Juweelontwerpster Ludmilla Baczynsky verloor haar hart in New York. Eind ’95 opende ze er haar eigen galerie, een ruimte die ze wil zien uitgroeien tot een stichting voor vrouwelijke zilversmeden.

Sarah Reyn / Foto Jan Caudron

De liefde voor kunst zit Ludmilla Baczynsky (31) in de genen. Haar over-overgrootvader, Adolphe Stoclet, bezat begin deze eeuw een opmerkelijke collectie precolumbiaanse en primitieve kunst. Hij onderhield nauwe contacten met de Weense Jugendstil-scène en Joseph Hoffmann ontwierp voor hem het fameuze Palais Stoclet op de Tervurenlaan in Brussel. ?Mijn moeder is in dat huis geboren. Hoewel ik er zelf nooit heb gewoond, ben ik getekend door dat verleden. In mijn ontwerpen voel je duidelijk de invloed van het begin van deze eeuw, van die Weense wereld. Die periode vind ik een van de meest creatieve uit de geschiedenis, zeker op het gebied van architectuur. Toch gaat het verder dan art deco : ik heb in mijn opvoeding zoveel meegekregen, zoveel dingen gezien, interessante mensen ontmoet. Dat probeer je later weer te geven in wat jecreëert.?

Geboren in Zürich uit een Belgische moeder en een Oekraïense vader, groeide Ludmilla op vlakbij Leuven. Na haar studies juweelontwerpen aan de Antwerpse Academie, werkte ze een tijdje in Brusselse ateliers en deed enkele tentoonstellingen. In 1993 kwam ze even naar New York om er een vriend te bezoeken. ?Ik wist dadelijk dat dit dé stad was waar ik wou blijven. Aanvankelijk wou ik alleen een galerie vinden die mijn juwelen en zilversmeedwerk wou tentoonstellen. Maar wat later begon ik met het idee te spelen om een eigen galerie te openen. Ik heb in België mijn collectie verder afgewerkt, en ben in oktober ’93 naar New York verhuisd.?

In het begin werkte Ludmilla in een galerie van hedendaagse juwelen in Soho, rond productie en techniek : ?Ik heb toen veel bijgeleerd, zoals het gieten van metaal, iets wat ik in België bijna niet gedaan had.? Een tweetal jaar later, op zoek naar een eigen galerie, had ze geluk : ?Ik vond een mooie ruimte in een 19de-eeuws gebouw, uptown in 79th street, die ik kon delen met een antiquair. Die trok er vrij snel uit maar bleef gedurende een jaar zijn huur betalen.? In november ’95 opende Ludmilla haar galerie. Ze begon met alleen eigen stukken tentoon te stellen, maar besefte algauw dat het interessant en noodzakelijk was om ook werk van andere juweelontwerpers en zilversmeden te tonen. ?De weinige juweelontwerpers die er zijn, zijn meestal weinig gekend en kunnen een steuntje gebruiken. Hier in de States worden we een beetje opzij gedrukt door grote merken als Tiffany en co, maar ook door fantasiejuweeltjes zonder enige creativiteit. Er is veel te realiseren op dat gebied.?

In mei vorig jaar kwam er ook hedendaagse schilder- en beeldhouwkunst bij : ?Ik had de ruimte kunnen decoreren met reproducties van Franse impressionisten?, zegt Ludmilla lachend. ?Maar het leek mij leuker om andere jonge kunstenaars te tonen. Bovendien contrasteren die moderne werken mooi met het vrij klassieke huis.?

In de galerie vinden we veel ontwerpen van vrouwelijke kunstenaars. Ludmilla’s droom is een stichting te creëren die het werk van vrouwelijke zilversmeden bevordert. ?Het onderscheid dat ik maak tussen mannen en vrouwen, heeft niets seksistisch. Alleen wordt het werk van vrouwen simpelweg minder gezien. De stichting zou hen toelaten hun werk te tonen en zou hen ook financieel een ruggensteuntje geven. Later zou de stichting uitgebreid kunnen worden naar beeldhouwers en schilders. Ik werk eraan, maar het vraagt veel tijd en energie.?

In de galerie ontdek je duidelijk Ludmilla’s achtergronden en gevoeligheden : hier exposeren kunstenaars van alle nationaliteiten en culturen maar met een gemeenschappelijke esthetiek. ?Je vindt een zeker stramien terug in de creativiteit : elegant, geraffineerd, vrouwelijk. Origineel en toch klassiek. Ik hou heel sterk aan traditionele, edele of natuurlijke materialen.?

Naar New York komen, was voor Ludmilla een manier om haar grenzen te verleggen. ?Toen ik mij hierin stortte, wou ik all the way gaan. Door de lat heel hoog te leggen, ontdekte ik verrassende dingen in mezelf. Ik zeg niet dat het hier allemaal rozengeur en maneschijn is. Het is een compleet andere cultuur, alleen zijn de verschillen met Europa zo subtiel dat je er in het begin aan voorbijloopt. Maar ik hou van het leven in New York, van al die verschillende culturen samen. De mensen aanvaarden je, als je bereid bent deel uit te maken van deze stad. Ik heb ondervonden dat New Yorkers openstaan voor nieuwe ideeën, zeker in de kunstwereld. Als je hier een goed idee hebt, kan je een wildvreemde opbellen zonder dat hij de telefoon neergooit. Met een flinke portie lef kan je hier wonderen doen.?

Ludmilla Baczynsky Gallery, 58 East 79th Street, New York.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content