In de negentiende eeuw was de trein nog een vrij nieuw vervoermiddel dat tal van schrijvers inspireerde. Maar ook de laatste decennia duikt hij nog af en toe op in de literatuur, zo blijkt uit de bloemlezing Op het spoor ( Contact, 10 euro). Daarin bundelt Fleur Speet ruim dertig verhalen, gedichten en romanfragmenten uit de Nederlandstalige literatuur van de laatste vijftien jaar, van onder andere Remco Campert, Hugo Claus, Herman de Coninck, J. Bernlef, Paul Claes en Arnon Grunberg. Soms speelt de trein misschien een iets te kleine rol om een opname te rechtvaardigen, maar wel zijn bijna alle teksten van een literair hoog niveau. (BK)

De ondertitel van het boek Niet-al-te-snuggere-reizigsters ( BZZTôh, 12,50 euro), ‘humoristische reiservaringen’, is eigenlijk wat misleidend. Er valt inderdaad te glimlachen, maar de cynische, zelfs schrijnende ondertoon is nooit ver weg. Gênante situaties wisselen ronduit gevaarlijke toestanden af. Zo wordt een vrouw door reisgenoten in de jungle achtergelaten, een andere ontsnapt ternauwernood aan een steniging als ze haar eigen jas terug-steelt. Waarom deze verhalen enkel uit vrouwenpennen vloeien, is een raadsel. Maar het boek leest vlot en beschrijft meesterlijk de verschillen tussen culturen. (GVdB)

Havana spreekt ongetwijfeld tot de verbeelding. Er zijn weinig plekken waar het glorieuze verleden nog zo tastbaar aanwezig is. En het alomtegenwoordige verval inspireert poëtische zielen. Zo ook Zoé Valdés, die er opgegroeid is. In Legenden van Havana ( Meulenhoff, 19,95 euro) dwaalt ze met de lezer door heden en verleden van haar geboortestad : sommige verhalen zijn doordrenkt van mysterie, andere zijn grappig, absurd, poëtisch. Heel wisselende sferen dus. En helaas ook wisselend van kwaliteit. Wat niet wegneemt dat er enkele pareltjes tussen staan. (JH)

Verval ook in Buenos Aires. Het is dan wel de stad van de tango, van Evita en Maradona, en ooit kon ze aanspraak maken op de titel ‘Parijs van Zuid-Amerika’. Ooit, want nu lijkt de plek meer een stadgeworden identiteitscrisis : de economie in vrije val, een verpletterende bureaucratie, haperende openbare voorzieningen en het nog lang niet verwerkte dictatoriale verleden. Miranda France verbleef er een tijd en schreef er met Roerige tijden in Buenos Aires ( Arena, 18,50 euro) een erg mooi boek over. (JH)

Zwembaden raken meer en meer ingeburgerd in ons tuinenlandschap. Veel minder bekend zijn zwemvijvers, een begrip overgewaaid vanuit Duitsland. Er valt heel wat over en voor te zeggen, meent Jean Vanhoof. En dat doet hij uitgebreid uit de doeken in het boek Zwemvijvers – Natuurlijke waterpret in de tuin ( Lannoo / Terra, 29,95 euro). Wat is een zwemvijver eigenlijk ? “Een uit de kluiten gegroeide tuinvijver die groot genoeg is om in te zwemmen en die voor dit doel een aantal bijzondere aanpassingen ondergaat”, luidt de definitie in de inleiding. Die bijzondere aanpassingen, daarover gaat dit boek : de zuivering van het water, het ecologisch systeem, de waterdiertjes, hygiëne, het ombouwen van een oud zwembad tot zwemvijver, enzovoorts. Alles wordt heel zorgvuldig, overzichtelijk en vooral in verstaanbare taal beschreven. De korte, duidelijke hoofdstukjes en schitterende, sfeervolle foto’s van Marc Slootmaekers maken het boek bovendien heel toegankelijk. Je krijgt echt zin om zo het water in te duiken. (HV

REDACTIE JAN HAEVERANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content