De Libanese modeontwerper Elie Saab lanceert zijn eerste parfum, simpelweg Le Parfum geheten. Een net niet vervlogen herinnering : de geur van het huis van zijn kinderjaren, met sporen van oranjebloesem, jasmijn en honing.

April in Beiroet. Een huis in Gemmayze, in de Gouraudstraat, zoals er hier niet veel meer zijn. Een weelderige tuin, verlicht met enorme kaarsen. Elie Saab en zijn vrouw vieren de lancering van Elie Saab Le Parfum. Mezze, tabouleh, pistache-ijs, witte koffie (lichtgezoet heet water met oranjebloesem) en andere oosterse delicatessen. En natuurlijk de geur van ceder en jasmijn. Niets is hier toeval, zeker niet als het om geuren gaat. Die ochtend hadden we al de eer gehad een bezoek te brengen aan het haute-coutureatelier van Elie Saab. Een zes jaar geleden in gebruik genomen pand, volgens een idee van de couturier zelf en uitgewerkt door de bevriende architect Richani, ultramodern, resoluut gericht op de toekomst, zoals alles in dit land waar de vrede altijd wankel en het gebulder van de kanonnen nooit ver weg is. Rechte lijnen, minimalisme, met de focus op steen, en beige en chocoladebruine tinten. “Elie Saab” staat in het fronton boven de deur gebeiteld. Beneden bevindt zich een grote winkelruimte, imposant als een kathedraal, met maagdelijke mannequins, rodeloperjurken, fantasma’s om bij weg te dromen voor toekomstige bruiden, airco tot en met. Op de eerste verdieping betreden we een comfortabel salon en een klein museum met enkele iconische silhouetten achter glas. Dit is de eigentijdse antichambre voor het kantoor van Elie Saab. Travertijn, wengé, meubelen ontworpen door de meester zelf en een collectie kunstboeken.

De geheimen van het atelier

Een geruisloze lift bediend door een liftjongen – of is het een lijfwacht ? – in een onberispelijk pak voert ons naar boven. We worden ontvangen door de mooie Joumana. Een hartverwarmende glimlach. Een sober-elegante zwarte jurk. Ze houdt haar orderboek stevig onder de arm geklemd, kijkt er af en toe eens in – rechts een foto van een silhouet van het seizoen, links een lijst van klanten die al reserveerden. Joumana kent ze allemaal, want voortdurend reist ze tussen Parijs, Beiroet en het hele Midden-Oosten, om te zorgen voor een perfecte fitting. Haastwerk is hier niet toegestaan : er wordt gepast en opnieuw gepast, tot de nauwsluitende japonnen, jurken en tailleurs van Elie Saab perfect zitten. Ze beschikt over een team van twee tot vijf naaisters : “Als het voor een koninklijke familie is en het werk oploopt tot vijfentwintig te vervaardigen stuks.” Joumana kent de knepen van het vak. Ze werkt al voor Elie Saab sinds 1989. Ze had interieurinrichting gestudeerd, maar in die tijd was daar niemand in geïnteresseerd, zegt Joumana : “We zaten midden in de oorlog.” En ze is nog altijd opgetogen omdat ze mag werken voor Elie Saab : “Hij is de perfectie zelf, draagt het hart op de juiste plaats en weet hoe hij leiding moet geven.”

De haute couture en haar klanten

In het grote, heldere atelier – de ramen afgedekt met ecru stores – zijn een zestigtal fijne handen in de weer met borduren en pikeren, met snijden en naaien. Het zachte maar intense geroezemoes wordt af en toe doorbroken door een korte lach. Wie kan ongevoelig blijven voor deze wereld van pailletten, lovertjes en stras ? Voor het geluid van scharen die over zijde glijden, de verrassende finesses van kantwerk, het voorouderlijke ritme van naaldwerk, vingers zonder vingerhoed heen en weer fladderend op tule ? Mevrouw Nazira, die hier vijfentwintig jaar werkt, voltooit net een trouwjurk, mousseline van zijde waarop parels zijn geborduurd, maar ook kristallen en kant. Ze heeft er drie maanden aan gewerkt, de sleep van meer dan drie meter niet meegerekend. Het belooft een mooi huwelijksfeest te worden.

