Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Op een of andere dag landt u wel eens in Atlanta. Beschouw het dan vooral als een comfortabele uitvalsbasis voor een rit naar Savannah en Charleston, die zoveel interessanter zijn.

Tessa Vermeiren Foto’s : Gerald Dauphin

BEHALVE CNN, THE WORLD OF COCA COLA of een bedevaart naar het graf van Martin Luther King zijn er niet zoveel redenen om langer dan 48 uur in Atlanta te blijven. Of het moest zijn dat u zwaar onder de indruk komt van het feit dat in deze welvarende stad in het zuiden 475 grote Amerikaanse ondernemeningen hun headquarter hebben. Die drukke zakelijke activiteit speelt zich af in de glazen torengebouwen en op de industrieterreinen buiten de stad. De weeldeconcentratie als gevolg daarvan kun je afmeten aan de kapitale mansions in voorsteden als het groene Buckhead. Het hart van die slaapsteden klopt in hoofdzaak in shopping malls als het gigantische Lennox Square en Phipps Plaza, waar Tiffany’s, Cartier, Versace en andere glitter in een nep art-decodecor liggen te glinsteren. Nike, hét symbool van de Just do it-mentaliteit, plantte precies daar in Phipps Plaza, nog voor New York, zijn eerste Nike Town in, een gigantische showcase. Richard Meier bouwde aan Peachtreestreet Midtown het stralend witte High Museum of Art ; de collectie die het bevat, is eerder bescheiden.

Dit is Coca Cola town. The World of Coca Cola, een tempel gewijd aan het beroemde bruine drankje, ligt dan ook in het hart van de stad. Coca-Cola souvenirs zijn er in alle maten en prijzen. Het allerverbazendste is wel het boekje Classical cooking with Coca Cola. Alleen al bij de lectuur van recepten waarin kwistig wordt omgesprongen met kopjes Coca-Cola, Sprite of Minute Maid, draait de maag om van iemand met Europese smaakpapillen.

Rubbing shoulders met mensen als Jonathan Mann en Bobbi Battista in de coffeeshops in het atrium van het CNN-gebouw, behoort tot een van de voornaamste toeristische attracties van Atlanta. Groepjes belangstellenden worden de godganse dag rondgeleid langs de aquariums met eenzijdig spiegelglas waarachter het nieuwsimperium van Ted Turner 24 uur op 24 draait. De mediamagnaat, erfgenaam van een kleine uitbater van een affichecircuit, is hét prototype van de ondernemende zuiderling die zich door cosmopolitische steden als New York en Chicago geen complexen laat aanpraten. De hele wereld lachte hem uit toen hij vanuit Atlanta een televisiestation wilde lanceren, dat zich dan ook nog in nieuws ging specialiseren.

Allicht daalt na de olympische drukte van deze zomer weer de zalige loomheid over Atlanta. Zelfs op het spitsuur is het er doorgaans niet razend druk, en na zes uur ’s avonds loopt in downtown Atlanta geen kat meer over straat. De executives trekken dan de knoop van hun das losser op de modieuze terrassen van Buckhead, en nippen aan een cocktail of knabbelen aan een exotisch maar gezond slaatje. De hele stad heeft iets kunstmatigs : van dat glimmende zakelijke downtown tot de afgeborstelde buitenwijken. Die werden voor een groot gedeelte op het einde van de 19de eeuw ontworpen door landschapsarchitect Frederic Olmsted, die ook Central Park in New York aanlegde. Zelfs nu nog staat er in sommige van die buurten een boete op het niet tijdig gladscheren van grasvelden.

Het begint al op de reusachtige Hartsford luchthaven, dé hub van de Verenigde Staten. Of je nu naar de hemel of de hel wil, je moet altijd overstappen in Atlanta, zegt men in de States. Maar ik krijg toch de indruk dat men op Hartsford zal schrikken als de olympische meute toestroomt. Het tempo bij autoverhuurbedrijven en grenspolitie bijvoorbeeld is niet bepaald berekend op het versluizen van een massa volk.

