Ik heb hier nog geen kinderen zien bedelen”, merkt een bezoeker op die oog heeft voor die dingen. Ondanks de grote armoede in New York is het inderdaad iets dat ook ik nog niet heb gezien. In de 19de eeuw was het zicht van horden zwervende, hongerige kinderen, waaronder hele kleintjes, niets ongewoons in de stad. Vandaag moet een New Yorker voor zo’n hartverscheurend beeld naar steden als Sao Paulo of Boekarest. De stad waar de meeste mensen zonder kinderen wonen van heel Amerika, pikt dit onrecht niet meer. New York is kindonvriendelijk, zo wordt vaak gezegd. Dat is waar in sommige opzichten, maar over een op straat aan zijn lot overgelaten schepseltje zullen haar inwoners zich onmiddellijk ontfermen. Daar durf ik mijn hand voor in het vuur steken.

Maar kijk, daar staat een dakloze moeder met haar uitgehongerd baby’tje aan de ingang van de dierentuin in Central Park. “Neem mijn kindje asjeblief”, smeekt ze de voorbijgangers. “Ik kan er niet voor zorgen.” Niemand wil het. Een hooghartig kindermeisje haalt haar schouders op. Een in zijn kunst verdiepte schilder hoort haar niet. Een bejaard stel heeft het te druk met ruziemaken. “Wanneer gaat u de mensen voeren?” vraagt de moeder aan een dierentuinbewaker. Als antwoord houdt hij minachtend een emmer rauwe vis onder haar neus, terwijl hij zegt: “Hier, als het goed genoeg is voor de zeehonden dan is het goed genoeg voor bedelaars.” De vrouw geeft niet op. Ze stapt naar twee yuppies op een bank die zonnereflectoren onder hun gezicht houden. Een van hen snauwt: “Ga uit onze zon.” Een vastgoedmakelaar wordt kwaad omdat ze zijn gsm-onderhandelingen over de verkoop van een flat van 3,4 miljoen dollar onderbreekt.

Schud nog niet het hoofd over hun harteloosheid, want de vrouw is eigenlijk een actrice en haar baby is een pop. Beiden staan niet echt in Central Park maar op het podium van de City Opera, waar ze optreden in de operatrilogie Central Park. In de finale vraagt de vrouw aan het publiek: “Wilt u mijn kind nemen?” Het koor zingt: “We zouden u wel willen helpen, maar als we aan één geven, moeten we geven aan allemaal.” New York is een reddingsbootje, zo zingen ze verder, “de zee is woelig, ons bootje is klein. We hebben geen tijd om te stoppen en een handje toe te steken.” Aan het slot van de opera zijn de vrouw en de baby helemaal alleen in het park.

De opera Central Park is op zijn zachtst gezegd een beetje onnozel. Als een hulpbehoevende moeder echt een dag in Central Park zou staan, dan zouden tal van mensen haar iets toesteken of haar verwijzen naar plaatsen waar ze hulp kan krijgen. Moeders met kinderen staan op de bovenste sport van de daklozenladder. Zelfs de militanten die zich inzetten voor de verbetering van het lot van de daklozen in New York geven toe dat er in geen enkele andere Amerikaanse stad zoveel voorzieningen voor dakloze kinderen zijn als hier. Jonge kinderen die alleen op straat moeten overleven, is in die optiek helemaal ondenkbaar. ” Where’s your mommy?” hoor ik alerte mensen weleens vragen aan kleine kinderen die zich wat te ver hebben verwijderd van de persoon bij wie ze horen. Het is iets instinctiefs. De gevaren zijn niet denkbeeldig. Het gebeurt lang niet elke dag, maar er zijn al incidenten geweest van ernstig psychisch gestoorde daklozen die kleuters meegrabbelen, van kindjes die geraakt worden door verdwaalde kogels, of andere die op het voetpad omver worden gemaaid door veel te snel rijdende taxi’s. Er zijn natuurlijk nog andere zeldzame gevaren zoals de kindermisbruiker, maar die vind je in veel veiliger steden als Kopenhagen ook.

Ik maak bewust dit sprongetje naar Denemarken omdat ik het niet over kinderen in New York kan hebben zonder Anette Sörensen te vermelden. Dat is de Deense vrouw die in 1997 haar 14 maanden oud dochtertje Liv in haar kinderwagen voor een restaurant in de East Village liet zitten, terwijl ze binnen met de vader iets ging drinken. Dit New York zijnde, waren er onmiddellijk mensen die zich ongerust maakten over de alleen gelaten peuter. De politie werd erbij gehaald. Anette en Livs vader werden gearresteerd, gefouilleerd en 48 uren opgesloten. Liv werd vier dagen in een pleeggezin geplaatst.

Voor al haar doorstane smart eiste Anette verleden week 60 miljoen dollar van de stad. “In Denemarken is het de gewoonste zaak van de wereld om baby’s in kinderwagens op het voetpad te laten staan”, zei ze. Misschien. Maar Liv stond op het voetpad van een New Yorkse wijk waar het er soms ruig aan toegaat. De naïeve-toeristentheorie ging niet op: Anette had zelf nog in de East Village gewoond en Livs vader is een 53-jarige Brooklyner. De rechter kende haar 66.400 dollar toe; 6400 dollar daarvan als schadevergoeding omdat de politie haar niet had meegedeeld dat ze bijstand mocht vragen aan het Deens consulaat. Over de resterende 60.000 dollar wil de stad in beroep gaan. De politie heeft de ouders ongetwijfeld te hard aangepakt, maar zijzelf waren ook geen toonbeeld van gezond verstand.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content