Terreur-couturiers, grensoverschrijders, schoonheidsfilosofen, modekunstenaars en vinnige causeurs. Of zien we het verkeerd? Het onderzoek naar Viktor & Rolf in drie stappen.

1. Een subjectief profiel

Iedereen heeft een mening over Viktor & Rolf. Men zegt: moeilijk, cryptisch, afstandelijk, ironisch, vergezocht, de nieuwe kleren van de keizer. Men zegt ook: onwerelds, enigmatisch, sprookjesachtig, subliem en gesublimeerd, explosief, kleren voor een echte keizerin. Zelf beweren ze niet te weten welk imago ze bij anderen hebben, maar ze zijn wel blij met de steeds groter wordende aandacht voor hun werk, vooral als ze foto’s met hun kleren in Vogue zien staan.

Wij houden veel van Viktor & Rolf, en ook wij kunnen niet precies zeggen waarom. Probeer in één volzin uit te leggen waar ze voor staan, en je komt in moeilijkheden. Wat wel meteen duidelijk is: ze denken na en doen ons dus ook nadenken, en dat is een discours dat in het huidige modeklimaat zeldzaam is geworden. Er zijn andere ontwerpers die bij ons hetzelfde gevoel oproepen ( Martin Margiela, Comme des Garçons, Bless, Carol Christian Poell), maar zelfs die stippelen voor zichzelf niet zo’n grillig, eigenzinnig parcours uit als Viktor & Rolf.

Viktor & Rolf doen koppig hun eigen ding, maar weigeren zich te laten verbannen naar de zijkant, naar de obscuriteit. Mocht hun werk al lijken op maniakale, wereldvreemde huisvlijt, dan weerhoudt het hen niet hun creaties op een dramatische, theatrale manier onder ieders neus te duwen, via bewegende of stilstaande beelden, defilés, installaties, statements en gelimiteerde objecten. Hun kleren lijken experimenten, accidenten soms, nog niet helemaal afgewerkt uit Viktor & Rolfs modelaboratorium ontsnapt. Of levensgrote mutaties. Maar immer indrukwekkend, en in de meeste gevallen mooi, hoewel het altijd even wennen is. Viktor & Rolf doen ons glimlachen, niet uit spot, maar omdat ze ons doen genieten, want ze zijn niet zuinig. Een stuk van Viktor & Rolf vult alle hoeken van het beeld, en ze doen alles om een idee te materialiseren, ermee te communiceren in plaats van het suggestief en ijltjes aan te stippen. Hun kleding is het grove werk, in your face, en tegelijk bezaaid met intrinsieke details, nepen, drapages, inkepingen, scheuren, vouwen en moulages, van erg klein tot erg groot. Hun benadering is droog en conceptueel, een werkwijze waarbij ze zelfs de toevalsfactor incalculeren, maar zit ook vol venijnige humor, soms enkel gesmaakt door of gericht op kenners. En het draait, belangrijk, ook om glamour, want Viktor & Rolf zijn eigenlijk nog steeds kleine jongetjes, het soort dat vol verwondering en met open mond naar de modellen in de damesbladen van hun moeder kijkt, eerst misschien Burda en Libelle, later Vogue en Cosmopolitan. Ze lijken escapistische outsiders die vanuit een bar en grauw landschap koppig hun eigen universum scheppen waar wel alles fonkelt, schittert en glimt, waar alle meisjes op hoge hakken lopen en elke beweging grandeur en tragiek heeft.

Dat ze sinds jaren samenwerken met fotografe Inez Van Lamsweerde is geen toeval: beiden analyseren graag het gevoel van glamour, schoonheid en aspiratie en beiden leveren veelgelaagde beelden af die men als kritisch of ironisch kan lezen, maar die evengoed als oprechte hommages aan hun gezamenlijke idolen en voorbeelden kunnen gelden, van Yves Saint Laurent tot Guy Bourdin en andere late-seventies-namen als Scherrer, Kansai Yamamoto en Nina Ricci.