Op een ontroerende manier probeert Atlanta zijn geschiedenis vast te houden en soms te verfraaien, zoals Margaret Mitchell dat deed in haar Gone with the Wind. Van dat romantische boek worden nog elk jaar over de hele wereld 250.000 exemplaren verkocht. Onlangs nog werden in een kelder ongepubliceerde korte verhalen van Mitchell ontdekt. De manuscripten zouden binnenkort worden tentoongesteld in haar door Mercedes Benz gerestaureerde geboortehuis aan Peach Street. Maar dat brandde een tijdje geleden weer af, brandstichting volgens de pompiers. In de Georgian Terraces, tegenover het Fox Theatre aan Peachtree Street, is het museumpje The Road to Tara ondergebracht. Dit was ooit het hotel waar bij de première van Gone with the Wind de hele cast logeerde en de plek waar de uitgever het manuscript voor het eerst onder ogen kreeg. The Road to Tara was de eerste titel die miss Mitchell aan haar boek gaf. Nu is het een schrijn voor de romantische zuidelijke sfeer van Scarlet O’Hara en Rett Butler. Atlanta heette in 1837 gewoon Terminus : het was een nederzetting aan het eindpunt van een spoorweglijn die in Tenessee vertrok. Zo’n beetje als in de film Whistle Stop Café : een café, een tradingpost en een paar huizen. Voor de aanleg van die ijzeren weg waren Cherokee- en Creek-indianen vermoord en verdreven.

In de Historic Row in downtown Atlanta wordt een didactisch overzicht van de geschiedenis van de stad gegeven. De Burgeroorlog, waaruit Atlanta zakelijk zwaar munt sloeg, wordt verheerlijkt in het Cyclorama. In het Atlanta History Center in Buckhead zijn de attracties een houten boerenhuis met schuren dat vanuit de buitenwijk Druid Hills verhuisd werd naar het domein van de Inham-familie. Die bouwden in de jaren ’20 een neoclassicistische villa met zuilen en frontons van beton, en bibliotheekwanden van multiplex dat het uitzicht van eik kreeg. Amerikaanse toeristen schuifelen zwaar onder de indruk door de salons.

De recente zwarte geschiedenis van Atlanta krijgt dankzij de Olympische spelen nu ook wat meer aandacht. In Sweet Auburn Avenue, dat in de jaren ’30 door Fortune de rijkste zwarte straat van Amerika werd genoemd, is men volop bezig met de restauratie van de Victoriaanse houten huizen in de omgeving van het geboortehuis van Martin Luther King. Zijn graf en het Centre for Nonviolent Social Change, dat geleid wordt door Coretta King, zijn een bedevaartplaats voor zwarte Amerikanen. Marin Luther King III, zoon van de vermoorde mensenrechtenactivist, speelde in de gemeenteraad van Atlanta een beslissende rol toen druk moest worden uitgeoefend opdat een deel van de bouw- en verfraaiingwerken voor de Olympische spelen ook de zwarte gemeenschap ten goede zouden komen. De buurt rond het olympisch stadion wordt verfraaid, en een deel van het personeel werd ook daar gerekruteerd.

In het bescheiden Afro American Panoramic Experience centrum poogt men de oude glorie van Auburn Avenue en haar helden als Martin Luther King en de latere VN-ambassadeur Andrew Young vast te houden. Tot 1960 was die straat de plek waar de zwarte inwoners van Atlanta bewezen dat ze binnen hun eigen gemeenschap goed konden leven. De trots van Black Power. Restaurants, winkels, banken, verzekeringsmaatschappijen, nightclubs gerund en gefrequenteerd door welstellende zwarte burgers. De oudste zwarte krant van deStates, de Atlanta Daily World, is er nog steeds gehuisvest. Auburn Avenue bruiste in die tijd, er was elke avond wat te beleven. Nu ziet de omgeving er een beetje vervallen uit, ondanks de verse laag verf, en bij avond is het er ook niet bepaald veilig. De beter gesitueerde zwarten zijn uitgeweken naar de westelijke suburbs rond Atlanta University.

Vorig jaar werden in Savannah drie films gedraaid en ontelbaar veel commercials. Het bankje waarop Tom Hanks op de bus zat te wachten in Forrest Gump, staat nu in het museum. Iedereen vraagt telkens opnieuw op welk van de 22 pleinen van Savannah de beroemde Life is a box of chocolates-scène werd gedraaid. Het was op Chippewa Square.

