Van sommige koppels begrijp je niet hoe ze het met elkaar uithouden : man en vrouw verschillen zo dat het een raadsel is wat hen bindt. Er zijn er die beweren dat het antwoord ligt in seks. Maar is het dan met het seksleven van gelijkgestemden maar pover gesteld ?

Jo Blommaert

L aurens is een keurige zakenman, hardwerkend, gesteld op orde en regelmaat. Ook zijn ontspanningsleven is goed georganiseerd, evenwichtig gespreid over sport en cultuur en gesteund op een aantal vaste vriendschapsrelaties. Frieda daarentegen is nonchalant, worstelt elke dag met de klok, slaagt er niet in haar professionele leven uit te bouwen. Heel erg vindt ze dat allemaal niet : ?pluk de dag? luidt haar devies. Haar vrienden komen en gaan, want ?zo is het leven?. Toch lijken de tiptop verzorgde Laurens en de wat extravagant uitziende Frieda zich in het restaurant samen kostelijk te amuseren. Het klikt.

Aan een ander tafeltje zitten Filip en Trees. Ze hebben elkaar tijdens hun studententijd leren kennen en werken nu alle twee in de sociale sector. Beiden zijn politiek geëngageerd en ze delen een gemeenschappelijke liefde voor de tuin. Ze kennen elkaar door en door en wisselen tijdens de maaltijd de laatste nieuwtjes uit. Ze vervelen zich niet, maar echt spetteren doet het nu ook weer niet.

Biedt de relatie tussen zielsverwanten meer kans op geluk dan die tussen tegenpolen ? Klopt het vermoeden dat Filip en Trees straks rustig slapengaan, terwijl dan bij Laurens en Frieda de passie losbreekt ?

Over de vraag of het uitersten dan wel gelijken zijn die elkaar het meest aantrekken, zijn al veel theorieën verkondigd. Zo weten we ondertussen dat het uiterlijk een rol speelt bij het kiezen van een partner, en dat mensen meestal op zoek gaan naar iemand die lichamelijk even aantrekkelijk is als zijzelf.

Wie nu meteen denkt aan dat bevriende koppel bestaande uit een heel charmante vrouw en een boertige man, beseft allicht dat er ook andere aspecten meespelen. Zo zou die man best wel eens over eigenschappen kunnen beschikken die zijn minder aantrekkelijk uitzicht van ondergeschikt belang maken, zodat er toch een soort van evenwicht ontstaat tussen deze partners. Denk maar aan het cliché van de rijke man met de mooie vrouw.

Er zouden nog heel wat andere eigenschappen zijn waarvoor de regel geldt dat gelijken elkaar aantrekken : leeftijd, ras, afkomst, opvoeding, religie… Zelfs gemeenschappelijke attitudes of het hanteren van dezelfde waarden bevordert de toenadering tussen twee individuen. Wie bijvoorbeeld op een receptie kennismaakt met iemand die dezelfde mening heeft over een recent politiek gebeuren of over een film, zal die ander algauw sympathiek vinden. Volgens het tijdschrift Psychologie kan dit fenomeen verklaard worden door het feit dat mensen die onze opinies delen ons het gevoel geven gelijk te hebben en zo ons zelfvertrouwen stimuleren. Wie er een andere mening op nahoudt, zou dan eerder bedreigend overkomen en dus onsympathiek. Psychologie geeft het volgende voorbeeld : als je zelf tegen de doodstraf bent en je ontmoet iemand die daar voorstander van is, zal je wellicht besluiten dat de ander wraakzuchtig en agressief is en zal je er een afkeer van krijgen.

Bij de zoektocht naar een goede partner zou dit mechanisme in een eerste fase voor een selectie zorgen : mensen met tegengestelde opvattingen vallen af. In een tweede fase zou dan tussen de gelijkgezinden verder gezocht worden.

Maar zelfs als op al deze gebieden een gelijke wordt gevonden, dan nog blijft er een heel gamma aan mogelijkheden open. Mensen hebben immers een verschillend karakter, en dan kan de vraag opnieuw worden gesteld : zullen de persoonlijkheden die het sterkst op elkaar gelijken elkaar aantrekken of niet ? Ja, zegt het ene onderzoek, als het over mensen gaat met eenzelfde gevoelsleven : vriendelijke, warmhartige mensen voelen zich tot elkaar aangetrokken. Nee, zegt het andere onderzoek : zelfverzekerde mensen voelen zich aangetrokken door onzekere en omgekeerd.

