Vijf jaar geleden al werd de tuin van Ineke Greve geroemd om de perfectie van zijn borders. Nu is hij een van de meest volprezen ?nieuwe” tuinen van Nederland. Een hernieuwde verwondering.

Tekst en foto’s : Jean-Pierre Gabriël

In 1981 ondernam Ineke Greve de eerste schuchtere pogingen om een tuin aan te leggen. Het huis, gebouwd in 1640, en de twee hectare weidegrond eromheen vormden een prachtig geheel. Haar liefde voor planten erfde Ineke van haar grootvader. Toen ze klein was, nam hij haar op de stang van zijn fiets mee de natuur in om wilde bloemen te plukken.

?In het begin werkte ik vooral tegen de muren aan met de gebruikelijke planten zoals margrieten en lupinen. Het zat toen al in me, maar mijn man had het erg druk en ik had vijf kinderen groot te brengen. We reisden in die tijd veel. Maar er komt een moment waarop je weer zin hebt om thuis te zijn. Je hebt dan een bepaalde levensfilosofie die erg nuttig kan zijn. Levenservaring en sereniteit zijn noodzakelijk om de ontgoochelingen bij het tuinieren te verwerken. Je moet kunnen wachten.”

Met het jaar evolueerde de tuin van Ineke Greve. Beetje bij beetje werd hij groter. Alle onderdelen zijn stuk voor stuk pareltjes. Je hebt de tuin met de kleine vijver, de moestuin, de platanenlaan, de heggentuin, het theepaviljoen, de border langs het huis, de witte tuin en recenter de wilde weide en de rode tuin. Aan het eind van de jaren tachtig was de tuin van Ineke Greve al mooi tot wasdom gekomen. De borders werden tot voorbeeld gesteld omwille van hun overvloed en hun combinaties van planten en kleuren.

Dat welslagen was ook toen al te danken aan Inekes zin voor perfectie, aan haar nieuwsgierigheid, en aan haar talent om iets zijn plaatsje te geven. Als ze naar een kwekerij gaat (ze bezoekt heel geregeld Noord-Nederlandse specialisten als Piet Oudolf en Coen Jansen), vergeet ze altijd wat ze al weet en laat ze het nieuwe op zich afkomen. ?Ik heb nooit een vast boodschappenlijstje. Ik plan nooit vooraf. Ik beslis ter plekke, terwijl ik door de gangen dwaal en te midden van de planten sta.”

Ze geeft haar tuin nieuwe accenten door op de omstandigheden in te spelen. De pergola van platanen, teruggesnoeid tot een hoogte van drie tot vier meter en met in elkaar gestrengelde jonge takken, is bij toeval ontstaan. De uitbaatster van een kwekerij wist geen raad met de te groot geworden bomen. Ze gaf ze aan Ineke, die ze zo ver moest terugsnoeien om ze in haar jeep te krijgen.

Haar passie voor bolgewassen begon drie jaar geleden. ?Toen ik bij Albert Hein langsliep, gingen alle bolgewassen daar van de hand voor de helft van de prijs. Ik heb ze allemaal gekocht, het waren er duizenden. Het jaar daarop reed ik naar Lisse, ik sprak er met een aantal bollenkwekers, en deed mijn keuze. Thuis stond ik opnieuw voor mijn manden met bollen. Ik moest er een oplossing voor vinden. In Keukenhof zijn ze in strakke, vierkante perken aangeplant. Dat lijkt de gangbare manier te zijn. Maar ik verspreid ze overal : tussen de borderplanten, in de wilde weide, onder bomen.”

Intussen is de maand april voor de bolgewassen zo interessant geworden dat Ineke nu minstens één zondag open tuin houdt. Bolgewassen en veel andere planten zijn voor haar een ideale manier om de bloeitijd te verlengen. Wie met de aanleg van een tuin begint, denkt allereerst aan de beste maanden van het jaar : mei en vooral juni. Dan komt de grote vakantie, en men vergeet de maand augustus en het najaar. Met het aanplanten van eenjarigen en geschikte vaste planten op het einde van de zomer kan je nog lang genieten van bloeiers in de tuin. Zo groeide er bij Ineke aanvankelijk helemaal niets onder de bogen met oude klimrozen, in het gedeelte dat je de tuin van de geuren zou kunnen noemen. Daarom plantte ze er eerst Viola odorata dat eerder bloeit, en dan Scilla om het seizoen te openen. En als de rozen verwelken, komen de clematissoorten.

In de moestuin plantte ze een laan met perelaars, die ooit een bladergewelf zullen vormen. Om de witte bloei van de perenbomen op te volgen, plantte ze tussen elke boom Ipomea, waarop dan weer de bloeiende Cobaea scandens aansluit.

