Piet Swimberghe

Hoewel het naoorlogse design nu door grote venduhuizen en antiquairs wordt aangeboden, blijven de prijzen en het aanbod aantrekkelijk.

Piet Swimberghe Foto’s Christie’s

Tegenwoordig vind je moderne design in de antiekhandel. Op de Zavel in Brussel worden fauteuils van Charles Eames en Joe Colombo aangeboden naast empiremeubels. Het is even wennen, maar verklaarbaar. Deze trend loopt trouwens al een tijdje. Echte freaks van oude design, zoals de Antwerpse art dealerMichaël Marcy, hebben de markt tien jaar geleden uitgekamd. Ze zochten minder op rommelmarkten omdat design daar zeldzaam is, maar kochten bijvoorbeeld de oude stock op van designwinkels. Ondertussen kwamen er handelaren bij, en springen de grote venduhuizen op dit nieuwe marktsegment. In Londen, waar de designhandel bloeit, stak het veilinghuis Bonhams als eerste van wal. De giganten Sotheby’s en Christie’s volgden pas onlangs. Al eerder brachten ze wel wat designmeubels onder de hamer, maar dan samen met art-decomeubilair. Zo bood Christie’s in 1990 nieuwe meubels aan van Ron Arad en Tom Dixon, twee jonge Britse ontwerpers. In 1991 veilde Sotheby’s Monaco de inboedel van Karl Lagerfelds penthouse vol Memphis-meubilair van nauwelijks tien jaar oud.

Dat waren slechts de aanzetjes voor de grote stap : vanaf dit jaar organiseren Christie’s en Sotheby’s heuse designveilingen met meubels en opschik van na de oorlog. Ze bouwden een volwaardig designdepartement uit met experten. Deze venduhuizen gaan niet over één nacht ijs : hun aanpak bewijst dat ze een prijsstijging verwachten. Volgens Christie’s-expert Simon Andrews zette zijn huis de stap na de successen van vorig jaar, toen in september stoelen van Charles Eames tegen extra hoge prijzen werden afgehamerd. Het verwondert ons niet. De kunsthandel heeft immers jaren geleden de beeldende kunst van de fifties en de sixties ontdekt. Ook glaswerk van toen is allang een stevige duit waard : mooie vazen van Timo Sarpaneva en Tapio Wirkkala kunnen 200.000 fr. of meer opbrengen.

In de herontdekking van het oude designmeubilair speelt ook de nostalgie een rol. Wie oude popmuziek adoreert, valt bijvoorbeeld voor de zakzetel van Zanotta, gevuld met polystyreen bolletjes. Het heeft ook met artistieke bewondering te maken : tussen 1955 en 1975 hebben ontwerpers en fabrikanten flink geëxperimenteerd met nieuwe vormen en materialen. Dat leverde fascinerende meubels op. Neem nu de Globe chair van Eero Aarnio uit 1963, een grote bol van polyester waarin je je van kop tot teen kunt nestelen. Of de grappige Joe chair uit 1970, in de vorm van een baseballhandschoen.

Oude design is minder prijzig dan je denkt. Dat is mooi meegenomen : je koopt beter oude stukken dan nieuwe die veel duurder zijn. Bovendien is veel nieuwe design geen investering waard. Van een in 1970 ontworpen zetel bezit je beter een exemplaar uit de seventies dan een recente uitvoering waarvan de antiquarische waarde nooit hoge toppen zal scheren. Daar zijn de gezochte Aluminium Groep-zetels van Eames een mooi voorbeeld van. Van deze op het einde van de jaren vijftig gelanceerde modellen verschijnen vooral exemplaren uit de sixties en seventies op de markt. Naargelang uitvoering, ouderdom en model worden ze voor 8000 à 30.000 fr. verkocht : hooguit een vijfde van de prijs van een nieuwe stoel. Eames-meubilair uit de jaren vijftig, van gebogen triplex of met polyester zitvlak op een metalen voet, is nog meer gewild en duurder. De oudste modellen brengen tot 30.000 fr. per stoel op.

