“Over achttien minuten gaat het regenen”, zegt mijn collega vergenoegd. Zij ziet dat op de app Buienradar op haar Samsung Galaxy-en-nog-wat, waar zij erg gelukkig mee is. Niets van verrassing is er straks, geen onvoorziene bui, geen bus die niet opdaagt, geen liefde die op zich laat wachten. Welke ster zou dat zijn ? Je richt er je smartphone naar en meteen weet je de naam, hoeveel lichtjaren ze is verwijderd en of ze in Luchtpomp of in Slangendrager staat. Je gaat naar je cafĆ© en je hoort een nummer dat je mooi vindt ? Soundhound geeft je binnen seconden het jaar van release en de naam van de muzikant, desgewenst met prikkelende trivia over verslavingen, kwalijk uitgepakte liefdes en morbide sterfomstandigheden.

Onlangs kwam ik iemand tegen die een app geĆÆnstalleerd had waarmee je overvliegende Boeings en Airbussen kunt traceren. Haar foon zei dan wat voor type vliegtuig (een tuig dat vliegt, o schone onbeholpenheid van dat woord) het was en waar het naartoe vloog. Opkijken naar een spoor van knipperende lichtjes in de nacht en je afvragen : naar welk exotisch strand zijn die onderweg, naar welke godvergeten steppe ? Het is er niet meer bij. Wat wordt opgeslokt, is het mysterie. Wij willen zien en weten, om alle oude en nieuwe onzekerheden te bezweren. Ons tegen elkaar aanschurken als het even kan, op sociale netwerken, uit schrik voor de stilte en voor de leegte.

Leek rondhangen op Twitter en Facebook aanvankelijk pretentieloze spielerei, dan is het sinds kort bittere ernst. De zogeheten Kloutscore laat je haarfijn weten hoeveel impact je hebt in de wereld achter je wifi. Ik heb het voor de aardigheid eens geprobeerd, mijn Kloutscore (hoed je voor woorden waaraan maar Ć©Ć©n letter moet worden veranderd) blijkt tien – op een schaal van honderd. You have a low impact, stond er ten overvloede bij. Ik was geneigd dat als een compliment op te vatten, want ik word soms zo moe van al die impact. Van al die mensjes die gevat uit de hoek willen komen om bij de andere mensjes te scoren, met de achterliggende ijdele hoop zo een beter leven te hebben of zich vlotter voort te planten. Evengoed als van de oude gruw ik soms van de nieuwe statussymbolen : aantal treffers in Google, aantal volgelingen op Twitter, aantal vrienden op Facebook.

Een magere Kloutscore is natuurlijk niet verwonderlijk als je een luie tweep (zo schijnt dat te heten) bent zoals ik en niet zoals @lontchi, de naar verluidt actiefste Belg op Twitter die – the horror – gemiddeld 127 berichten per dag post. Zijn verslaving is niet neurotischer dan de mijne, nu ik Pacman herontdekt heb en al enkele weken dwangmatig probeer mijn eigen, volslagen zinloze record te breken. Als kind al speelde ik al graag Pacman, hoewel ik toen niet doorhad dat het iets wegheeft van het leven : blijven happen en presteren, vluchtwegen bedenken en dan toch ingesloten raken door niet eens overdreven snuggere spoken die je verslinden met een tragikomisch geluidje. Je rolt op je rug en mag terug naar af, als we de bedenkers van Pacman mogen geloven, die wellicht boeddhisten waren. Een nieuw leven-tje, waarin je hoopt niet meer dezelfde domme fouten te zullen maken.

Wat intussen mijn verwondering wekt, is dat het altijd wel ergens ter wereld elf uur in de ochtend is, dat er nog postzegels gebruikt worden en dat iedereen, ondanks de vooruitgang, twee sokken van gelijke kleur blijft dragen. Ook is er nog geen app bedacht voor het terugvinden van weduwkousen. Wat treurigers is er in de schepping voorhanden dan zo’n kous die, beroofd van haar wederhelft en verstoten, moederziel alleen in de kousenbak ligt te wachten ?

Intussen, ter hoogte van die bak met kousen, mis ik soms mijn ouders en de tijden waarvoor zij stonden. De tijd waarin alles almaar groter werd, de koelkasten zowel als de dromen. De tijd van de Priba 2000, waarin we heilig in wetenschap en vooruitgang geloofden en je met de vrucht van je arbeid een leuk huis kon kopen. De tijd waarin je nog mocht parkeren en plassen zonder betalen. Hoe is het mogelijk dat we ons dat hebben laten afpakken, vraag ik mij af, terwijl de welvaartstaat steeds meer een kortstondige adempauze lijkt tussen de uitbuiting uit de dagen van Daens en de uitbuiting die wij tegemoet snellen. Als een op hol geslagen trein waar het dodemanspedaal uit is gesloopt, uit besparingsoverwegingen. Omdat er ergens iemand een bonus moest krijgen.

Soms, veeleer vaak dan zelden, voel ik de behoefte een lucifer af te strijken uit een doosje met reclame uit de jaren vijftig. Niets beter dan HUGO margarine & koffie, staat daarop te lezen. Safety matches. Made in Belgium.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content