Hoe het ook zij, Viktor & Rolf houden van stapelen: ideeën, standpunten, emoties, knip- en naaitechnieken, allemaal verwerkt in één enkel silhouet. Soms van het goede te veel, hoewel wij dat blijven verkiezen boven te weinig. Hoe omschrijven Viktor & Rolf zelf hun werk? Doodgemoedereerd: “Zelfexpressie.”

2. Cv in vijf stappen

1. Academie Arnhem

Viktor Horsting en Rolf Snoeren ontmoetten elkaar op de modeacademie van Arnhem. Twee, in hun woorden “gewone Nederlandse jongens”, net geen tieners meer, aan het fantaseren met paspoppen, patroonpapier en rollen stof. “Indertijd gingen we halfjaloers naar de eindejaarsshow van de Antwerpse Academie kijken”, weet Rolf nog. “We vonden het daar veel professioneler. Maar we hebben er allebei geen seconde spijt van dat we in Arnhem gestudeerd hebben. We kregen er stimulans en de mogelijkheid ons te ontplooien. Maar dat we nu nog steeds een typisch Arnhem-product genoemd worden, vind ik een foute redenering. We zijn onszelf. Het stoort ons ook dat we nog altijd als ‘heel Nederlands’ omschreven worden. Het maakt niet uit waar je vandaan komt. Maar ik weet wel dat foto’s van onze collecties nu nog steeds op het prikbord aan de ingang van de Arnhemse Academie hangen, en dat is leuk. Eigenlijk hebben we allebei het gevoel dat we de academieperiode nooit afgesloten hebben. We experimenteren nog steeds op dezelfde manier als toen.” Lopen Viktor & Rolf dan nog steeds school? “Ja. Op onze eigen school.”

2. Hyères

Rolf: “Na ons einddiploma wisten we niet waarheen. We hadden besloten samen iets te doen, maar dat was het dan ook. We vielen in een zwart gat; het enige wat we deden, was doelloos op de sofa hangen. Het kwam gewoon niet bij ons op dat we evengoed een eigen collectie konden opstarten. En toen, in april ’93, deden we mee aan een wedstrijd voor jong talent in het Franse Hyères. Er zaten interessante mensen in de jury; ‘wie weet wat het oplevert’, dachten we. We hebben er uiteindelijk drie hoofdprijzen weggekaapt. We kregen nadien verschillende stages aangeboden maar we hebben er geen enkele aangenomen. Door Hyères realiseerden we ons dat we het misschien wel alleen konden.”

3. Le Cri Néerlandais

Na Viktor & Rolf trokken meerdere beginnende Nederlandse ontwerpers richting Hyères. Enkelen van hen groepeerden zich in ’94 tot Le Cri Néerlandais, een los collectief naar het voorbeeld van de Zes van Antwerpen. Viktor & Rolf deden mee. De groep, waarin ook de nu opkomende Saskia Van Drimmelen zat, gaf twee gezamenlijke defilés in Parijs, om ieders stijl uit te proberen en als poging Nederland een eigen mode-identiteit mee te geven. Viktor & Rolfs collecties strookten evenwel niet met de streng-minimalistische aanpak van de anderen. Het tweetal zocht zonder restricties naar vormen en architecturale spanningen, naar volumes en wispelturige geometrie. De samenwerking met de Cri duurde niet lang. “Het bleek niet zo goed te werken”, vertelt Rolf. “Ieders ego was te groot. Het was anders geweest als we met tien mensen aan één eindproduct hadden gewerkt.”

Dus gingen Viktor & Rolf alleen verder, vastbesloten zich te positioneren in, of beter tegen de modewereld. L’apparence du vide, een V&R-collectie uit ’95, bestond uit een serie doorwrochte jurken in goudlamé, opgehangen in een Parijse galerie. Enerzijds was de lijn een kritiek op al het overbodige klatergoud en het lege luxevertoon in de modewereld. Anderzijds betekende de collectie een pleidooi voor een meer extreme vormentaal, voor meer durf. “Niet dat veel mensen het toen zo begrepen”, klinkt het nu.

