Van een oude cichoreifabriek in de Vlaamse Ardennen maakte architect Frank Delmulle een thuis voor zijn gezin. Er is ook plaats voor zijn architectenbureau en voor een kunstgalerie.

In de cultuurhistorie van een landschap of een gebouw kan de toekomst ervan besloten liggen. Dat is het geval met de oude cichoreifabriek De Lelie in het West-Vlaamse Petegem aan de Schelde. Vanuit alle windrichtingen is het rode bakstenen gebouw van ver te zien door de schoorsteen die boven het landschap uitsteekt. Jarenlang werden in het gehucht de Kolpaart cichoreiwortels verbouwd en gedroogd in de droogtoren van de fabriek. Die gedroogde wortels werden dan, als vervanger voor koffie, vermalen en verpakt in de typische rode verpakkingen van De Lelie. In 1995 werd de productie in de branderij stopgezet en sindsdien stonden de zowat zeventig jaar oude fabrieks-gebouwen leeg. Tot architect Frank Delmulle het complex in 1997 in het vizier kreeg en het wilde ombouwen tot woning annex architectenbureau en kunstgalerie. Aanvankelijk werd de bouwaanvraag geweigerd omdat het deel van de bedrijfsgebouwen dat als woning ingericht zou worden, in een agrarisch gebied lag. Pas na een lange procedure en nadat verzekerd werd dat de historische eigenheid van het pand niet zou worden aangetast, werd de bouwvergunning verleend zodat het pand een nieuwe (woon)bestemming kon krijgen.

In 2004 waren de kantoren voor het architectenbureau IDEEELL en de expositieruimte op de bovenste verdieping van de fabriek klaar. Pas in 2007 kon het gezin Delmulle intrekken in de immense, vijf verdiepingen tellende loft van in totaal 650 vierkante meter.

“We wilden zo veel mogelijk het authentieke gebouw en de typische sfeer bewaren”, zegt de architect. “De ligging van de droogtoren, achter op het bouwperceel en met een magnifiek uitzicht over de Scheldevallei, maakte het niet moeilijk om te beslissen waar de uiteindelijke ‘verticale’ loft zou komen. Het alternatief, een horizontale schakeling van ruimten achter elkaar, op één van de verdiepingen, zou niet het gewenste eindresultaat hebben opgeleverd. Sommige ruimten zouden van licht en zicht verstoken gebleven zijn.”

Authentieke sfeer

Knap is dat de karakteristieke elementen van de fabriek en het productieproces door Frank Delmulle zijn vertaald naar het nieuwe interieur. “Het totale complex bestaat uit vier elementen : de droogtoren, de transportschacht, de voorraadzolder en de oven/transportruimte. Bij de renovatie was het heel belangrijk om meer daglicht en zoninval te brengen, isolering en vooral functionaliteit. Het voormalige fabriekscomplex moest immers als gezinswoning en architectenbureau dienen. Ik heb als het ware de droogtoren en de verticale schacht vanbinnen uitgehold zodat er alleen nog een ‘buitenschil’ van baksteen overbleef. Daarin zaten openingen maar ze waren niet groot genoeg voor ramen. Waar we extra licht nodig hadden, hebben we grotere raamvlakken gemaakt. Daarna heb ik aan de binnenkant van de gevel een tweede ‘huid’ aangebracht, een transparant volume dat het interieur van de loft omvat. De sleuven en gaten die we gemaakt hebben, geven per verdieping uitzicht op de Scheldevallei.

De loft telt vier woonverdiepingen, en nog een kleine dakverdieping. In de vloeren bij de achtergevel zitten glas en metaalroosters die refereren aan de roosters van de vroegere droogtoren. Ze accentueren het transparante en authentieke van de oude fabriek en zorgen tegelijk voor gul daglicht. Er valt zelfs licht tot beneden in de keukenruimte.

In tegenstelling tot de kantoren, waar de buitengevel van baksteen is, is in de droogtoren de binnenkant van baksteen. Het woongedeelte zal mettertijd nog aan de buitenkant extra isolatie krijgen met aan de zuidoostgevel een constructie van metaalschermen die los van de gevelwand worden gemonteerd, als een nieuwe, derde, metalen huid.”

Duurzaam project

Transparantie is altijd een leidraad geweest. Daarom is veel glas gebruikt, ook in de inkomhal, met de trap en de lift. Op de etages werd de transparantie zowel horizontaal als verticaal uitgespeeld, onder meer door het daklicht, de schuifpui in de grote living, de glazen scheidingswanden van de kleine bibliotheek en mediaroom, de halfdoorzichtige wanden van de badkamers en de stalen roosters in de trapbordessen.

“Het is een duurzaam project,” benadrukt Delmulle, “een actueel thema. Onze projecten volgen absoluut niet de trends, ze zijn eerder gebaseerd op het zoeken naar vanzelfsprekendheid. Al heb ik mij hier enige vrijheid veroorloofd inzake materialen, een combinatie van historische bakstenen, geglazuurde Marokkaanse wandtegels, beton, hout, glas en innovatieve metalen en kunststoffen. De materialen zijn gekozen in functie van de gewenste sfeer : koel, functioneel, soms met een klein accent van de Ksarcultuur uit het zuiden van Marokko.” (Frank reisde na zijn architectuurstudie door Afrika en gidst soms nog collega’s tijdens architectuurreizen naar Marokko.) “Elke ruimte verdient een eigen aanpak. Daarom zijn in de loft andere materialen gebruikt dan in de bureauruimte waar weinig veranderd is. De naam IDEEELL is een anagram van De Lelie. Met ons bureau zijn we ook op zoek naar een ‘ideële wereld’. Dat woord paste dus perfect bij onze ambitie.”

Info : www.ideeell.be.

Door Marc Heldens Foto’s Verne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content