De grote sensatie is dat begin 1997 regisseur Clint Eastwood hier begint met de verfilming van Midnight in the garden of good and evil, de non-fiction bestseller die New York hoofdredacteur John Berendt publiceerde na acht jaar wonen in Savannah. Het boek werd al in acht talen vertaald. De halve stad wist dat hij over hen zou schrijven, maar ze hadden nooit gedacht dat het zo’n onthullend boek zou worden. John Berendt vermoedde bij aanvang allicht ook niet dat achter de fraai gerestaureerde muren van dit slaperige zuidelijke stadje dergelijke sordide gebeurtenissen en bizarre personages zaten. Vetes, gekte, passie, moord, afgunst, politieke en juridische intriges. Ze vinden het in Savannah niet allemaal cool dat hun stadje op deze manier over de hele wereld bekendheid kreeg.

?We zijn niet allemaal zo”, zegt het meisje in de museumwinkel van het Owens-Thomashouse. Maar op de vraag of de louche advocaat-barpianist Joe Odom en zijn gekke vriendin Mandy echt waren zoals in het boek beschreven, antwoordt haar collega met een volmondig ja. Als ik later tevergeefs aanklop aan het kitscherig aangeklede huis op Lafayettesquare, dat Odom en Mandy tot ergernis van het historisch genootschap van de stad als een soort privé-museumhuis exploiteerden, slingert er een foldertje voor een rondleiding rond : Good and evil according to Mandy. Mercer House, waar de befaamde antiquair Jim Williams zijn vriendje doodschoot en dat nog steeds bewoond wordt door zijn zus, is nu een haast religieuze halte op elke stadstoer. Of hoe misdaad en decadentie een rustige stad een pikante reputatie kunnen bezorgen.

Wie langs de rechte lanen van plein naar plein slentert in de schaduw van de eiken waar het Spaans Mos van afdruipt, ziet alleen een slaperig stadje waar de esthetiek primeert. In Forsyth Park werden de prullenbakken in de grond ingegraven om het idyllische uitzicht niet te verstoren. Savannah werd zowel door Le Monde als door Condé Nast Traveller uitgeroepen tot mooiste stad van de States, en dat schreeuwen ze daar dan ook van de daken. Maar het is ook een levendige stad. Op River Street en Factors Walk werden de oude katoenpakhuizen langs de Savannah River omgebouwd tot winkels, restaurants en cafeetjes, en ze bruisen van de energie. Langs de rivier vind je in hoofdzaak toeristen, het plaatselijke jonge volk zit op City Market in het hartje van de stad of in een van de gezellige bars langs Bay Street. In de betere visrestaurants van Riverstreet mengen zich ’s avonds heren in smoking en jongedames in cocktailjurk tussen de netjes maar niet overdreven opgeklede toeristen. Debutantenbals, grote feesten waar je moet gezien worden en waarvoor de uitnodigingen worden afgewogen, zijn belangrijk. Savannah geniet volop van het leven en gaat niet vroeg naar bed.

Maar die van Savannah zijn in het weekend wel vroeg uit de veren om naar de brede zandstranden op TybeeIsland te trekken. De rit ernaartoe door de moerassen en kreken van Wilmington Island is een attractie voor vogelaars. Veel minder deftig dan de stad zelf is Tybee Island. Kleurrijk chaotisch bijwijlen, maar gezellig met de houten strandhuizen en de garnaalboten die afgemeerd liggen in de kreken. Op deze eilanden voor de kust leefden de eerste kolonies vrije zwarten in Georgia. Ze kregen hun vrijheid in ruil voor in de Burgeroorlog bewezen diensten.