Joumana waarschuwt haar : “Je mag praten over onze jurken, maar niet over onze klanten.” Op rekken staan rijen bustes, verschillend tot op de centimeter, want de menselijke natuur is zeer verscheiden. Hoe dan ook, in een Elie-Saabcreatie is elke vrouw, zelfs met een maatje 46 en enkele lovehandles, een prinses. Een korte stroomonderbreking herinnert ons eraan dat we in Libanon zijn. Niemand maalt erom. De jurken zullen er niet onder lijden. Neem bijvoorbeeld de 23, de bestseller van het seizoen. Een roze japon in chantillykant en tule met borduursel van verzilverde lurex. Hij bestaat in vijf modellen, voor ieders smaak en kleurenvoorkeur. Gulden regel : één enkele jurk per land, daar ziet Joumana streng op toe. Nu begrijpen we waarom de klanten ‘vechten’ om de uitverkorene te zijn. Natuurlijk vliegen ze elkaar niet in de haren, we hebben het hier over dames met klasse, maar ze reserveren hun plaats wel lang vóór het defilé in Parijs : in mei voor het defilé van juli, in november voor dat van januari. Want ze willen eerst zijn om de jurk of jurken van hun dromen te passen en vast te leggen. “Onze beste klant van vorig jaar bestelde tien haute-couturejurken”, vertelt Joumana. “De andere ben ik al vergeten. Er zijn er ook zoveel ! Tussen de tweehonderd en driehonderd per jaar, in een normaal jaar. Voor de lente-zomercollectie 2011 hebben we al zo’n zeventig orders.” Er wordt wel eens gezegd dat er over heel de wereld tweehonderd haute-coutureklanten zijn. Conclusie…

Een land vol contrasten

Als we het atelier verlaten, lopen we langs een erehaag van paspoppen. Erboven hangen de stoffen van de wintercollectie 2011-12 te wachten op creatieve handen. Er is zo te zien nog veel werk, inclusief slapeloze nachten… Hopelijk komen politieke spanningen geen roet in het eten gooien, zoals in 2006 tijdens de oorlog tussen Israël en Libanon. Toen moest het gebouw worden ontruimd, want de situatie werd te gevaarlijk. Iedereen trok naar het oosten, waar een voorlopig atelier werd geïnstalleerd in het oude huis waar Elie Saab geboren werd. “We moesten nog zoveel bestellingen afwerken, we konden niet anders dan doorgaan”, zegt Joumana. Libanezen geven niet snel op, ook niet te midden van de zwaarste stormen. Op de koop toe besliste Elie Saab toen nauwelijks tien dagen voor het Parijse defilé om helemaal opnieuw te beginnen met zijn wintercollectie. Hij noemde ze Zonnecollectie, als reactie op de oorlog, de bommen, het geweld dat men al te vlug associeerde met Libanon en de Libanezen. “Ik wilde iets doen voor mijn land”, zegt hij stil. “Een eerbetoon aan dit land vol contrasten.”

De geschiedenis van het huis

Gevraagd naar de belangrijkste momenten van zijn leven, antwoordt Elie Saab dat hij alleen praat over zijn beroepsleven. Zijn leven en zijn werk vormen één geheel, maar zijn privéleven gaat alleen hem en zijn vrouw aan, zegt hij. Toch is het bekend dat hij haar ontmoette in zijn atelier, toen hij als piepjonge couturier een trouwjurk maakte voor haar zus. Maar vandaag is het een grote dag : Elie Saab onthult Elie Saab Le Parfum, zíjn parfum. De basis is een net niet vervlogen herinnering : de geur van oranjebloesem en jasmijn, waarin het huis uit zijn kinderjaren gehuld was. Floraal maar ook houtig, want het moest standhouden.

