims, en Delamain- cognac is veel meer Delamain dan Fine Champagne…

Gezien het concept merkwijn veel meer flexibiliteit biedt dan chateauwijn, denkt men in Bordeaux de crisis (2 tot 3 miljoen hectoliter geraakt niet verkocht) te kunnen bestrijden met ‘aangepaste’ wijn : rondeur en soepelheid, smakelijkheid en charme, grote instapkwaliteiten die de jongeren moeten aanspreken en natuurlijk, een eigentijdse, eenvoudige etikettering.

De mondiale spelers uit de Nieuwe-Wereldlanden hebben dit al heel lang begrepen.

Plezierscheppende merkwijnen

Op een onlangs in Parijs gehouden symposium over Les Bordeaux de Marque à l’Export, opende de nieuwe Président du Syndicat des Bordeaux, Bernard Farges, met het statement : “We moeten absoluut naar een markteconomie. De wereld verandert voortdurend, goed is niet meer goed genoeg.” En hij verwees naar de wereld van het bier : “Studies tonen aan dat de wijnconsumptie stijgt, vooral in landen die traditioneel veel bier drinken. Deze bierdrinkers zijn gevoelig voor merken met de eraan verbonden marketingaspecten. Bier is historisch vrij van gelijk welke appellationbeperkingen. Hier moet Bordeaux komen met ronde en soepele, plezierscheppende merkwijnen. Er is materiaal genoeg : de AOC Bordeaux omvat 3 miljoen hectoliter waarvan twee derde en vrac de domeinen verlaat, een onschatbaar werkterrein voor de creatie van merkgetrouwe producten.”

Als inleiding kwam Allan Sichel, Président de l’Union des Maisons de Négoce nog eens de nood aan grote en krachtige merken op het wereldplatform beklemtonen : “Het zijn de grote merken van de Nieuwe-Wereldlanden die meegebracht hebben dat Australië, Chili en Californië marktsegmenten en nieuwe verbruikers hebben ingepalmd, vooral in Groot-Brittannië (47 procent) en de Verenigde Staten. En ‘groot’ in dit verband is bijvoorbeeld Ernst en Julio Gallo met een omzet van 700 miljoen flessen of haast zoveel als de hele Bordeauxse productie, waarvan 200 miljoen flessen alleen al onder het merk Gallo. Het Chileense merk Concha y Toro ‘weegt’ 135 miljoen flessen, Mondavi 100 miljoen en Jacob’s Creek 70 miljoen… Dat zijn kolossale hoeveelheden.”

Alle merken van Bordeaux samen – het zijn er een driehonderdtal – vertegenwoordigen ongeveer 200 miljoen flessen of 1,5 miljoen hectoliter, ongeveer een kwart van de totale wijnproductie in Bordeaux. De helft hiervan zijn (echte) merken van de groothandel, de anderen zijn ‘etiketmerken’ van de distributie.

Het grootste Bordeauxmerk ter wereld, met 15 miljoen flessen, is Mouton Cadet van de Société Baron Philippe de Rothschild. Het onderging in 2002 een geweldige facelift. In een gigantische blinddegustatie met 2200 proevers uit vijf verschillende landen, kwamen als voornaamste gewenste eigenschappen naar voren : charme, elegantie en vlotte instapkwaliteit. Mouton Cadet werd consequent aangepast : meer merlot (65 in plaats van 55 procent) minder cabernet sauvignon (20 in plaats van 30 procent) en gelijkblijvende cabernet franc op 15 procent.

Het grootste merk in België is Cordier Collection Privée met 1,2 miljoen flessen, vooral in de grootdistributie : Cora, Colruyt, Carrefour en Delhaize. België is zeer bordeauxminded : haast 40 procent van alle wijn die wordt ingevoerd komt uit Bordeaux.

Merkwijnen op de Belgische markt vertegenwoordigen een meer dan gemiddeld goede kwaliteit, zoals uit de volgende proeverij blijkt. Of ze de bordeauxcrisis gaan oplossen is een ander paar mouwen.