Je kan er geen peil op trekken. Blijkbaar geraakt de wetenschappelijke wereld er niet uit en is er geen sluitende theorie te vinden. Feit is wél dat er in de realiteit zowel relaties bestaan tussen zusterzielen als tussen tegenpolen. Diezelfde realiteit laat ook zien dat zowel de ene combinatie als de andere vast kan lopen en dat met andere woorden geen enkele formule eeuwigdurend geluk garandeert.

In het boek Liefde is een werkwoord (inmiddels aan een twintigste druk toe bij Lannoo) wijst auteur Alfons Vansteenwegen op het onvermijdelijke van verschillen tussen partners, hoezeer men ook op elkaar gelijkt, en op het even onvermijdelijke feit dat daardoor moeilijkheden ontstaan. Omdat een relatie op zichzelf al moeilijk genoeg is, gelooft hij er niet in dat een relatie tussen érg verschillende partners alleen maar boeiender zou zijn. ?Een goede partnerkeuze is dat men eerst een goede basis van gelijkheid vaststelt op zoveel mogelijk punten. En dat men daarna een aantal verschillen vaststelt die de relatie interessant maken.? Want die verschillen moeten er zijn om het spannend te houden. ?Wie hieraan tracht te ontkomen door een partner te kiezen die hetzelfde denkt en voelt, moet niet verbaasd zijn als in deze relatie al na korte tijd verveling en slaperigheid optreden.?

Vansteenwegen wijst ook op de torenhoge verwachting die mensen vaak hebben bij het begin van een relatie : ?We zullen altijd hetzelfde willen, elkaar volledig aanvoelen, alles tegen elkaar kunnen zeggen, altijd begrepen worden, enz.? Daar kan alleen maar een desillusie op volgen. Toeval of niet, zijn echtgenote Maureen Luyens is net als hij psycholoog en werkt net als hij in het Communicatiecentrum in Lovenjoel (Universitair Ziekenhuis Leuven). En toeval of niet, zij beaamt. ?Mensen moeten realistischer worden. De grootste bron van conflicten in relaties is te vinden in het feit dat men voortdurend aan elkaar gelijk wil zijn. Vandaar dat we in de hulpverlening veel meer het accent zijn gaan leggen op verschillen. Uit mijn praktijk blijkt dat mensen het blijkbaar ontzettend moeilijk hebben om daarmee te leven. Naarmate men een grotere afstand ervaart, voelt men zich onbevredigd in een relatie. Uit onderzoek is inderdaad gebleken dat als sociale achtergrond, interesse, enzovoorts gelijk zijn, de kans op een goede relatie groter is dan als men op die gebieden erg van elkaar verschilt. Maar zelfs met eenzelfde sociale achtergrond of dezelfde studies kan je nog sterk van elkaar verschillen. Het voordeel is dat je dan over meer aanknopingspunten beschikt om elkaar te vinden. Dat maakt het gemakkelijker om van elkaar te verschillen zonder dat het nodig is zich tegen elkaar af te zetten.?

?Stel dat twee mensen een totaal verschillende hobby hebben : de een wil tijdens de vakantie zeilen, de ander wil naar de bergen. Zo’n koppel zou een compromis kunnen sluiten : het ene jaar zeilen, het andere jaar bergen. Dat kan voor beiden verrijkend zijn. Helaas beleven mensen dat zelden zo. Dat verschil wordt een bron van spanningen. Ze beschikken over te weinig mogelijkheden om zich aan te passen of rekening te houden met de ander. Mensen gaan er vaak van uit dat je in een relatie alles met elkaar moet kunnen delen, alles samen moet kunnen doen. Maar dat hoeft niet.?

Betekent dat dat álle relaties kunnen blijven functioneren, als er maar voldoende goede wil is, hoe groot de verschillen ook zijn ? Maureen Luyens : ?Ik denk het wel. Het lukken of mislukken van een relatie hangt niet zozeer af van de mate waarin de mensen van elkaar verschillen of gelijk zijn, maar wel van de bereidheid om rekening te houden met elkaar. Het komt erop aan dat ze voldoende ruimte krijgen voor zichzelf zonder daarom de ander in de kou te laten staan. Vaak zie je dat het misgaat als een van beiden of beiden erg afhankelijk zijn van elkaar. Als het goed voelen van de een uitsluitend afhangt van wat de partner doet of zegt, staat de relatie te veel onder druk.?

