Ook de handel in vintage design is onderhevig aan trends die verbazend goed aansluiten bij het hedendaagse design. Lenz Vermeulen en zijn kompaan Thierry Anrys, die met hun internethandel een internationale reputatie hebben opgebouwd, weten er alles over.

Hoe jong de handel in vintage design ook is, toch merk je nu al duidelijke trends die ontegensprekelijk hedendaagse designers beïnvloeden. Dat is ook de interieurmagazines niet ontgaan, die publiceren almaar minder minimalistische interieurs. Ze focussen op kleurrijke decors vol speelse objecten uit het nabije verleden. Het gaat om interieurs waarin blitse meubelen uit de jaren zeventig broederlijk naast ontwerpen van Studio Job of Marcel Wanders staan. De handelaren in vintage design oefenen wellicht zelf de grootste invloed uit op het interieur, want ze speurneuzen naar objecten of stijlen waar niemand oog voor heeft. Bijgevolg lijkt ook de handel in vintage design meer en meer onderhevig aan trends. Bovendien evolueert ook het handelsmechanisme. In Gent, Brussel en Antwerpen mogen er dan wel vrij veel designantiquairs actief zijn, maar vintage verkopen gebeurt vooral via het internet. Dit was voor de verkoop van oudheden tot voor enkele jaren zo goed als ondenkbaar. We polsten de de-signantiquairs Lenz Vermeu-len en Thierry Anrys, die be-ter bekend zijn in het buitenland dan bij ons.

Hoe kwamen jullie er toe om louter via het net te verkopen ?

Lenz : Dat is een relatief recente evolutie. Ik had ooit een winkel in de Antwerpse Kloosterstraat, maar het net werd steeds belangrijker, sommige mensen onderschatten dat. Er wordt meer en meer via deze weg gecommuniceerd. Dat is vooral sinds een tweetal jaar zo. Vroeger draaide de handel via net niet zo goed, nu wordt iedereen het gewoon. In één maand hebben we gemiddeld 170.000 bezoekers op onze site. In een winkel is dat ondenkbaar. We hebben ook een mailinglist van meer dan 7000 mensen die zich hebben laten registreren. Telkens als de collectie wordt vernieuwd, krijgen ze een bericht. Met een winkel werk je lokaal, met mensen uit je stad. Wij bereiken vooral het buitenland, we worden geconsulteerd door decorateurs, particulieren, verzamelaars en handelaren.

Je merkt het inderdaad dat er steeds meer antiek via het net wordt verkocht. Maar dat houdt risico’s in : elk object is min of meer uniek en veel stukken zijn bijvoorbeeld gerestaureerd.

Thierry : We zijn van in het begin gaan investeren om een ‘propere’ site te krijgen met betere stukken, zodat het geen rommelwinkel wordt. Alles wordt perfect gefotografeerd en duidelijk beschreven. Ook de eventuele slijtage wordt vermeld, we zijn dus door en door transparant. Anders werkt het niet.

Lenz : Wie vintage koopt, weet meestal ook direct over welke stukken het gaat, ze kunnen die afbeeldingen dus ook goed inschatten.

Zijn de beschrijvingen van vintage design op het net betrouwbaar ?

Lenz : Er wordt inderdaad met namen gegoocheld. Je merkt ook veel verkeerde toeschrijvingen op, allemaal om de aandacht te trekken. Ze gebruiken ronkende namen om iets aan te prijzen, terwijl het object daar niets mee te maken heeft. Het komt bijvoorbeeld voor dat een tafel van Wim Rietveld wordt aangeprezen als eentje van Friso Kramer omdat hij beter en duurder in de markt ligt.

Thierry : Voor nauwkeurige beschrijvingen is het natuurlijk van belang dat je je goed documenteert. Op het net vind je vrij veel informatie, maar die is lang niet altijd even correct. De beste info komt uit oude publicaties, magazines of catalogussen, maar die zijn dan weer moeilijk te vinden.

Thierry : We merken die bewegingen inderdaad, maar in verschillende richtingen. De belangstelling voor Deense teakhouten meubelen is bijvoorbeeld minder dan enkele jaren geleden, maar die markt blijft wel bestaan. Enkele desig-ners blijven erg in trek, zoals Poul Kjaerholm, Hans Wegner en Finn Juhl. Terzelfder tijd groeit de belangstelling naar iets jonger design met meer decoratieve waarde, zoals salontafels van Willy Rizzo.

Lenz : Als je in Parijse interieurs komt of bij Parijse handelaren binnenstapt, merk je meer en meer een mix van meubelen en objecten uit allerlei perioden. Je ziet bijvoorbeeld klassieke meubelen, gecombineerd met een chroomstalen tafel. Dat was een paar jaar geleden niet zo.