Merkwijnen proeven

Sirius, Maison Sichel 2003,

500.000 flessen, 5 tot 10 euro.

55 % merlot, 45 % cabernet sauvignon, 12 maanden op hout, waarvan 20 % nieuw.

Goede, zachte kleur en een verfijnd bordeauxboeket met dito smaak. Mooi gedragen door gezonde tannines. Correcte wijn. (Bij De Clerck in Kortrijk en Dulst in Blanden).

45 % merlot, 40 % cabernet franc en 15 % sauvignon, 8 maanden op eik.

Kleur van het open, zachtrode type en een fijne maar ook iets brutale neus. Wat simpel zuur-bitter in de smaak.

(Bij Morel & Partners in Oostakker).

Marquis de Chasse 2004, Ginestet,

1,5 miljoen flessen, 5,19 euro.

60 % merlot, 30 % cabernet sauvignon en 10 % cabernet franc, 16 maanden op inox.

Goed vers merlotfruit aan de neus die verbreedt bij opschudden, en een goede, volrode kleur. De smaak is correct met een goede bitterstructuur maar ook wat kort. Wijn met goede kwaliteiten voor aan tafel.

(In de Sparwinkels).

Luxe-cuvée ‘Mascaron’,

Bordeaux Supérieur 2001,

ook van Ginestet, 8,65 euro.

Goed gestructureerd met fijne tannines en goede lengte : serieuze wijn voor de grote rode keuken. (Spar).

Marquis de Chasse Sauternes 2004,

Ginestet, 8,89 euro voor 50 cl.

Gezonde, goudgele kleur met een frisse nuance. Heel mooie, puntige neus vol honing en witte perzik. De smaak is rijk en fris maar ook gevuld. Heel goede sauternes. (Spar).

Villa Burdigala 2003,

120. 000 flessen, Ginestet,

van 5 tot 10 euro.

60 % merlot, 40 % cabernet sauvignon, 18 maanden op eik.

Redelijk goede, sombere bulkkleur en een neus met diepte en ruimte, typisch bordeaux. De smaak is stevig en zeer karaktervol. Voor bij gebraden rood vlees.

(Bij Morel & Partners in Oostakker).

Kressmann Monopole 2004,

120.000 flessen, 5 tot 10 euro.

65 % merlot, 25 % franc en 10 % sauvignon, voor 50 % gedurende 12 maanden op hout.

Goede, frisrode kleur en een discrete neus zonder diepte. In de mond komt soepele smakelijkheid en een goed geknoopte lengte.

(Bij Velu Vins Brussel).

Cave Bel Air 2005, Sichel,

14.500 flessen, minder dan 5 euro.

50 % merlot, 30 % franc en 20 % sauvignon, 9 maanden op inox.

Goede, sombere, diepe kleur en een stevige en gebalde neus. De smaak is stevig en soepel samen, haast groot.

(Bij Caves St. Amand in Sint-Amandsberg).

Bordeaux De Mour 2005,

200.000 flessen, 5 tot 10 euro.

65 % merlot en 35 % cabernetsauvignon,

12 maanden inox.

Goede kleurconcentratie en een neus met finesse en diepte samen. Smaak met presente tannines, typisch bordeaux. Deze goede wijn kan zelfs wat liggen.

(Bij Rabotvins in Gent).

Mouton Cadet 2003, Rothschild Négoce, 10 miljoen flessen, meer dan 10 euro.

65 % merlot, 20 % sauvignon en 15 % franc, 14 maanden op inox en 8 maanden op fles.

Mooie, gedegen kleur en een fijne maar ook diepe neus. Smaak met lengte, geknoopt, soepel en ook stevig. Erg goede wijn.

(Bij Fourcroy in Braine-l’Alleud).

Vernon 2004, Colruyt,

125.000 flessen, 5 euro.

Merlot en cabernet. 12 maanden op inox.

Matige, open, zachte kleur en een goede fijne presente neus. De smaak is vol soepelheid en charme. Een type. (Bij Colruyt).

Door Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content