Sommige zitjes zijn ronduit goedkoop. Bijvoorbeeld de houten stoeltjes op metalen poten Arne Jacobsen : je telt er amper 4000 fr. voor neer. Opmerkelijk veel design is, vergeleken met de oorspronkelijke verkoopprijs, gedaald in waarde. Het Knoll-meubilair is een voorbeeld. Het was eertijds duur, maar heeft slechts een geringe antiquarische waarde. Voor de mooie metalen zetels en stoelen van ontwerper Harry Bertoia betaal je slechts 3000 à 5000 fr. We stellen vast dat de meeste meubels verkocht worden voor 20.000 à 40.000 fr. Voor dit bedrag heb je een fauteuil van Pierre Paulin, Eero Aarnio, Joe Colombo en Verner Panton. Nieuw meubilair kost veel meer. De meeste ontwerpen zijn trouwens nog in productie. Vandaar een verklaring voor de schappelijke prijzen, beweert verzamelaar Jan Vanassche. Pas na het stopzetten van de productie kan de antiquarische waarde de vroegere verkoopprijs benaderen. Toch is het de vraag of dit gebeurt, want het meeste design is peperduur in aankoop. Zelfs in de jaren zeventig moest je voor een mooie lederen zetel gemakkelijk 100.000 fr. ophoesten. Het is niet omdat de productie stopt dat het aanbod meteen verschraalt. Vanassche kijkt al jaren rond en stelt vast dat weinig ontwerpen echt zeldzaam zijn. Vergeet nooit dat het design na 1975 een massaproduct werd met een enorme verspreiding. Daarom beperken sommige verzamelaars zich tot meubilair uit de jaren vijftig en zestig, dat dunner is gezaaid. De opvallende modellen uit de seventies zijn zeker een investering waard, zoals de Globe chair en de Pastille van Aarnio. Daarvoor komen ook Memphis-meubelen in aanmerking. Maar denk niet dat alle door Sottsass, Mendini en de Lucchi getekende meubels goudklompjes worden. De ophefmakende veiling van de collectie Lagerfeld was trouwens een beetje volksverlakkerij. Je kon bijna de hele verzameling voor minder geld nieuw bestellen bij de firma Memphis. De prijzen werden door de ronkende pedigree de hoogte ingejaagd.

Het aanbod aan designmeubels bestaat voornamelijk uit zitmeubels. Doordat muurkasten destijds zo’n succes waren, is er minder opbergmeubilair. Zitmeubels hebben als groot nadeel snel te verslijten. Volgens Vanassche is dat een extra probleem, omdat veel design van slechte kwaliteit is, niet gemaakt om de eeuwigheid te trotseren. Zo kom je zelden een Lounge chair van Eames tegen in perfecte staat. Deze elegante fauteuil met houten romp en lederen kussens is erg fragiel, want de rug hangt op aan de leuningen. Van de Egg chair van Arne Jacobsen is de stoffen bekleding meestal nogal versleten. Opnieuw bekleden is een hele klus. Weinig ambachtslui stofferen moderne zetels en vinden de gepaste stof. Zo’n herstelling doet ook afbreuk aan de authenticiteit. Nogal wat designmeubels in de antiekhandel zijn hersteld. Grondige restauraties en beschadigingen halen de waarde naar beneden.

Twee takken van de designmarkt springen in het oog. Er bestaat een aparte markt voor prototypes en voor meubilair dat op beperkte schaal wordt geproduceerd. Deze categorie bevat onder meer fauteuils van Dixon, Arad en Dubreuil. Ook meubels uit de jaren dertig en veertig van beroemde ontwerpers als Le Corbusier en Mies van der Rohe zijn peperduur. Handelaar Michaël Marcy wijst erop dat deze markt kampt met vervalsingen. Ze wordt onder meer overspoeld met valse chaises longue van Le Corbusier. Ook de Cone chair van Panton wordt gekopieerd. Hou er ook rekening mee dat van sommige modellen piraatuitvoeringen bestaan. Het is van groot belang om je degelijk te documenteren. Geen enkel probleem, want er verschijnen veel boeken over het onderwerp. Meubeldesign en Modern Chairs geven een degelijke inleiding (uitgeverij Taschen). Wie het onderwerp wil uitspitten, raadpleegt Contemporary Furniture van Klaus-Jürgen Sembach (uitgeverij The Design Council). Ook Klassiekers van het moderne design, een eigen uitgave van auteur Patrick Rothier, is een degelijk handboek.

Tot 29 oktober : tentoonstelling van designstoelen en -zetels van Scandinavische ontwerpers vanaf de jaren ’20. Open van woensd. tot zaterd. van 13 tot 19 u., Eendrachtstraat 62, 1050 Brussel.

Design uit de fifties en sixties is zeldzaam. Houten fauteuils van Breuer, Eames of Ernest Race (zoals dit exemplaar uit 1953) zijn gewild. Christie’s schat dit stuk op 15.000 à 25.000 fr.

Boemerangtafel van Panton.

Voyante stukken zijn gezocht en duur, zoals deze Globe chair van Eero Aarnio, bij Christie’s verkocht voor 2530 Britse pond. Het bijhorende tafeltje kostte slechts 322 pond. Courante objecten blijken best betaalbaar.

De Aluminium Groep zetels van Eames, gemaakt voor Miller, zijn nog steeds in productie. Oude modellen zijn best betaalbaar. Deze stoel is geschat op 500 à 600 pond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content