?Een relatie doorloopt natuurlijk ook verschillende fasen. In de fase waarin mensen elkaar leren kennen, zien ze vooral de gelijkenissen en gaan ze die accentueren. Maar eens de relatie vaste bodem krijgt, is er een basis die als vertrekpunt dient vanwaar elk een eigen evolutie doormaakt. Dan groeien er twee individuen die af en toe op elkaar kunnen terugvallen, zonder dat de ontplooiing van de een een tekortkoming tegenover de ander hoeft te betekenen.?

Vraag blijft toch of het uitgangspunt klopt dat mensen vooral zoeken naar gelijkenis. Er bestaan toch relaties met grote verschillen die heel passioneel zijn ?

Maureen Luyens : ?Verschil kán een aantrekkingspunt zijn, maar in het begin van een relatie speelt het zich begrepen willen voelen, het aanvaard willen worden zoals men is een heel grote rol. Daarnaast zie je dat dat verschil dat in het begin zo aantrekkelijk was, na verloop van tijd vaak een punt van kritiek wordt. Wat aanvankelijk als een goede eigenschap werd gezien, wordt na enige tijd een verwijt. Iemand die bijvoorbeeld zelf moeilijk contacten legt met anderen en nogal geïsoleerd leeft, kan zich aangetrokken voelen tot iemand die zeer sociaal is. Men projecteert in de ander wat men zelf niet heeft maar zou willen hebben. Aanvankelijk kijkt men naar die eigenschap op, tien jaar later kan die een bron van conflict worden omdat die partner bijvoorbeeld altijd behoefte heeft aan andere contacten en men zichzelf tekortgedaan voelt.?

?Hetzelfde zie je gebeuren op seksueel gebied. In het begin kunnen mensen bijvoorbeeld genieten van een spel : de een wacht af, de vrouw bijvoorbeeld, en hoopt dat de ander het initiatief zal nemen. De vrouw voelt zich begeerd, de man voelt zich een overwinnaar. Later zal diezelfde vrouw misschien denken : hij is daar weer, terwijl de man zijn zoveelste initiatief als een corvee kan ervaren.?

Omgekeerd kan je je afvragen of in een relatie tussen gelijken het risico niet bestaat dat daar vlugger sleur ontstaat, en dat meer bepaald seks saai wordt. De Franse filosofe Elisabeth Badinter heeft het in dit verband over tamme seks. De seksuele relatie van mensen die erg van elkaar verschillen zou veel passioneler zijn omdat daar het verlangen veel groter is om de afstand te verkleinen. En dat kan met seks. Vandaar passionele seks bij grote afstand, tamme seks als men elkaar goed kent ?

Maureen Luyens : ?Om te beginnen : wat is saaiheid ? Als mensen zich goed voelen bij de relatie zoals ze is, is er eigenlijk geen probleem. Sommige mensen hebben af en toe eens een conflict nodig om het boeiend te houden, anderen niet. Anderzijds is er bij elke beginnende relatie een groot verlangen naar elkaar. Als je een relatie begint en elkaar niet goed kent, probeer je elkaar te benaderen. Dan speelt heel sterk het verlangen om begeerd te worden. Maar eens de verovering gebeurd is, neemt dat verlangen af.?

?Verder verschillen mensen natuurlijk ook op seksueel gebied van elkaar. Ook hier weer geldt dat het belangrijk is dat men verschilt, maar dat de verschillen niet te groot mogen zijn. Als de een voor zijn seksuele bevrediging altijd naar seksclubs wil gaan en de ander helemaal niet, dan ligt het voor de hand dat dat tot spanningen zal leiden. Om een meer realistisch voorbeeld te nemen : als de een twee keer per week en de ander twee keer per dag wil vrijen, kan dat ook een bron van conflict zijn, maar deze situatie is al minder problematisch. Je merkt dat paren ook op seksueel gebied elkaar voortdurend aan elkaar gelijk willen maken, terwijl men juist die verschillen van elkaar zou moeten proberen te aanvaarden en minder belang zou moeten hechten aan de normen die vooral maatschappelijk worden bepaald. Zo is voor velen gelijktijdig klaarkomen het criterium om van een goede seksuele relatie te kunnen spreken. Toch hoor ik vrouwen vaak zeggen dat klaarkomen voor hen niet zo belangrijk is om tevreden te zijn. Waarom moet de norm absoluut zijn dat ze moeten klaarkomen ? Maar de een altijd een orgasme en de ander nooit, dat is een bron van frustratie. Maar dat wil niet zeggen dat zo’n paar niet heel goed kan samenleven.?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content