Zou Elie Saab een synthese zijn van het Libanon dat hij zag geboren worden ? In 1982, midden in de burgeroorlog, lanceert hij – autodidact – zijn eigen couturehuis. Tegen alle adviezen in organiseert hij een defilé in het casino van Libanon, met een prachtig zicht op de baai van Jounieh. Hij herinnert zich alles nog goed, en hij preciseert dat er van die eerste collectie of van die show weinig foto’s zijn, maar dat er artikelen verschenen zijn in L’Eveil en L’Orient-Le Jour. Nooit is het in hem opgekomen iets anders te doen, ook al was het beroep van couturier echt niet prestigieus in het land van ceders, tijm, blingbling en moordzucht. “Ik was de allereerste. Het beroep bestond hier gewoon niet.” Hij herinnert zich dat hij hard heeft moeten knokken om zijn ouders, in het bijzonder zijn vader, te overtuigen. Toch was hij van kindsbeen af al bezig geweest met het aankleden van zijn zussen en zijn buurmeisjes, vaak met behulp van de tafellakens van zijn moeder ‘en met alles wat maar enigszins bruikbaar was’. Alles transformeerde hij tot legendarische gewaden. Zo zou hij op negenjarige leeftijd zijn eerste kant-en-klare ’trouwjapon’ gemaakt hebben. Tot de oorlog uitbrak en hij moest vluchten uit Damour. Hij ging schuilen in Beiroet en nam afscheid van zijn kinderjaren. Maar niet van zijn kinderdromen.

Lichtheid en perfectie

Enkele cruciale data ? Hij begint met 1982 : “Het jaar van de opening van mijn eerste atelier in Beiroet, we waren toen met vier of vijf.” Dan springt hij naar 1997, het jaar van zijn show in Rome. Hij leert er zijn meester kennen, Valentino, die hij prijst voor zijn respect voor de schoonheid van de vrouw, zijn goede smaak, zijn genie. In juli 2000 wordt hij gevraagd voor een haute-coutureshow in Parijs en in 2005 stelt hij zijn eerste prêt-à-portercollectie voor, ook in Parijs. “In dat jaar werd ik verkozen tot corresponderend lid van de Chambre Syndicale de la Haute Couture in Parijs, samen met Valentino en Armani”, voegt hij eraan toe. In 2007 opent hij zijn eigen winkel in Parijs. “Volstaat dat ? Of zal ik nog even doorgaan ?” vraagt hij met een spottend lachje.

Elie Saab staat bekend als een perfectionist. “Ik denk dat je alleen iets kunt bereiken als je veeleisend bent”, zegt hij. Om er meteen aan toe te voegen dat hij een zeer precieze droom heeft, moeilijk uit te leggen, moeilijk te communiceren. Dat hij soms alleen maar kan reageren met : “Dat is het niet.” Zonder te kunnen argumenteren : “Omdat er geen woorden voor zijn, omdat het een lang verhaal is, omdat we er zo toch niet komen, of omdat het niet mijn ding is.” Maar die veeleisendheid is uiteindelijk ook een kwaliteit. “Je moet natuurlijk wel redelijk blijven”, voegt hij eraan toe. Er wordt gezegd dat hij de blik van een architect heeft. Van een juwelier zelfs. Daar kan hij zich wel in vinden : “Twee millimeter is voor mij een wereld van verschil.” Geen wonder dat pas na vele versies de dop van de flacon van zijn parfum perfect gefacetteerd was. Hetzelfde perfectionisme geldt voor de geur en ook voor de foto die Mert & Marcus maakte van topmodel Anja Rubik, in een luchtige jurk die herinnert aan zijn haute-couturecollectie herfst-winter 2011-12. “Verfijning en lichtheid”, zegt hij, met chiffon en mousseline van zijde : “Mijn favoriete stoffen.”

Waar houdt Elie Saab verder nog zoal van ? Hij noemt de zangeres Fairuz, de architect Tadao Ando, de stilte, soms ook niets doen, of zich wikkelen in een plaid die hij kreeg van zijn vrouw, zijn muze – “Ik heb het altijd koud in vliegtuigen”. En hij geniet van een compliment, zoals de glans in de ogen van een vrouw die een van zijn creaties draagt. Hij beseft dat wat hij bereikt heeft als Libanese ontwerper niet niks is, dat hij de eerste was, dat hij de weg vrijmaakte voor Rabih Kayrouz, ook al heeft die een heel andere stijl. Hij wil een modeschool beginnen in Beiroet en denkt al aan de opvolging : “Mijn levenswerk mag niet verloren gaan.”

DOOR ANNE-FRANÇOISE MOYSON

Het beroep van couturier was echt niet prestigieus in Libanon, het land van ceders, blingbling en moordzucht.

“Je moet natuurlijk wel redelijk blijven, maar twee millimeter is voor mij een wereld van verschil.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content