Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

De jongste weken stonden de kranten en tijdschriften vol over spectaculaire wetenschappelijke ontdekkingen die het mogelijk maken dat onze cellen niet meer moe worden met het verouderen en zich in jeugdig hoog tempo blijven delen en ons dus verjongen. Nieuwe organen, ter vervanging van versleten of zieke exemplaren, zullen gekweekt kunnen worden door het combineren van menselijk DNA met lege dierlijke cellen. Spieren zullen weer kunnen aangroeien. Dat zou met andere woorden op lange termijn, zeer lange termijn dan, kunnen betekenen dat het leven eindeloos verlengd kan worden. Dat veel kwalen en kwaaltjes van de aardbol kunnen verdwijnen. Nu zijn er al heel wat designer-pillen voor veel voorkomende maar niet levensbedreigende mankementen: een Prozac voor het egale humeur, een Viagra voor de nooit falende erectie of het steeds intensere orgasme, een Xenical om de overtollige kilo’s kwijt te raken en toch lekker door te kunnen vreten… Kortom, het menselijk lichaam gaat steeds meer lijken op een fijngetunede machine die mits gesofisticeerd onderhoud en de aangepaste ingevoerde chemische processen precies zal doen wat wij willen. Tenminste, voor wie zich dit allemaal kan permitteren, en dat zijn uiteraard in de eerste plaats de welgestelde burgers in het rijke westen.

Kwalen als ondervoeding, diarree en malaria, eigen aan derdewereldlanden, zijn nog steeds niet uit de wereld geholpen. En mij dunkt dat daar niet zo’n spectaculaire wetenschappelijke inspanningen voor nodig zijn. Wel geld natuurlijk, en mankracht, uit rijke landen om er met man en macht tegenaan te gaan. Is het toevallig dat het aantal aidsdoden in het westen de laatste tijd sterk daalt, terwijl de besmetting met het HIV-virus in derdewereldlanden nog steeds spectaculair stijgt? Kwestie van prioriteiten?

Overigens is het ook wel de moeite waard om even stil te staan bij de gedachte hoe zo’n eindeloos verlengd leven er zou moeten uitzien. Want het is niet omdat je hart feilloos functioneert gedurende meer dan 100 jaar dat je geen hartenpijn meer zal kennen. Het is niet omdat je lever eindeloos kan regenereren, dat er geen verdriet meer te verdrinken zal vallen. Het is niet omdat je ononderbroken in staat zal zijn de liefde te bedrijven of oneindige reeksen orgasmes te hebben, dat je op een eerlijker en respectvoller manier zal omgaan met de mens die geborgenheid zoekt in je armen.

Misschien is een langer, intenser en actiever leven, met een als een robot functionerend lichaam dat maar niet wil opgeven, voor veel mensen wel een ware hel. Bij de Franse uitgeverij Actes Sud verscheen in 1981 een dun boekje met als titel Notre besoin de consolation est impossible à rassasier (onze nood aan troost is onverzadigbaar), de Franse vertaling van het geestelijke testament van de Zweedse schrijver Stig Dagerman, die in 1954 op 31-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Een leven lang verlangt een mens naar troost, volgens hem. Wij blijven immer zoeken, onze absolute honger valt niet te stillen. Voor veel mensen groeit dit tot een ondraaglijke pijn die duurt zolang het leven duurt. Ze zoeken troost bij geliefden, in hun werk, in de natuur, in de filosofie, in het geloof. Maar de zin van het leven vinden ze niet. Niet weinig mensen geven voortijdig op en maken, zoals Dagerman, een einde aan hun leven.

Het komt mij voor dat het soort troost waarover Stig Dagerman het heeft ook niet te vinden is in een gladde huid, een feilloos pompend hart, een kunstmatig geïnduceerd egaal humeur of mechanisch functionerende geslachtsorganen.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content