We zijn hier nu toch

© SENNE VAN DER VEN

If you want my future, forget my past. Ik ken een vrouw die dat heeft laten tatoeëren op een lichtschuwe plek. Je vraagt je dan af welk verleden er valt te vergeten. Je vraagt je ook af of het wijs is dat te doen, zowel bij individuen als bij de wereldgeschiedenis. Het verleden mag dan voorbij zijn, vaak is het de beste voorspeller van de toekomst. Aan de andere kant moet je mensen een kans durven geven.

Ondertussen schiet het gras op in de tuin en klimt er klimop tegen de bomen. Ik zou niet graag een gewas zijn waarvan de lotsbestemming al in de naam ligt besloten. Als klimop kan je niet veel anders dan tegen dingen opklimmen. Dat is wat er van je wordt verwacht, niet meer en niet minder. Het speelt zelfs geen rol waartegen je klimt, als je het maar enthousiast genoeg doet.

Een voordeel van mens zijn, is dat je óók tegen dingen kunt opklimmen mocht je dat heel graag willen. Maar daarnaast kun je nog een heleboel andere dingen. Je kunt flessenbootjes bouwen, pompoenen beschilderen of op zoek gaan naar de mooiste zin die Willem Elsschot heeft geschreven. Volgens zijn biograaf Vic van de Reijt is dat: “Ik word op ’t ogenblik vanuit Gent verneukt door een kerel, die Korthals heet en die het lijk van mijn schoonzuster in zijn bezit heeft.” Dat is inderdaad een zin die mij zin geeft het oeuvre van Willem te herlezen.

Wat je ook kunt als mens, in tegenstelling tot klimop dus, is foto’s op Instagram posten. Dat is een bezigheid die zowel mijzelf in haar greep heeft gekregen als de generatie die mij opvolgt en voorgaat. Mijn dochter post foto’s van chocolade en donuts. Mijn moeder post foto’s van bloemen en wolken, die vaak wonderbaarlijk grillig en schoon zijn. Ik vind het wel stuitend dat zij dubbel zoveel volgers heeft als ik. ‘Eert uw vader en uw moeder. Maar zorgt bovenal dat gij méér volgers hebt op Instagram’: het zou een hedendaagse versie kunnen zijn van het vierde gebod. Maar wie dreunt los uit het hoofd nog zonden of geboden op?

Zelfs het Onzevader is mij ontvallen, stelde ik deze week vast op de begrafenis van de vader van een vriend. Toen het Onzevader hardop werd opgezegd, wou ik vol goede wil meedoen, enthousiast als ik ben. Tot bleek dat ze de woorden achter mijn rug hadden veranderd. Los daarvan was het een mooie uitvaart. Wannes Cappelle zong iets dat tegelijk ruw en teer was. De gewelven van het kerkje waren bleekblauw, wat ik de kleur vind die het dichtst aanleunt bij verrijzenis. Toen we buitenkwamen, scheen het zonlicht genadig. Alsof het echt waar niet gedaan was en de vader van mijn vriend nu veilig in de cloud zat.

Ik dacht aan mijn vader en ik dacht aan de Notre Dame. Ik dacht aan een foto van mijn vader in betere tijden voor de Notre Dame. Die foto postte ik op Instagram. Picus_whippet_boy en 67 anderen vonden dat leuk. Wat ik op mijn beurt niet onprettig vond.

Later die dag las ik een spreuk die voor de verandering niet op een lichtschuwe plek getatoeëerd stond. Ze kwam erop neer dat het leven niet het feestje is dat we hebben verwacht. Maar we kunnen maar beter dansen, want we zijn hier nu toch.

jean-paul.mulders@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content