Thierry : Steeds meer decorateurs experimenteren met stijlen door elkaar. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de design van Maria Pergay, die nu in klassieke interieurs wordt getoond. De Italianen hebben altijd al design laten zien in oude palazzi. Ook voor de materialen is er een verschuiving merkbaar. Glanzend metaal, zoals koper en chroom, is in en hout verliest wat terrein. En vintage uit de jaren tachtig zie je inderdaad meer en meer.

Lenz : Klassieke vintage uit bijvoorbeeld Denemarken is niet zo zeldzaam. Ter plekke kun je daar nog vrij veel vinden. Niet altijd topstukken, maar toch. Zo’n salontafel van Rizzo met een ingebouwde bar of ijskast is echter veel zeldzamer.

Wat met het Nederlandse design uit de jaren vijftig en zestig ? Groeit daar de internationale belangstelling voor ?

Thierry : Daar bestaat een markt voor, zeker in het buitenland. De meubelen van Rietveld, Kramer en Braakman zijn gezocht. Dat publiek houdt ook van de meubelen van Jean Prouvé, die echter veel duurder en onvindbaar zijn.

Lenz : Het voordeel is dat die Nederlandse markt goed is gedocumenteerd. Dat helpt voor de uitstraling. Hou er rekening mee dat mensen bij voorkeur iets verzamelen op basis van betrouwbare informatie.

Thierry : Als je over een bepaalde desig-ner stukken en biografische informatie samenbrengt en daar bijvoorbeeld op het internet een portret van maakt, dan ben ik er zeker van dat de waarde van die objecten gaat stijgen.

En het Belgische design uit die periode ? Zoals de meubelen van Willy Van Der Meeren en Alfred Hendrickx ?

Lenz : De laatste tijd is er veel onderzoek rond gebeurd, denk maar aan de tentoonstelling over Willy Van Der Meeren in het Atomium. Dat is belangrijk. In Antwerpen en Brussel spant zich een aantal handelaren en verzamelaars in om de Belgen internationaal te promoten. Van Der Meeren is al een internationale naam.

Thierry : Die hetzelfde publiek aanspreekt als Jean Prouvé. Net als van Prouvé waren de meubelen van Van Der Meeren kleine producties. Ze zijn dus zeldzaam en gezocht. Ook Alfred Hendrickx breekt door in het buitenland. Maar bij hem is het probleem dat er minder documentatie te vinden is. Een tentoonstelling over zijn werk zou zeker helpen.

Moet een stuk design per se een naamkaartje hebben ?

Thierry : Dat hoeft zeker niet, een meubel mag best anoniem zijn. Het gaat om de uitstraling. Een goed stuk moet ‘iets’ hebben. Zelfs ontwerpen van bekende designers zonder die uitstraling interesseren ons minder.

Wat is er momenteel gezocht als meubel of interieurobject ?

Thierry : Veel mensen zoeken naar verlichtingselementen, maar die zijn relatief zeldzaam, zeker de stukken uit de jaren vijftig en zestig. Die belangstelling is trouwens niet nieuw, in het buitenland wordt al lang gezocht naar bijvoorbeeld Italiaanse lampen uit de jaren vijftig.

Lenz : Ook salontafels zijn gezocht, en lage dressoirs. Zitbanken zijn ook in trek. Onze voorkeur gaat naar lederen banken, omdat ze kwalitatief beter zijn en gemakkelijker te onderhouden.

Thierry : Stoelen verkopen het best, vooral in grote sets. Iedereen heeft immers stoelen nodig. Er is ook een grote belangstelling voor industriële stoelen van bijvoorbeeld Friso Kramer.

En de heruitgaven ? Krijgen die ooit dezelfde waarde als de vintage uit de tijd ?

Lenz : Enerzijds merken we dat de belangstelling voor de heel klassieke stukken wat afneemt, zodra de designfabrikanten er heruitgaven van op de markt brengen. Veel mensen kopen die. Echte verzamelaars zweren echter bij het origineel. De heruitgaven zullen wel een zekere waarde behouden, maar niet zoals de oude stukken. Het verschil is groot.

Thierry : De imitaties uit China krijgen nooit waarde.

Speelt de staat een rol ?

Thierry : In het beste geval is een stuk volledig bewaard. De originaliteit helpt zeker de waarde te bepalen. Wij laten zoveel mogelijk origineel, maar soms moet er wat worden gerestaureerd. Het is belangrijk dat je dit laat weten. Bovendien willen de mensen hun aankoop ook echt gebruiken. Vintage design is niet bestemd voor een museum.

Voor meer informatie : www.furniture-love.com en www.city-furniture.be

Door Piet Swimberghe Foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content