Frank Drewes is thuis waar zijn koffer staat. Omdat hij die alleen neerzet in één van zijn vier appartementen. Zoals in Berlijn, waar hij een van de laatste ‘Altbauwohnungen’ inrichtte.

Architect Frank Drewes uit Berlijn behoort tot de nieuwe generatie van de neonomaden, personen die zich niet blijvend op één plek willen vestigen, maar behoefte hebben aan meerdere plekken waartussen ze zich continu verplaatsen. Een levensstijl die behoorlijk wat kilometers en vlieguren vergt. In vier steden, Berlijn, Frankfurt, Herzebrock en San Francisco, heeft Frank Drewes een compact appartement. Daar heeft hij redenen voor, hij werkt op die vier locaties. Berlijn is voor de architect zijn thuisbasis, hij heeft er dit appartement van 125 m2 in de wijk Charlottenburg. Op de universiteit van Frankfurt geeft hij wekelijks les aan architectuurstudenten, daar heeft hij een tweekamerappartement van 30 m2 ter beschikking. In zijn geboortestad Herzebrock is hij dan weer vaak te vinden bij zijn collega en zakenpartner Martin Strenge, met wie hij Drewes+Strenge Architekten runt. Dus heeft hij ook daar 50 m2 woonruimte. En minimaal zesmaal per jaar vliegt hij richting San Francisco omdat hij voor enkele Duitse architectuurtijdschriften VS-correspondent is. Downtown San Francisco huurt hij 40 m2.

Frank Drewes is geen hotelklant. Hij wil vier eigen plekken. Die appartementen zijn met zorg uitgezocht en ingericht. Een kort verblijf vraagt immers een andere benadering van het interieur : to the point ingericht met essentiële spullen, maar toch persoonlijk. Frank Drewes : “Vaak ben ik niet langer dan drie dagen op een plek en wil ik toch voor die korte tijd mijn eigen meubelen en kunst om me heen voelen, en vooral mijn mobiliteit niet verliezen. En daarom zijn vier adressen dé ideale oplossing. Samen met één aluminium reiskoffer. Dat ‘meubel’ reist altijd mee.”

Dit is Frank Drewes’ appartement in Berlijn, aan de Kaiser Friedrich Strasse. Die reiskoffer ligt altijd op dezelfde plek, op het verhoogde podium in zijn werkkamer. Klaar voor vertrek. Daarin gsm, sleutelbos, palmcomputer, reismap, laptop en paspoort. Het hoogst noodzakelijke. Volgens zijn pda zag vorig jaar er voor hem zo uit : 143 nachten in Berlijn, 99 in Herzebrock, 51 in San Francisco en ten slotte 37 in Frankfurt. “De rest van de 365 dagen werden in het vliegtuig op doorreis doorgebracht. Kortom, mijn leven verloopt volgens een strak schema en moet goed gepland zijn. Tip 1 : alle appartementen zijn zo gelegen dat ik zeer snel op het vliegveld kan staan. Zeg maar bij een bushalte of metrostation. Tip 2 : nooit alle sleutels aan één sleutelbos. Tip 3 : hou de koelkast(en) gevuld met essentiële dingen, zoals water, yoghurt en champagne. In alle steden zijn er genoeg koffieshops en ontbijt- restaurants te vinden voor ontbijt, lunch of diner. Ik neem dan altijd mijn laptop mee, restaurants zijn daardoor ideale werkplekken geworden voor mij.”

We merken duidelijk dat de praktijk Frank Drewes veel heeft geleerd. Voor hem moet het vooral praktisch, snel én functioneel zijn. Voor één element neemt hij alle tijd, zijn interieur. Frank Drewes : “Tip 4 : besteed veel tijd aan je interieur. Richt je appartement met zorg in, anders voel je je niet op je gemak. Het mooie van reizen is toch altijd het thuiskomen. Als je het mij vraagt, dan ben ik een soort kruising tussen een minimalist en een verzamelaar. Uiterlijk ben ik een minimalist, maar mijn ziel ligt in het verzamelen. Ik ben zeer selectief in mijn keuze voor meubelen en kunstwerken, maar ik hou ervan om die elementen te mixen. Ik heb geen typische architectenwoning. Bij mij zie je ook antieke stukken naast mooi design en meubelen die ikzelf heb ontworpen. Ik heb gekozen om mij te beperken. Ik hou van een neutrale, sobere en weloverwogen omgeving, maar die moet wel stijlvol blijven. De boekenkast in mijn werkkamer bestaat uit 134 gestapelde boekenkisten van mdf. Mocht ik verhuizen, dan blijven de boeken in de kisten zitten en verhuizen de kisten gewoon naar die andere plek en worden daar weer tot boekenkast opgestapeld. En mijn keuken hier in het bekende Berliner Zimmer is zo vormgegeven dat hij nauwelijks opvalt.”

Alvast twee elementen die om uitleg vragen : een Berliner Zimmer en een onzichtbare keuken ? “Oorspronkelijk stamt dit appartement uit de jaren twintig van de vorige eeuw, het is een van de laatste Altbauwohnungen van Berlijn”, zegt Frank Drewes. “En net als alle andere appartementen hier uit die periode hebben die een Berliner Zimmer, een kamer die het voor en het achter met elkaar verbindt. Eigenlijk een grote kamer midden in het appartement. Het is vaak de grootste kamer van het appartement, maar ook de donkerste, en dat is een nadeel. Toen ik hier voor de eerste keer kwam, was de Berliner Zimmer nog intact met daarnaast een vrij lange, donkere gang. Door één wand te slopen trok ik die ruimte van de gang bij de kamer en raakte het daglicht iets verder in het pand.”

“Met een paar elementen heb ik die ruimte opnieuw een structuur gegeven. Een kast, die dienstdoet als garderobe en opslag, dimensioneert de ruimte opnieuw. Ze onttrekt de voordeur aan het oog. De weinige apparatuur die ik heb, koelkast en magnetron, zitten in de servicewand verstopt. Door de harmonicadeuren te openen, ‘ontvouwt’ zich mijn keuken. Als alles toe is, houdt de kamer alleen neutraliteit over. Afhankelijk van de elementen die er nog staan, wordt het een ‘galerie’, een ‘klooster’ of een ‘salon’. De transformatie van dit klassieke appartement wordt door twee factoren bepaald. Enerzijds het behoud van de klassieke atmosfeer met zijn rijke bouwkundige details en anderzijds een ingetogen openheid die duidelijk deel uitmaakt van het nu.”

Het appartement bestond vroeger uit vier kamers en een badkamer/berging. De voormalige keuken, aan het eind van die lange nauwe gang, is nu slaapkamer, met een nieuwe wand gemaakt van textiel, om de garderobe af te schermen. Door haar heldere uitstraling lijkt de ruimte wel op een cel van een monnik. De twee voorkamers, waarin zich de bibliotheek met werkkamer en de woonkamer bevinden, zijn door schuifdeuren met elkaar verbonden. Die zijn onaangetast gelaten net als het gestucte plafond met zijn ornamenten, de Kachelofen in art-nouveaustijl en het originele eiken visgraatparket. “Uiteindelijk is het voor mij een perfecte tweede huid geworden. Het is een leefruimte die net zo goed verankerd zit in traditie als in de hedendaagse lifestyle.”

Door Marc Heldens / foto’s Mark Seelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content