Ik word daar ziek van.? ?Degoutant !? ?Om van te kotsen.? Hoort of zegt u dat ook al eens ? Dat komt omdat er nogal wat dingen zijn waar wij van walgen. Vroeger, als kind, noemden wij als toppunt van vies ?een paling in een emmer snot?, maar zover moeten we het niet gaan zoeken. Wij walgen van vel op de melk, de lijfgeur van een collega, een aan flarden gereden kat, een baard met een sliert soep in en dat hoewel een baard toch niet zo onsmakelijk is en soep zeker niet. Wij walgen van een glas wijn na een nacht te veel, de zelfgenoegzame kop van een schandalen negerend politicus, een schimmelkaas die ergens achterin de ijskast opnieuw is beginnen leven, een smeuïg gevulde luier van een baby die niet de onze is. Want wat in eigen huis gemaakt is, zal minder snel walgelijk gevonden worden. Zo vraagt Jan Wolkers zich in zijn nieuwe roman Mondriaan op Mauritius af wat er nou toch mis is met ?van die sappig glanzende en dampende draaidrollen die men soms met oprechte spijt doorspoelt vanwege hun betoverende plastische uitstraling.? ’t Is allemaal een kwestie van goesting en smaak.

Dieren walgen niet. Zij weten weliswaar welke planten of andere beesten ze moeten vermijden omdat ze schadelijk zijn, maar ze zijn nooit gedegouteerd. Alleen de mens walgt. Echter niet meteen bij zijn geboorte. Een peuter zal met plezier met een op het strand gevonden hondendrol spelen, ja zelfs met groot genoegen knabbelen op een exemplaar dat hij zelf geproduceerd heeft. Walging is iets dat we moeten leren. En we leren dat zo goed dat de meeste volwassenen weigeren een drol op te eten, zelfs als ze weten dat het een imitatie in chocolade is.

?Walging?, schrijft William Ian Miller in zijn merkwaardige studie The Anatomy of Disgust (Harvard University Press), ?is humaan en humaniserend. Het helpt de grenzen van onze cultuur en van onszelf te tekenen.? Indringers binnen de grenzen van dat territorium wekken verontwaardiging en/of walging op. Maar niet altijd. Het hangt ervan af wie de indringer is, wat onze relatie met hem of haar is.

Het idee dat iemand zijn tong in je mond steekt, kan weerzinwekkend zijn, maar sinds onze tienertijd weten we allemaal dat het soms ook plezierig is. De tong van iemand anders in je mond, zegt Miller, is een teken van intimiteit precies omdat het ook weerzinwekkend kan zijn. En, het zal duidelijk zijn, je zou in het voorbeeld tong door geslachtsorgaan kunnen vervangen.

Liefde verandert de walg-code en seks doet dat ook. De slechte adem van een onbekende waar je ongewild tegengeplakt staat in de metro is afstootwekkender dan de slechte adem van je vriendje. Een schaamhaar in je mond tijdens een vrijpartij irriteert minder dan een dito haar in de spaghetti die je opgeschept krijgt in de bedrijfskantine. En er zijn geuren die je buiten het liefdesnestje misschien niet zo prettig zou vinden. Minnaars wennen aan wat.

Wijn, of andere alcoholische drank, helpt onze afkeergrenzen te verleggen. Daarom, zegt Miller, is het niet ongebruikelijk seks met wijn te combineren. ?Wijn helpt onze afkeerreceptoren ongevoelig te maken, hij zwakt onze kritische zin af…? En voegt hij daaraan toe : ?Na de coïtus verzacht de wijn de afkeer van onszelf omdat we begeerd hebben.?

Was Miller een professor in de rechten aan de universiteit van Michigan tot hiertoe redelijk te volgen, nu beginnen we toch een beetje onze wenkbrauwen te fronsen. Stilaan wordt duidelijk dat, als het over seks gaat, onze rechtsgeleerde nogal veel dingen walgelijk vindt. De niet onbelangrijke instrumenten penis en vagina bijvoorbeeld, maar ook alles wat deze uitscheiden. Wat zou nu wel het allervieste zijn : menstruatiebloed of sperma ? De professor lijkt te aarzelen, maar kiest dan toch voor het laatste. Zaad is in zijn ogen highly polluting. ?Zaad doet ons walgen, niet alleen omdat het slijmerig en kleverig is, maar ook omdat het verschijnt bij de kleine dood, het orgasme, waarbij we onze zelfcontrole verliezen…? Zaad, denkt Miller, stoot zowel mannen als vrouwen af omdat het geproduceerd wordt onder omstandigheden waarbij we onze waardigheid verliezen. Hier is geen wetenschappelijk waarnemer meer aan het woord. Nee, je moet Freud niet zijn om te begrijpen dat de heer Miller zelf met een probleem zit. Voor veel mannen, meent hij, is seks zoiets als ?rollen in de modder?. De professor klinkt nu een beetje als de olijke Gerolf Annemans, die het woord seksmodder uitvond, en ons nog een vunziger variant daarvan signaleerde : de Brusselse seksmodder.

Het is waarschijnlijk wat oneerbiedig als conclusie na de lectuur van een hooggeleerde studie van een respectabele wetenschapper, maar alles lijkt erop te wijzen dat professor Miller de lijfelijke liefde niet buitengewoon genegen is. Dat vermoeden rees al bij de passage waarin hij bekent het verleid worden veel plezieriger te vinden dan the clumsy mingling of bodies die daar het doel van is. Al zal hij zeker niet de enige zijn die liever zijn ego gestreeld ziet dan zijn geliefde.

Pol Moyaert Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content