4. Viktor & Rolf in de contramine

Viktor & Rolf kondigden hun eigen staking aan, in ’96. Viktor & Rolf on strike stond te lezen op een rondgedeelde poster. “We waren erg gefrustreerd”, zegt Rolf. “We slaagden er maar niet in onze plaats te vinden. We wilden zoveel, en niets scheen te lukken. We hadden de middelen niet om het even grootschalig als in onze fantasie aan te pakken. Dus besloten we al onze dromen letterlijk in een miniatuurvorm te gieten.” Het duo bouwde de meest herkenbare en clichématige scènes en decors uit het leven van een succesvolle designer op schaalmodel na, installaties als poppenkasten, die ze in een Amsterdamse galerie tentoonstelden. Een minicatwalk, een miniatelier, een minifotosessie, allemaal situaties die het duo in die tijd moest missen. Ze verzonnen zelfs een parfum, “want dat hoorde er toch echt wel bij”, een robuuste fles in geslepen glas en een chic etiket, maar zonder essence erin, alleen gekleurd water. Er kwam zelfs een heuse reclamefoto bij op een klein lichtpaneel, en een presentatiesokkel, net echt.

Kunstkenners en modetheoretici waren dol op Viktor & Rolfs modevisioen in speelgoedversie, en de kleinoden verkochten in een mum van tijd. “Dus waren we plots in het kunstcircuit beland. Ook tevoren al, want musea en kunstverzamelaars bleken al langer geïnteresseerd in wat we deden. Maar het bleef ons verwonderen dat ze net onze installaties gingen kopen, en niet zozeer de kleren.”

5. Haute couture

Het medium dat hen bij een breder publiek introduceerde. Viktor & Rolf gingen couture maken omdat ze er zin in hadden en omdat het juiste moment aangebroken leek. Op naar de exclusieve couturecatwalks van Parijs dus, met eenmalige, unieke japonnen en jurken. Hun eerste couturecollectie, voor zomer ’98, deed het typische luxehuispubliek versteld staan, want er vielen geen zwarte, elegante cocktailjurken of diva-achtige avondkleren met struisvogelveren te bespeuren. Wel onnavolgbare sculpturen in haut de gamme-stoffen, met wikkels, strikken en asymmetrische coupes. En modellen die een hoedje en een immens halssnoer in wit aardewerk op de vloer kapotgooiden, “omdat we iedereen duidelijk wilden maken dat niet de opsmuk maar de ontwerpen zelf belangrijk waren”.

Viktor & Rolfs eerste couture-experiment was intrigerend, maar zelf noemen ze het nu “te analytisch”. Hun tweede, van vorig seizoen, omschrijven ze als “puur gevoel”. Silhouetten als atoompaddestoelen, bolle, ronde en uitvergrote kroppen onder de hals, ballonnen onder lagen stof zodat er overal uitstulpingen zichtbaar werden. Maar ook bonte harlekijnruiten, wimpels en pompons. “Deze collectie was onze wake-up call naar de rest van de wereld”, legt Rolf uit. “We dachten: we naderen het jaar 2000 en er moet iets gebeuren. Of we maken er het grootste feest ooit van, of de wereld vergaat. Al heel ons leven kijken we uit naar die datum. Dus wilden we een soort ontploffing laten zien, heftig en woedend. Tegelijk zat er een gevoel van Weltschmerz in, want ook dat zit in ons.”

Het derde couturedefilé vond enkele maanden geleden plaats. Een show in twee kleuren, zwart en wit, en in twee partijen. Eén keer werden de ensembles getoond onder blacklight, met een griezelige, gotische soundtrack. Daarna kreeg men alles opnieuw te zien, onder fel wit licht, op de tonen van zoete violen. In de begeleidende tekst stond te lezen dat alle Viktor & Rolf-silhouetten van de afgelopen zes jaar behekst en betoverd terug tot leven waren gekomen, om nog eenmaal samen te verschijnen. “Eigenlijk hebben we deze keer een symbiose getoond van alles wat we ooit gemaakt hebben. Omdat we onze geschiedenis duidelijk willen maken, zeggen dat we niet echte beginnelingen zijn, wat sommigen sinds ons coutureavontuur vaak van ons denken.” Elk silhouet kreeg een naam mee: Love, No, Fake, Open. De afsluitende outfit was getiteld: Thank You.