Het is bekend : smaken en kleuren veranderen. Zo is Ineke tot haar eigen verbazing in 1993 van rood gaan houden, een kleur die ze vroeger afschuwelijk vond in borders. De verklaring is eenvoudig : in plaats van her en der wat kleine rode vlekken te voorzien, legde ze een Flame garden (Vlammentuin) aan met rode en oranje bloemen, maar ook met donker en paars blad. Daar staan onder meer bijeen de Rosa moyesii geranium, tal van vaste planten waaronder de heel uitbundige Canna‘s, eenjarigen waaronder drie types Nemophilia, en de Petunia ?Plum Purple”. Maar als eersten in de rij bloeien natuurlijk de rode tulpen.

?Toen ik die rode tuin aanlegde,” merkt Ineke op, ?had ik er geen idee van dat uitgerekend die het langst zou bloeien. Hij is prachtig tot in oktober, met de lange stengels van de rabarber ( Rheum palmatum atrosanguineum) en de late eenjarigen.”

Misschien de grootste evolutie in de tuinfilosofie van Ineke Greve, is de ontdekking van het combineren van planten : ze bekijkt ze als groepen en gehelen. Zo kan ze ze zo goed bij elkaar doen passen. Dat brengt verplantwerk met zich omdat ze zich al eens vergist. Tot haar eigen tevredenheid stelt ze vast dat ze het stadium van de verzamelaar voorbij is : ze is niet langer uit op zeldzame of nieuwe planten waarvan er nog maar een paar exemplaren bestaan. ?Het belangrijkste is een geheel samen te stellen dat me bevalt, of het nu met heel biezondere of heel gewone planten is.”

Het is dus geen toeval dat haar jongste uitbreiding een weide is waar het hele voorjaar bolgewassen, wilde veldbloemen en wilde grassen bloeien. Vanuit het theepaviljoen bekeken, ligt ze tegenover het platanenprieel en wordt ze gedomineerd door een grote duiventil waarvan de houten architectuur mooi aansluit bij de silhouet van het huis. Het geheel, groter dan op het eerste gezicht lijkt, geeft de tuin een nieuwe dimensie.

Na een wandeling via de zorgvuldig aangelegde percelen, de mooi uitgeplante slasoorten en kruiden in de moestuin, de delicate witte tuin en de strikt in de hand gehouden kronkelingen in het buxusbed, kom je op de wilde weide, waar je als het ware even op adem kunt komen voor je de schapenweiden ontdekt. Ook dit nieuwe stuk is er bij toeval gekomen. Een oude muur van natuursteen, typisch voor de streek, zou worden gesloopt voor de bouw van een nieuwe school. Ineke vroeg om de stenen te mogen recupereren, zomaar, zonder vaste plannen. Vandaag vormen ze een muurtje dat de fermenterende composthoop verbergt en de wilde tuin afbakent. Maar er zijn nog andere veranderingen, zonder dat ze meteen in het oog springen. De hoge muur achter de grootste border, die de tuin scheidt van het voorhof, werd verdubbeld. Er staan kleine fonteinen in waarvan de waterstraaltjes uit de stenen lijken te ontspringen. De feeërieke waterorgels van de tuinen in Tivoli, vlak bij Rome, gaven de inspiratie. Ineke Greve : ?Je moet bescheiden genoeg zijn om toe te geven dat je zelf niets of haast niets uitvindt. Wat je wel zelf bepaalt, is de combinatie van al die elementen. Ik zou zelf graag een inspiratiebron zijn voor wie mijn tuin bezoekt.”

Met deze platanen, die een kwekerij dacht te dumpen, vormde Ineke Greve een overdekte laan. Het gebladerte wordt met het jaar steviger. In de lente staat de laan vol bloeiende bollen.

Boven : langs de omheiningsmuur plantte Ineke Greve haar eerste border. Na de klimrozen bloeit de clematis.

Ineke Greve : impulsief tuinieren.

Taxushagen op hun mooist (links). Op de bodem een tapijt van Alchemilla mollis in bloei (linksonder).

Een van de vele soorten snijbloemen (onder).

De moestuin is productief, maar tegelijk een van de mooiste decoratieve elementen in het geheel. De bloemen (waaronder Iceberg-rozen op stengel) groeien tussen de groenten.

De prachtige Campanula takesimana bloeit in de zomer. Het is een van de laatst aangeplante soorten.

De jongste uitbreiding is een wilde weide, met bloeiende bolgewassen in de lente, en daarna inheemse bloemen als margrieten en scabiosa.

Een schitterende Campanula medium Alba.

Verscheidene delen van de tuin zijn eenkleurig wit, rood of geel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content