Piet Swimberghe

Het krioelt er van de charmante kerkjes, en de steden en dorpen hebben iets van een idyllisch schilderij. Friesland heeft geen openluchtmusea nodig.

Tekst en foto’s : Piet Swimberghe

Vraagt een Fries of je uit het zuiden komt, dan krijg je bijna het gevoel dat je woont aan de Middellandse Zee. Voor hen lijkt Vlaanderen zo ver weg, en vooral zo anders. De eerste man die het mij vroeg, was de koster van het onooglijke dorpje Marssum nabij Leeuwarden. Ik liep hem op een zaterdagavond tegen het lijf. Tijdens een wandeling rond de kerk verscheen de man opeens op zijn klompen tussen de struiken en vroeg of ik het gebouw niet even wilde zien. Een vriendelijk gebaar waarop ik graag inging. De Friezen bleken trouwens, in tegenstelling tot wat hun overburen de Hollanders die de andere oever van het IJsselmeer bewonen beweren, helemaal niet zo’n stug volkje. Ik heb veel vriendelijke Friezen ontmoet, waaronder die koster die me tot in de toren van zijn kerk rondleidde en trakteerde op een orgelconcert.

In Friesland krioelt het van de charmante kerkjes. Door hun primitieve uitzicht lijken ze voorchristelijk. De oudste torens hebben nog een zadeldakje en een ietwat schuin verzakt schip dat boven de polders dobbert. Ze zijn zo heerlijk fris vanbinnen, met witgekalkte muren, eiken banken en petroleumblauwe lambriseringen.

?Dit was ooit een katholieke kerk, zoals bij jullie?, zei de koster van Marssum nog. Hij suggereerde dat het katholieke geloof van bij ons kwam. Niets is minder waar, en dat word je in Harlingen, het naburige vissersstadje, duidelijk. Ooit stikte het hier van de migranten uit Brabant, Henegouwen en Vlaanderen, die het nieuwe, gereformeerde geloof naar het noorden brachten. Achter het museum bewoonden ze een hele buurt. Nogal wat doopsgezinde families van Harlingen hebben wortels in Vlaanderen. Hun strenge geloof drukte een stempel op het leven van de stad, maar van de Flaemsche Gemeinte bleef geen tastbaar spoor bewaard.

Het bevallige Harlingen is niet de enige pittoreske vissersstad, Hindelopen is nog mooier. Hier zie je hoe schilderachtig Oostende had kunnen zijn, indien de oude gebouwen, steegjes en grachten waren bewaard. De Friese havenstadjes liggen er bij zoals de Hollandse marineschilders ze in de 17de eeuw hebben geportretteerd : zonder hoogbouw, met veel groen en water waarin schuiten dobberen.

Harlingen was ooit het belangrijkste productiecentrum van de zogenaamde Delftse tegels. Enkele ateliers werken nog, zoals de Harlinger Aardewerk- en Tegelfabriek. Het atelier ligt in de binnenstad, nabij het Hannema-museum. Voor liefhebbers van oude interieurs is Friesland een paradijs, elk museum laat beeldige salons en keukens zien. Erg leerrijk voor de antiekverzamelaar Ć©n voor de decorateur, omwille van het kleurrijke schilderwerk. In het naburige Franeker, vermaard door de Elfstedentocht, bezoek je het interieur van ’t CoopmanshĆ»s, lang geleden een professorenhuis Franeker had ooit een beroemde universiteit. Bewonder daar ook het planetarium van Eise Eisinga, een amateur-astronoom die twee eeuwen geleden in het plafond van zijn slaapkamer een planetarium bouwde. Vanuit zijn piepkleine alkoof aanschouwde hij het zonnestelsel ! In Franeker moet je voor een natje en een droogje naar de vroegere studentenkroeg De Bogt fen GunĆ© die vol schaatsen hangt.

Dieper landinwaarts beland je in de hoofdstad van Friesland, Leeuwarden, door de Friezen Ljouwert genoemd. Hier wordt, in tegenstelling tot de rest van het land, nauwelijks Fries gesproken. Een gezellige stad, alleen vallen de met reclameborden overladen winkelstraten wat tegen. Daarrond liggen stille steegjes vol bezienswaardigheden. De buurt achter het Stadhouderlijk Hof, waar het goed logeren is, oogt pittoresk. Twee musea zijn er van nationaal belang, het Friesmuseum en Het Princessehof. Het eerste is een groot volkskundig museum met fraaie interieurs. Van Het Princessehof zijn de collecties tegels, Fries aardewerk en oosters porselein, over de hele wereld bekend.

In Leeuwarden is de grutterswarenwinkel van de juffrouwen Feenstra een niet te missen bezienswaardigheid. Deze ouderwetse winkel is een privƩ-museum gerund door een stichting. Twee dames in traditionele klederdracht verkopen er bonen, gort, meel en snoep. Er is de laatste honderd jaar niets aan de inrichting veranderd. Je mag zelfs in het magazijn en de slaapkamer gluren en genieten van een bakje troost.

Onder Leeuwarden, langs de Aldfaers Erfroute, heeft een gelijkaardige stichting de leiding over een paar winkels en ateliers in de dorpen Exmorra, Allingawier en Ferwoude. Daar zijn een grutterswinkel, een dorpsschooltje en een timmermanswerkplaats bewaard en in gebruik. Friesland heeft geen openluchtmusea nodig, omdat het verleden er uitstekend wordt gekoesterd. Je bezoekt de streek best per fiets, omdat de steden en de dorpen dicht bij elkaar liggen. Vertrekkend vanuit Leeuwarden, Bolsward of Harlingen ontdek je de kust en het binnenland. Om de vijf kilometer kom je in een ander dorp waar je iets kan eten of drinken. Vergeet niet in Marssum de kerk en het prachtige Poptaslot te bezoeken, een waterkasteel. Ook in de omgeving van Sneek zijn de dorpen schilderachtig, zoals Oosterend, Bozum en Wiewerd met mummies onder de kerkvloer. Je kan op vele plaatsen fietsen en boten huren. Op het water is een tocht door FryslĆ¢n nog zo mooi.

Links boven : op alle Friese boerderijen troont het traditionele uilenbord met zwanenhalzen. Onder : het charmante havenstadje Harlingen. Rechts, van boven af : het kerkje van Scharnegoutum bij Sneek. Oude Friese keuken in’t CoopmanshĆ»s in Franeker.Zelfs moderne technologie verzoent zich hier met het landschap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content