Waarom vrouwen baas worden
“Het is mooier dan ik dacht, wat ik zag vannacht. De wissel van de wacht, vrouwen aan de macht.” Stef Bos droomde er al een tijd geleden van, 2007 belooft er eindelijk werk van te maken. Van Ségolène over Michelle tot Hillary, leiders worden vrouwelijk. Het leiderschap al evenzeer.
We hebben dan al wat schijnbewegingen achter de rug (vrouwen aan de macht, maar dan wel Thatchergewijs in hun beste testosteronvermomming), de kentering lijkt deze keer reëel : vrouwen mogen meer en meer de lakens uitdelen én tegelijk hun oestrogeen koesteren. Of nog : de eeuwige paradox lijkt op te lossen. En die was hardnekkig tot op vandaag. Koken bijvoorbeeld. Was de huiskok tot nog toe haast altijd vrouw, de chef-kok toch in de eerste plaats man. Was de buurtkapper een vrouw, de haarkunstenaar voor de glamoureuze catwalk een man. De coördinator van het gezin vrouw, die van een hele natie man. Kleuterleider vrouw, hoogleraar man. Een wet die wel in meer domeinen geldt : hoezeer en hoeveel vrouwen aan de basis ook uitblinken, de Olympus bleef gents only.
Het tij lijkt te keren. Over enkele maanden neemt Ségolène Royal misschien als eerste vrouwelijke Franse president (en bovendien moeder van vier kinderen) het Elysée in, Hillary Clinton zet de tanden op elkaar om hetzelfde te doen met het Witte Huis, de Duitse bondskanselier Angela Merkel zit op kruissnelheid, in Chili zwaait presidente Michelle Bachelet gedecideerd de plak, Alaska wordt voor het eerst door een vrouw, Sarah Palin, bestuurd, over de mexican wave van de zelfverzekerde jonge garde Vlaamse vrouwelijke politici zijn al hele kranten en tijdschriften volgeschreven. En nu we het toch over dagbladen hebben – een mannenkordon bij uitstek : sinds kort luistert de Nederlandse krant NRCHandelsblad naar een vrouwelijke hoofdredacteur. Net als het Waalse Le Soir, dat sinds enige tijd Béatrice Delvaux aan het roer heeft. De definitieve ommezwaai ?
“Ik denk het wel”, knikt professor Mieke Van Haegendoren, vicerector van de Universiteit Hasselt en voorzitter van de werkgroep Gelijke Kansen van de Vlaamse Interuniversitaire Raad. “Een ommezwaai die niet meer op zich kon laten wachten : het zijn de eerste lichtingen vrouwen die in de jaren tachtig vrijuit konden verder studeren, die nu beginnen te pieken. En die trend zal aanhouden : de meerderheid hooggeschoolden die nu afstuderen zijn meisjes. Ook het beruchte watervalsysteem waarbij vrouwen gestaag afvallen hoe dichter ze bij de top komen, zie ik afnemen.”
Gewichtheffen
En wat meer is, zoals ook de Amerikaanse ziener-journalist Dan Pink nu wijd en zijd verkondigt : ook het leiderschap op zich wordt vrouwelijker. Van Haegendoren : “Werd dat leiderschap tot nog toe vooral strategisch, binair en strikt verticaal hiërarchisch opgevat, dan is dat nu veel horizontaler georiënteerd. Minder strategisch, meer mensgericht. Minder zwart-wit, meer grijs. Minder schematisch, meer communicatie, meer empathie. En je merkt dat blijkbaar ook mannen zich aangetrokken voelen tot zo’n type management, anders zou iemand als Royal, die bij uitstek zo’n vrouwelijk management hanteert, het nooit tot presidentskandidate hebben kunnen schoppen. De politicus is een ander mens aan het worden. Die van vandaag kun je onmogelijk nog vergelijken met die van twintig jaar geleden. Hoe Bart De Wever onlangs nog berouwvol en licht geëmotioneerd mea culpa sloeg : dat was enkele decennia geleden gewoon ondenkbaar.”
Ook Hedwige Nuyens, zakenvrouw van het jaar 1999, ziet de vervrouwelijking van het leiderschap als een belangrijke katalysator voor het groeiende vertrouwen in vrouwen. In haar boek Waarom vrouwen geen baas worden schrijft ze : “Als je de vraag stelt waarom vrouwen blijkbaar zo weinig meetellen in de geschiedenis, is het antwoord eenvoudig : omdat in de klassieke geschiedenisboeken alleen mannelijke structuren worden besproken. Het is alsof je een toelatingsexamen voor kandidaat-politieagenten zou organiseren met proeven als gewichtheffen en vérspringen. Om er zich vervolgens over te verwonderen dat vooral mannelijke kandidaten de norm halen.”
Genderharmonie
En wat met dat gewapend glazen plafond in de academische wereld ? “Die blijft nog iets hardnekkiger dan elders”, geeft Van Haegendoren toe. “De universiteit blijft nu eenmaal nog een van de meest traditionele organisaties. Kijk naar de faculteit psychologie : maar liefst tachtig procent van de studenten zijn meisjes, maar de hoogleraren zijn grotendeels mannen. Daar is dat glazen plafond stevig. Toch zie ik ook in het academische bastion beterschap komen. Dat zie je al bij kleinere en jongere universiteiten. Bij ons zijn bijvoorbeeld twee van de drie decanen vrouwen. Iets trager dan bij andere organisaties dus, maar ook in de universitaire wereld is de kentering op komst.”
Uiteraard moet nog ijverig aan de weg getimmerd worden, maar het zijn toch de eerste voorzichtige tekenen van een toekomstige genderharmonie. En daar vaart naar verluidt iedereen wel bij. Nuyens : “Het klassieke mannelijke binaire denken heeft geleid tot fantastische verwezenlijkingen op materieel vlak. Als we die willen bestendigen en ons ‘menselijk geluk’ willen verhogen, hebben we nu een ‘vrouwelijk webdenken’ nodig : lateraal denken, gebaseerd op lange termijn.” Allez Ségo !
Door Guinevere Claeys
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier