Techniek schuwt ze niet. Funktionaliteit en ergonomie zijn haar stokpaardjes. Veronica Steel ontwerpt gebruiksvoorwerpen die inspelen op de mogelijkheden en beperkingen van het menselijk lichaam.

FRANCINE GELDOF

De Britse ontwerpster van Chileense afkomst Veronica Steel is al meer dan twintig jaar aktief in de designwereld, eerst als lid van studio’s zoals Pentagram en Allied International Designers, de laatste jaren op zelfstandige basis. Ze stond mee aan de wieg van Parker-pennen, Kodak-camera’s en Kenwood-huishoudtoestellen, maar tekende ook chirurgische apparatuur en machineonderdelen. Niets is haar te ingewikkeld of te technisch. Als dochter van een ortopedisch chirurg werd ze van kindsbeen af op het goede spoor gezet : een van haar stokpaardjes is de ergonomie, de studie en het aanpassen van de werkomstandigheden aan de aard en de grenzen van het menselijk lichaam. “Toen ik in de jaren zeventig naar Engeland kwam omdat de mogelijkheden voor designers in Chili erg beperkt waren, had ik mijn tesis over ergonomie onder de arm. Iedereen stond stomverbaasd : over dit onderwerp was hier nagenoeg niets bekend. Ik had in mijn eindwerk zowat alle mekanismen van het lichaam bestudeerd en ontleedde de doodgewone, dagelijkse handelingen : iets optillen, een fles openen, een deurkruk omdraaien. Wie zo’n handeling slecht uitvoert, kan er tot vijftig keer meer energie aan spenderen dan noodzakelijk is. Ergonomie is ondertussen uitgegroeid tot een volwaardige tak van de wetenschap.

Telekommunikatie was een van de eerste gebieden waarop ergonomie intensief werd toegepast : al gauw bleek dat urenlang stilzitten, gekluisterd aan een klein scherm dat (toen nog) dikwijls moeilijk te lezen viel en met een bedieningspaneel dat veel te laag stond een enorme belasting inhield voor de gebruiker. En die gebruiker werd meestal nog op een foute stoel neergepoot ook. Een goed designer moet vooraf heel wat tijd steken in dergelijk onderzoek, wil hij een produkt voldoende kunnen afstemmen op de mogelijkheden en beperkingen van het lichaam. “

Als designer had Veronica Steel niet alleen met technische problemen af te rekenen. Een heleboel mensen geloofden ook niet in de mogelijkheden van een vrouw als produktdesigner : “Pas aangekomen, kreeg ik van een mannelijke kollega te horen dat ik geen enkele kans maakte in dit vak, omdat ik nog nooit een motorfiets uit elkaar had gehaald zoals de meeste jongens dat wel eens doen. Onzin ! Ik had net acht maanden gespendeerd aan het uit elkaar halen van menselijke lichamen tijdens sekties en aan het bestuderen van rƶntgenfoto’s van het skelet. En dat is volgens mij veel belangrijker. Ik moet geen elektronika-expert zijn om een goeie tekening van een terminal af te leveren. De technische problemen zijn voor een aparte ploeg. Wel moet ik in grote trekken weten hoe het ding werkt, hoeveel plaats bijvoorbeeld moet voorbehouden worden voor ventilatie of aandrijving. Maar dat maakt me nog niet tot ingenieur. Dat is ook niet nodig. Veel mensen vragen mij of ik een praktische geest heb, maar voor mij betekent zo’n woord niks : een designer moet funktioneel ingesteld zijn, dat is een veel betere omschrijving. Zelfs een gewone vliegemepper moet aan heel specifieke eisen voldoen. Je moet er efficiĆ«nt een vlieg mee kunnen doodslaan, met weinig inspanning en liefst zonder veel rommel te maken. Als het enigszins kan, maak je het ding nog aantrekkelijk ook. Om goede resultaten te bekomen, moet ik, als designer, weten dat het zwaartepunt dicht bij het handvat moet liggen, terwijl dat bij een golfclub bijvoorbeeld, net andersom is. En dat weet ik ook, omdat ik weet hoe de menselijke arm werkt. “

Elk ontwerp is bestemd voor een heel specifieke groep van mensen, die heel specifieke eisen stellen aan het produkt, of dat nu een vliegemepper, een vuilnisbak of een scheermesje is. “Daarom, ” zegt Veronica, “moet je het gedrag van die bepaalde gebruiker heel intensief bestuderen. Dat gedrag, ook al is het verkeerd, kan je heel moeilijk veranderen. Maar sommige zaken kunnen wij, designers, wĆØl beĆÆnvloeden. Dat doen we dan ook, in de manier waarop het gebruiksvoorwerp zich verhoudt tot het menselijk lichaam bijvoorbeeld. Aan dat lichaam zelf kan je weinig doen : onze mechanische mogelijkheden liggen vast. Dat lichaam zit heel ingewikkeld in elkaar, maar ook heel goed. Je kan geen hefbomen zo perfekt maken als die waarover het menselijk lichaam beschikt.

Jammer genoeg bestaan er tientallen voorbeelden van instrumenten die heel onkomfortabel zijn in het gebruik en toch al jaren meegaan en waar weinig aan gedaan wordt. Neem zo’n alledaagse fietspomp : je wringt jezelf in een onkomfortabele houding met veel verspilling van energie. Het lijkt een handige en goedkope oplossing, maar niemand gebruikt zo’n ding met entoesiasme. De houding die je aanneemt wordt je als het ware opgedrongen door het voorwerp zelf, je kan er niet eens mee rechtop gaan staan. Nog zo’n miskleun is de doorsnee stofzuiger : veel te zwaar en te lomp. Al die onderdelen en verwisselbare koppen die een plaatsje moeten vinden in het toestel, wie heeft die ooit allemaal nodig gehad ? Het enige waarvoor zo’n gadgets dienen, is om de gebruiker de indruk te geven dat hij waar krijgt voor z’n geld. Tien verschillende zuigstanden ? Vergeet het, twee zijn meer dan voldoende. Daardoor kan je bovendien de mekaniek een flink stuk lichter maken. Ik zie de ideale stofzuiger eigenlijk als een rugzak die je moeiteloos overal kan meedragen ; veel handiger om de trappen schoon te maken dan zo’n draak die je achter je aansleept en die gegarandeerd naar beneden dondert.

DĆ t is voor mij goede design : een voorwerp ontwerpen dat in overeenstemming is met de mechanische mogelijkheden van het lichaam. Mogelijkheden die trouwens enorm veelzijdig zijn : we kunnen duwen, pompen, trekken, draaien… We moeten veel meer gebruik leren maken van de mogelijkheden die we wĆØl hebben in plaats van eisen te stellen waaraan het lichaam niet kan voldoen. “

Een bijkomend en niet te onderschatten probleem voor designers is dat mensen heel bizarre dingen doen met de dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen. Veronica Steel : “Het is nog veel gekker dan je ooit zou kunnen bedenken. Het begint al bij de gebruiksaanwijzing : wie leest de instrukties grondig voor hij begint ? De doorsnee verbruiker probeert z’n nieuwe aankoop gewoon uit door aan alle mogelijke knoppen te draaien. Je kent het fameuze verhaal van de dame die haar hond in de mikrogolfoven stopte en verbaasd was dat het beest stierf ? Ver gezocht misschien, maar volgens mij is het mogelijk. Mensen zijn in staat om de meest bizarre ideeĆ«n te ontwikkelen. Je bent verstrooid, ongelukkig, moe… een paar sekonden van onoplettendheid en je kan bij het gebruik van een toestel ernstig in de problemen geraken.

Daar moet je als ontwerper rekening mee houden, zeker nu de mensen zo’n vreselijk druk leven leiden. Ik kan de fax, de snelkoker, de oven, de computer, de printer en nog een reeks andere toestellen aanzetten, en alles biept en rinkelt tegelijkertijd. Maar wat gebeurt er ondertussen met mijn brein ? Dat raakt gegarandeerd oververhit ! “

Een ander aspekt waar designers vandaag rekening moeten mee houden, zijn financiĆ«le overwegingen. “De gouden tijd dat elke grote firma zijn ploeg designers had, is voorbij. Niet alleen worden minder designers aangetrokken voor een opdracht, de ontwerpen zijn veel meer prijsgebonden dan vroeger. Ik heb meegewerkt aan een projekt voor Duracell-zaklampen. Nog voor we begonnen aan het eigenlijke ontwerp hebben we 120 verschillende bestaande modellen gekocht, uit elkaar gehaald, de stukken geteld en de produktiekosten berekend. Want de fabrikant had een heel duidelijke prijslimiet gesteld. De prijs is nu eenmaal in grote mate afhankelijk van het aantal stukken waaruit het objekt is samengesteld. Jammer genoeg worden sommige fabrikanten zo geterrorizeerd door dit soort restrikties, dat ze alle ergonomische regels overboord gooien. “

Op de vraag of er specifiek mannelijke en vrouwelijke ontwerpen bestaan, antwoordt Veronica Steel heel kategoriek : “Men kijkt dikwijls raar op als ik zeg dat ik designer ben, want er zijn inderdaad niet zoveel vrouwen die dit soort van gebruiksgoederen ontwerpen. Het blijft nog altijd een mannenwereld. Nochtans bestaan er volgens mij geen typisch vrouwelijke of mannelijke onderwerpen in design. Het zou helemaal fout zijn mannen bijvoorbeeld alleen technische opdrachten te geven en vrouwen alleen huishoudapparaten te laten ontwerpen omdat ze daar zogezegd meer ervaring mee hebben. Het tegendeel is waar. Zo heb ik ooit meegewerkt aan het ontwerp van een nieuw soort scheerapparaat. Toen bleek en dat is later meer dan eens bevestigd dat de beste ideeĆ«n werden geopperd door mensen die het voorwerp nooit gebruikten. Als hij voor een nieuwe opdracht staat, vraagt elke goede designer man of vrouw zich af waarvoor het produkt moet dienen, wie het nodig heeft en wat er geĆ«ist wordt. Dat geeft soms een heel nieuwe kijk. Mannen die zich al jaren scheren, zijn vertrouwd met een bepaald model en bepaalde handelingen en stellen zich geen vragen meer. Als leek op dat gebied kan ik iets opmerken dat op het eerste gezicht onnozel lijkt, maar achteraf heel juist blijkt en aanleiding geeft tot een nieuwe manier van denken. Ik word namelijk niet gehinderd door enige kennis ter zake.

Als ik ervan zou uitgaan dat ik een betere keukenrobot kan ontwerpen dan een man, dan zou ik ook moeten aanvaarden dat ik eigenlijk niet zo goed ben in zeer technische ontwerpen. En dat is niet zo. Ik ben daar wel goed in en dat heb ik al bewezen : een Guinness-bierpomp of een oliepomp zijn niet erg damesachtig.

Mensen geloven dit niet altijd, maar kennis die voortkomt uit gebruikservaring kan hinderlijk zijn : je staat te dichtbij. Neem foto’s van het produkt, van mensen die het gebruiken, teken, ontleed, en je ziet direkt wat er beter kan. Vroeger ging heel wat geld en energie naar dit soort studies. Mettertijd ben ik daar heel snel in geworden, maar dank zij de computer verloopt dit stadium nu nog veel efficiĆ«nter. Onlangs lieten ze op tv computerbeelden zien van het menselijk lichaam, ontwikkeld in de VS op basis van gegevens van een echt menselijk lichaam dat in ontelbare schijfjes was versneden. Zoiets levert natuurlijk een ongelooflijke hoeveelheid feitenmateriaal, zomaar binnen handbereik. Dat betekent ook dat designers zich nu kunnen koncentreren op wat werkelijk telt, de relatie tussen het voorwerp en de gebruiker. “

Volgens Veronica Steel hoeven goede ontwerpen niet altijd wereldschokkend te zijn : “Iets ontwerpen dat kleine alledaagse handelingen aangenamer maakt, schenkt mij veel voldoening. Ik heb meegewerkt aan een serie loepen die zowel door links- als door rechtshandigen gebruikt kunnen worden. Het handvat is voorzien van een uitsparing voor de duim, ze liggen perfekt in de hand. Dat is geen toeval : de uitsparing werd precies uitgekiend, net zoals je een auto zou tunen. Vroeger zou dat een verschrikkelijke hoop tekenwerk betekend hebben, nu kan dat moeiteloos per computer. De loepen kwamen op de markt voor de kerstdagen en deden het heel goed, want ze zijn niet alleen handig, ze zien er ook goed uit. Britse kopers opteren in eerste instantie toch nog altijd voor kwaliteit, net als de Duitse konsumenten : sobere en betrouwbare spullen verkopen in beide landen het best. Britten zijn eigenlijk verlegen en willen graag gezien worden als spaarzame, simpele mensen ; wie opteert voor blitse design springt uit de band. Dat hoort niet, men voelt zich een beetje betrapt. Natuurlijk komt daar wel verandering in, maar iets kopen alleen voor het uiterlijk is hier nog lang niet ingeburgerd. In ItaliĆ« kan dat wel. De kreativiteit ligt er erg hoog, maar niet alle ontwerpen zijn dan weer even funktioneel.

Ik geloof trouwens niet in primadonna’s van de design die op hun eentje iets formidabels ontwikkelen. Design is in de eerste plaats teamwerk. Hier maak je als excentrieke designer alleen een kans als je ook funktionele spullen levert. Eenvoud is de boodschap. De apparatuur van Bang en Olufsen vind ik zelf een schitterend voorbeeld van goede, funktionele design : kwaliteit Ć©n vorm zijn Ć f. Je bent geneigd het even aan te raken, erover te aaien. Als dat zo is, dan weet je : dit is een goed ontwerp. Zo simpel is het : wat niet goed is gemaakt, raak je niet graag aan. “

Veronica Steel : “Een goed ontwerp moet dagelijkse handelingen aangenamer maken, zoals een loep die goed in de hand ligt. “

Eurotorch-reeks van Duracell : zo funktioneel mogelijk binnen een bepaalde prijslimiet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content