Auberge Tangaro, niet ver van Essaouira, is een feeërieke uitvalsbasis voor een duik in de smeltkroes van culturen die deze Marokkaanse streek te bieden heeft. Jimi Hendrix en Orson Welles gingen u voor.

Wie kiest voor dit avontuur, kan vanuit Essaouira meerijden met een blauwe grand taxi: een oude Amerikaanse slee of een krakkemikkige Mercedes, die pas vertrekt als hij vol zit. En een volle taxi betekent hier een volle taxi: vijf volwassen personen, een paar kinderen tussen de knieën of op een beschikbare schoot, en de schaarse vrije ruimte wordt verder vakkundig opgevuld met bundels munttakken, zakken aardappelen en oude stoffen suikerzakken opgevuld met Allah-weet-wat-allemaal. Na een ritje van een kwartier mag je je er weer uit wringen en het laatste deel van de weg kan je te voet afleggen, tenzij het geluk je toelacht en er achterin een kreunende en steunende bestelwagen nog een plaatsje vrij is. Toegegeven, je kan het hotel ook bereiken door een gewone taxi te nemen vanuit de aantrekkelijke cultuurstad Essaouira, maar dan mis je wel een mooie prelude op het verblijf in dit aparte hotel.

Auberge Tangaro is een ideaal hotel voor reizigers die uitgekeken zijn op weer eens een clean en sfeervol viersterrenhotel waar pinguïnmannetjes je knipmesgewijs ten dienste staan. Dit hotel biedt sfeer, niet in het minst omdat er geen elektrische verlichting is en je je bij het invallen van de duisternis wel moet behelpen met kaarslicht. Een lichtbron die overigens voor deze plek geschapen lijkt te zijn. De onrustig flakkerende vlam streelt de kleuren en benadrukt de ietwat mysterieuze, ongedwongen atmosfeer. De sfeer is overigens hun absolute troef, al is ook de bediening verzorgd en zijn de maaltijden heerlijk.

Het handvol woningen van één étage lijkt langzaam rond de stenen boerderijwoning te zijn gegroeid. Er zijn slechts een dozijn kamers, die zo zijn ingedeeld dat elk vertrek zijn discretie bewaart; als losstaande huisjes zijn ze van elkaar afgeschermd. Veel meubels zijn er niet, maar de meeste kamers hebben een open haard – toch wel essentieel in dit woestijnklimaat – en ramen die het zinderende landschap, dat zich glooiend uitstrekt over de duinen naar de zee toe, omkaderen. Een uitzicht dat zich nog grootser aan je ontplooit vanop het terras, waar je kunt genieten van mierzoete thee met verse muntblaadjes. De zachte gele en lichtbruine kleuren naast de blauw-witte combinatie geven het hotel een uitgesproken vakantiegevoel.

Auberge Tangaro is ook populair bij gezinnen uit Marrakech, die hier regelmatig komen als de temperatuur in de stad ondraaglijk wordt. De aanhoudende wind, die deze streek het hele jaar door in zijn macht lijkt te hebben, zorgt niet alleen voor de soms noodzakelijke verkoeling, maar is ook gerenommeerd onder de surfers. Een natuurfenomeen dat het strand omtovert tot een stofwolk, en in de drukke soek de djellaba’s doet opwaaien.

Een plaats die door de eeuwen heen is aangeraakt door verschillende culturen – aangespoeld via de enorme zeehaven – is een ideale voedingsbodem voor verhalen en mythes. Zo’n verleden heeft de cultuurstad Essaouira. Zij werd gesticht in de achttiende eeuw op de site van de Portugese stad Mogador door Mohammed ben Abdullah, die een Franse architect inhuurde om de indrukwekkende stenen citadel, de hoge ommuring langs de zee en de knusse soeks te bouwen. Abdullah lokte daarna joodse, Franse en Engelse handelaars naar de stad en met hen leefde de handel in thee en textiel op, in ruil voor exotische goederen als struisvogelveren, ivoor en goud die vanuit de sub-Sahara kwamen. Op haar hoogtepunt was zij de machtigste haven van Marokko met een zeer florerend scheepsverkeer tussen Manchester en Mogador. Een kruispunt van grote handelsactiviteit, die de stad deed uitgroeien tot een culturele smeltkroes.

Vandaag is Essaouira een witgekalkt vissershaventje met meer charme dan handel. De geuren leiden je door de soeks. Op het centrale plein staat een standbeeld van Orson Welles, die hier, nadat zijn budget om in Venetië te filmen opgesoupeerd was, met zijn crew neerdaalde om de film Othello in te blikken op de stadswallen. Welles vroeg aan de plaatselijke ambachtslui om wapens te maken van blik en metaal en filmde in stomende badhuizen.

Tegenwoordig bieden de winkels voorwerpen aan uit de kleverige, donkere houtsoort van de oude thujaboom, die typisch is voor deze kuststreek. Deze bomen zijn ook zeer geliefd bij de geiten, die ze gebruiken als klimrek. Ietwat onhandig kruipen ze op de onderste takken om de bladeren te eten. Een vreemd schouwspel: bomen versierd met geiten langs de kustweg bij zonsondergang.

In het kleine dorpje Diabat, vlakbij het hotel, zie je nog sporen van een meer recente culturele invasie. Op de lemen muren kan je dromerige taferelen zien met grootse regenbogen en palmbomen en kinderen lopen er soms – heel on-Marokkaans – kleurrijk bij, als jonge volgelingen van de summer of love. In de jaren ’70 hebben hippies hier hun tenten opgeslagen en zelfs dé westerse gitaarmythe Jimi Hendrix heeft een tijdje deel uitgemaakt van de in de ogen van de plaatselijke bevolking toch wel heel vreemde commune. Volgens de poplegende heeft hij hier Castles in the Sand geschreven, nadat hij een bezoek had gebracht aan de ruïnes van een paleis op het strand bij Tangaro.

Info: Auberge Tangaro, Quartier Diabat B.P. 8, Essaouira, Tel. (00-212-4) 78.47.84 of (00-212-4) 78.57.35.

Thomas Bouman / Foto’s Sven Everaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content