Actrice (37)

Mijn ouders waren heel rock-‘n-roll voor hun generatie. Het was de tijd van de autoritaire opvoeding en zij weken daar sterk van af. Mijn zus en ik kregen niet alleen veel ruimte om onszelf te zijn maar ook heel veel vertrouwen. Dat is fundamenteel belangrijk.

Ik was een beetje een contrair kind. Toen ik anderhalf jaar oud was, nam ik de dag voor de nacht. Overdag sliep ik en ’s nachts zat ik uren te spelen. Mijn ouders hadden een beurtrol : om de andere nacht bleven ze op. Ik geloof dat dat toch een paar maanden geduurd heeft.

Ik was altijd wel een haantje de voorste. Onlangs was ik op bezoek in mijn middelbare school en blijkbaar ben ik daar een memorabele studente. Ook als deugniet kon ik bij de leerkrachten op veel krediet rekenen. Mijn jongste dochter heeft ook die schalksheid. Je kan er moeilijk kwaad op zijn.

Waar mijn rebellie vandaan komt ? Ik groeide op in Sint Niklaas, een groot dorp dat doet alsof het een stad is. Er heerste daar een vrij burgerlijke en conformistische mentaliteit : dingen moeten zo zijn en niet anders. Dan heb je natuurlijk snel iets om je tegen te verzetten.

Kinderen, dat is niets voor mij, vond ik. Tot de dag dat ik wakker werd en mijn biologische klok ongelooflijk dominant tikte. Ik moest baren ! Ik was de eerste in mijn familie en vriendenkring die moeder werd. Als je 24 bent, gaat een kind gewoon mee in de stroom van het leven. Het is ook mijn karakter. Veel mensen willen eerst studeren, geld, een eigen huis en dan pas een kind. Ik was in alles altijd al meer onbezonnen.

Dat je zo onvoorwaardelijk kunt liefhebben is een enorme ontdekking. Je kent wel de liefde van je eigen ouders, maar dat besef je niet ten volle. Later heb je de liefde van vriendjes en vriendinnetjes en nog later van je partners, maar dat is allemaal voorwaardelijk. Bij mijn kinderen is het echt tot de dood ons scheidt.

Ik voel ook een grote drang om alles onder controle te houden, ik ben bang om mij over te geven aan wat ik niet ken. Dat vecht innerlijk met dat rebelse, maar steeds meer kan ik de angst loslaten.

Ik word solitair. Dat heb ik wel altijd in mij gehad. Op momenten van grote gevoelens gaan de deuren dicht. Waar ik nog minder tegen kan dan vroeger, zijn recepties of premières waarop je oeverloos moet staan lullen. Pure horror.

Koel, moeilijk en arrogant noemen mensen mij wel eens. Waarschijnlijk omdat ik zo direct ben in mijn communicatie. Terwijl ik dat juist gemakkelijk vind, vinden sommigen dat moeilijk. Maar ik ben wie ik ben, niemand hoeft mij een toffe te vinden. Vroeger wilde ik wél door iedereen graag gezien worden.

Als je echt wil, lukt het om je dromen waar te maken. Maar tegelijkertijd heeft het leven een hoop verrassingen die je telkens opnieuw doen kiezen wat je ermee doet : iets goeds of iets slechts. Je hebt mensen die bij de pakken blijven zitten als hen iets overkomt. Dat weiger ik. Ostentatief. In de plaats daarvan stimuleer ik mezelf om te zien : in alles zit iets goeds.

Zelfs in de dood van mijn moeder, nu twee weken geleden. Dat is een onvergetelijke ervaring : moeilijk, pijnlijk en verdrietig. Maar ook dat mag bij het leven horen. Ik zie het als een cadeau : ik heb dicht bij de dood gestaan en ik vond hem helemaal niet lelijk. Ik was er helemaal niet bang van. Wat intens is, is mooi. Of het nu intens pijnlijk, verdrietig of vrolijk is.

:: Veerle Dobbelaere speelt mee in het fluistertheater van Floor, Oto en Titus (vanaf 2 juli op de

Zomer van Antwerpen) en op de cd Het fluisterboek van Floor, Oto en Titus.

Alle info : www.fluistertheater.be.

Tekst Leen Creve I Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content