In Atlanta vragen ze bij een kennismaking : ?Wat doe je”, in Savannah : ?Wat drink je ?” Maar in Charleston, South-Carolina, vragen ze eerst wat je ouders doen. In Charleston zijn stamboom en familiekapitaal inderdaad nog steeds van groot belang. Als je over de Battery wandelt, hangt rond de statige drie verdiepingen hoge herenhuizen met brede schaduwrijke loggia’s de geur van olde money. De huizen hebben geen grote tuinen en ze zijn aan de East Battery met hun zijgevel naar de zee gebouwd, op de South Battery zitten de loggia’s vooraan, zodat elk verfrissend zeebriesje opgevangen wordt. Ze lijken zich ook niet te bekommeren om de koetsen of toeristentreintjes die traag voorbijsjokken.

Bont en hout uit het binnenland werden vanuit Charleston overzee verscheept, ook rijst en later katoen. In 1720 lagen al 200 zeilschepen op de rede op vracht te wachten. De wufte planters van Charleston vonden het leven op hun plantages in de moerassige laaglanden veel te hard in de zomermaanden. Hun uit West-Afrika en de Cariben afkomstige slaven wisten wel weg met de teelt, zodat zij zich van mei tot laat in de herfst konden overgeven aan het drukke societyleven in de stad.

Die genietersmentaliteit is blijven hangen. Waar elders in de States vind je een winkel waar rookwaar en sterke drank worden verkocht, met als slogan : ?Wie niet rookt en niet drinkt, wordt hier de deur gewezen” ? In East Bay Street rijgen de restaurantjes zich aan mekaar. Eind april houdt Charleston een open-huizen-en-tuinen-dag. Dan stromen de kenners toe om een glimp op te vangen van het raffinement dat in het Amerika van opulente shopping malls en hamburgertenten heel exotisch geworden is.

?Europese toeristen komen hier nauwelijks”, hoor ik in de museumshop aan Meetingstreet. Maar ook een paar Amerikaanse kennissen die ik achteraf over de telefoon enthousiast over Charleston vertel, komen uit de lucht vallen. ?We passeren er soms, maar we zijn er nog nooit gestopt”, zeggen ze. Wie zou ook vermoeden dat naast de supersaaie Interstate Highways dit soort pareltjes bewaard is gebleven ? Uit armoede weliswaar. Charleston gaf in 1861 de aanzet tot de Burgeroorlog en gaf zich pas als laatste over, en daarna was het ?te arm om zijn gevels te schilderen”, maar ook ?te trots om ze gewoon te witten”. De Rainbow Row op East Battery, de talrijke steegjes met kasseien, de oude markthallen, de prachtige landgoederen buiten de stad, zoals de Magnolia Plantation van de Drayton-familie en de uitgestrekte tuinen van Middleton Place, je komt tijd en ogen te kort in Charleston om alles te zien. De Boone Hall Plantation toont de andere kant van de medaille : een slavenstraatje, een van de weinige die bewaard gebleven zijn in zuidelijk Amerika. De zwarten op deze plantage vervaardigden tegels en dakpannen voor de rijkelijke huizen in de stad. Charleston was ook de belangrijkste aanvoerhaven voor slaven in Amerika : op sommige dagen werden er halverwege de 18de eeuw tot 1000 slaven verhandeld.

Dit zuiden is tegelijk het land van de zwarte miljonairs en van obscure groeperingen als de Ku Klux Clan. Nog steeds. Ook al is het straatbeeld en het zakenleven op veel plaatsen overwegend zwart, sociaal blijven blank en zwart in twee gescheiden werelden, met bijvoorbeeld aparte debutantenbals. De zwarte geschiedenis van de zuidelijke staten is er een van pijn, daar valt niet aan te ontkomen.

Downtown Atalanta, eind april op een werkdag om twee uur ’s middags : volmaakte rust.

Links : Sweet Auburn Avenue kreeg ter gelegenheid van de Spelen ook een extra laagje verf. Rechts : Het oude station Terminus, de plek waar de oorsprong van de stad lag. Onderaan : Coca Cola World, waar alles om draait.

Midden links : In Battery Park bij de kiosk trouwen de blanke welgedane inwoners van Charleston. Midden rechts : de zwarte geschiedenis van Charleston is er een van pijn.

Boven : Mercer House in Savannah, de plaats van dé misdaad. Onder : 22 pleinen zijn er in deze stad, allemaal even groen. Rechts : Tybee Island, een populair strand zonder pretentie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content