Een aidspatiënte en haar buddy, een pleeggezin met een mentaal gehandicapt meisje, een vzw voor geïsoleerde kansarmen, een zelfhulpgroep voor alleenstaanden op zoek naar nestwarmte : het portret van vier ‘vervangfamilies’.

In tijden van verplichte familiefeesten geldt het dubbel zo hard : je beseft pas hoeveel je familie waard is, als je er niet meer kunt op terugvallen. Als je op Kerstdag geen mens over de vloer krijgt. Als die telefoon zwijgt op je verjaardag. Als moederdag geruisloos passeert. En nooit iemand eraan denkt om jou een verrassing te kopen. In de eindejaarsperiode lijkt alles te koop. Maar familie ligt nergens in de winkelrekken. Gelukkig bestaan er mensen die zo goed voor elkaar zorgen, dat ze haast familie worden. Zomaar, gratis.

Roos en Francine

Roos : “Ik weet dat mijn broer en zus met eindejaar samenkomen om te feesten. Maar ik ben nooit geïnviteerd. Dat doet pijn, ja. Lange tijd heb ik me alleen op de wereld gevoeld, vooral toen Bompi stierf. Hij ontfermde zich over mij en ik kende veel mensen via hem. Na zijn dood viel dat netwerk helemaal weg. Niemand belde me nog. Ik viel in een heel diep zwart gat, tot ik bij vzw Leren Ondernemen terechtkwam, een vereniging die kansarmen er weer bovenop probeert te helpen. Met de tijd is het mijn tweede thuis geworden : we zijn een hechte groep, één grote familie waarbij ik me geborgen voel. Elke dag komen armen over de vloer, hier is altijd volk. In het sociaal restaurant maken we eten, zitten we samen rond de tafel, maken we het gezellig. En we luisteren naar elkaars verhalen. We zijn zodanig op elkaar afgestemd dat we meteen voelen of er iets scheelt als iemand binnenkomt. In elke mens, rijk of arm, zit iets, en dat proberen wij op een positieve manier naar boven te halen. Ik heb Francine binnengeloodst in de vzw. Sindsdien zijn we hartsvriendinnen geworden, bijna zussen eigenlijk. Ik mis haar echt, als ik haar een week niet zie. We engageren ons hier in werkgroepen, en we verdienen hier allebei een centje bij, al doen we het daar niet voor. Het gezelschap telt, en het gevoel dat we niet alleen zijn.”

Vzw Leren Ondernemen, Valkerijgang 28, 3000 Leuven, 016 29 80 72.

Bianca en Annie

Annie : “Al meer dan twintig jaar ontferm ik me over Bianca. Ze is eigenlijk mijn dochter geworden. Mijn echte dochter, die intussen al uit het huis is en zelf kinderen heeft, werkte indertijd in een instelling in Ottignies. Ze vertelde me altijd over Bianca, een mentaal gehandicapt meisje dat daar doodongelukkig in een hoekje alleen zat. Ze nam Bianca om de paar weken mee naar huis. Wij bezochten haar regelmatig in de instelling. Ik herinner me nog hoe ongelukkig en verwaarloosd ze daar was. De kinderen moesten blootsvoets op de ijskoude badkamertegels in de rij staan wachten om gewassen te worden. Het was zo schrijnend, dat ik me samen met mijn dochter over Bianca ontfermd heb, anders was ze verloren. Bianca’s familie kijkt niet meer naar haar om, maar bij mij woont ze fulltime. Mijn man is intussen gestorven, mijn kinderen hebben zelf al een gezin, en ik heb Bianca alleen verder opgevoed. Bianca liep school in het buso, en werkt nu halftime in een bejaardentehuis. Ze is er enorm graag gezien, en ook mijn kleinkinderen zijn dol op haar. Ik ben nu 70 jaar en ooit komt de dag dat Bianca alleen zal willen wonen in een appartementje. Dat besef ik goed. Ik kan niet blijven zorgen voor haar, want ik heb het niet breed. Maar met zo’n schat van een pleegdochter voel ik me rijker dan wie ook.”

www.openthuis.be, 016 25 80 80.

Myrjam

“Alleenstaanden die geen familie hebben om op terug te vallen, hebben het moeilijk. Ik ondervond het zelf : na mijn scheiding zocht ik verwoed naar vertrouwenspersonen om die familieband te vervangen. Het gevaar is dat alleenstaanden zich veel te snel vastklampen aan iemand en te snel een nieuwe relatie willen beginnen. Weet je, vrienden maak je het gemakkelijkst als je je goed voelt. Maar depressieve of eenzame mensen hebben veel harder die vriendschap en dat vertrouwen nodig. Een netwerk van nul terug opbouwen is moeilijk. Daarom wou ik een zelfhulpgroep oprichten voor alleenstaanden die een familieband missen : een hechte groep vrienden, die er zijn voor elkaar en die zich ongedwongen verbonden voelen. Via internet deed ik een oproep en ik kreeg massaal reactie. De groep is er uiteindelijk wel gekomen, maar is intussen uiteengevallen. Ik heb nu zelf een nieuwe relatie en voel me veel beter nu. In onze maatschappij mis ik het groepsgevoel van stammen uit de tropen die als één grote familie leven. Ik heb beseft dat een klein beetje goede wil tonen voor eenzame mensen echt vreugde brengt in je eigen leven. Daarom wil ik mensen blijven helpen die er alleen voor staan. Ik wil ze samenbrengen, maar ik kan dat niet alleen organiseren. Zijn er nog mensen die zich geroepen voelen ?”

Contactgegevens bekend bij de redactie

Geert en Martine

Geert : “Ik ben al een jaar buddy van Martine. Zij is een aidspatiënte, die uit haar land moest vluchten en hier in België moederziel alleen zit, zonder familie. Haar kinderen heeft ze thuis moeten achterlaten en ze heeft er geen contact meer mee. Bovendien heeft ze psychische problemen, is ze arm en werkloos. Hoeveel ik haar zie per week, hangt af van haar lichamelijke en geestelijke toestand. In deze koude wintertijden probeer ik haar een stukje menselijke warmte te geven. Onze band is wat vergelijkbaar met familie : ik loop haar deur niet plat, maar zij weet dat ik er ben als ze me nodig heeft. Dat knusse gevoel mist ze hier in België. Het is van mijn kant geen louter altruïsme : ik ben buddy omdat het me zelf deugd doet om mensen vrijwillig te helpen. Toch probeer ik vooral hulpverlener te zijn, geen vriend. Ik hou bewust wat afstand, ik laat me emotioneel zo weinig mogelijk meeslepen. Dat klinkt rationeel, maar de taak van een buddy is vooral begeleiden, want ik kan mijn cliënte niet 24 op 24 uur bijstaan.”

www.sensoa.be, 03 238 68 68.

Door Thijs Demeulemeester – Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content