3. In analyse

Door wat en wie ze beïnvloed zijn, kunnen ze niet meteen zeggen. Maar van vergelijkingen houden ze niet. Wij bijvoorbeeld vinden hun werk soms lijken op dat van Fong Leng, de Nederlandse ster-ontwerpster uit de jaren zeventig, maar Viktor & Rolf lachen onze stelling wat geïrriteerd weg. “Wij kennen haar stijl natuurlijk, maar verder is er geen verband. Hoewel, haar eerste assistent heeft jaren lesgegeven aan onze modeschool in Arnhem. Als je, zoals wij, extreme zaken brengt, dan gaan mensen je snel aan andere extreme personages koppelen. Maar zo werkt het niet.”

Er circuleren wel meerdere misverstanden over Viktor & Rolf. “Dat we rijk zijn, bijvoorbeeld. Het tegendeel is waar. Hier in Nederland hebben we wel het geluk gehad om van een aantal subsidies van de culturele overheid te kunnen genieten. En van de couturestukken hebben we alles samen meer dan de helft verkocht. Maar verder blijft het ploeteren.”

Wat zijn de grootste misverstanden over henzelf? Rolf: “Dat we verwaand zijn.” Viktor, plagend: “Dat we een liefdesrelatie met elkaar hebben.” Wat is hun doel: rijkdom, respect of roem? Viktor: “Al die dingen.” Rolf: “Vooral respect, want die andere twee betekenen niets zonder respect. Vroeger verkondigden we voortdurend dat we gewoonweg beroemd wilden worden, maar daar zijn we nu wat van teruggekomen. Onze ultieme droom is eigenlijk één enkele foto. De perfectie in beeld. Alle slechte momenten en tegenslagen weggommen, en uiteindelijk één volstrekt, subliem, definitief beeld overhouden. Je zou kunnen stellen dat onze hele carrière één lange zoektocht naar dat ene beeld is.” Hoe willen Viktor & Rolf herinnerd worden? Viktor: “Ik zou het al heel wat vinden als men zich ons binnen zoveel jaar sowieso nog zou herinneren.” Rolf: “In de geschiedenisboekjes.”

We gaan verder met de analyse, maar we geven het op het duo helemaal te doorgronden. Alhoewel.

Wat was jullie laatste dagdroom? “Viktor: Iets met geld.” Rolf: “Iets met seks.” Jullie zijn 24 uur onzichtbaar. Wat doen jullie? Viktor: “Iets met seks.” Rolf: “Gluren.” Jullie zijn voor 24 uur een vrouw. Wat doen jullie? Viktor: “Neuken.” Rolf: “Shoppen.” Jullie mogen elkaar een ongelimiteerd duur geschenk geven. Wat? Viktor: “Een couturehuis.” Rolf: “Een land en een hofhouding.” Viktor & Rolf is een smaak. Welke? Viktor: “Maakt niet uit.” Rolf: “Nasmaak.” Viktor & Rolf is een geluid. Viktor: “Een wekker.” Rolf: “Een drilboor.” Viktor & Rolf is een gevoel. Viktor: “Kippenvel.” Rolf: “Duizeligheid.” En ten slotte: geloven Viktor & Rolf in mode? Viktor: “Ik geloof niet in algemeenheden, wel in onszelf.” Rolf: “Ik geloof in mode, omdat schoonheid verheft.”

Viktor & Rolf brachten recent een kijkboek uit waarin hun volledige carrière aan de hand van defiléfoto’s en archiefmateriaal overlopen wordt. Met beelden van Lamsweerde Matadin, Anuschka Blommers & Niels Schumm en Wendelien Daan.

“Viktor & Rolf: 1993-1999” is een gelimiteerde uitgave op 4000 exemplaren, gepubliceerd door Artimo Foundation, ISBN 90-75380-16-X.

Peter De Potter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content