Piet Swimberghe

Vooral de schuur van de boerderij trok de aandacht van de bouwheer : een ruimte om verliefd op te worden. Hij liet ze verbouwen tot een hedendaagse woning, waarin die ruimtelijkheid precies geaccentueerd werd.

PIET SWIMBERGHE FOTO’S : JAN VERLINDE

Vlaanderen bulkt van de rustiek verbouwde boerderijen, opgetrokken uit ruwe baksteen en getooid met karrenwielen. Het kan ook anders. Bij deze verbouwing werd alle nostalgie naar het verleden verbannen. Een bewuste keuze, want de bouwheer wenste een hedendaagse woning. Een uitdaging ook, want aanvankelijk vond hij zelfs geen architect die zijn wens verstond. Hij kocht de boerderij voor de schuur en niet voor het woonhuis, een stijlloos bouwsel van ongeveer honderd jaar oud. De schuur is heel eenvoudig, maar vooral de grootte maakte haar erg aantrekkelijk : een ruimte om verliefd op te worden. Ze meet liefst 9 bij 9 meter en is 9 meter hoog : haar proporties zijn volmaakt. Dus wilde de bouwheer in de schuur gaan wonen, vooral ook om ten volle van het achtergelegen landschap te kunnen genieten : de schilderachtige streek vol glooiingen, ten oosten van Leuven. Het zou immers jammer zijn om dit uitzicht te moeten ontberen. Vanuit het woonhuis ving je nauwelijks een glimp op van de omgeving. Een probleem dat wel vaker bij boerderijverbouwingen komt kijken, omdat dergelijke hoeven meestal helemaal naar binnen toe zijn gebouwd. Om de verwarmingskosten te drukken, werden bovendien zo min mogelijk vensters geplaatst.

Het was echter onmogelijk om meteen in de schuur te gaan wonen. De bewoners betrokken daarom voorlopig de bestaande woning en gingen op zoek naar een architect voor de verbouwing. Maar ze botsten op een bouwmeester die de schuur tot de nok toe vulde met kleine vertrekken. Hij weigerde grote vensters aan te brengen en voorzag geen opening aan de noordkant van het huis, de kant met het mooiste uitzicht ; hij legde de vrijheid van de bewoners aan banden door al hun meubels vaste plaatsen te geven ; en hij achtte ook de constructie van een monumentale, vrijstaande trap technisch onmogelijk. Toen hij met zijn derde plan kwam aandraven, werd de hulp van andere architecten ingeroepen een gelukkige beslissing, zo bleek achteraf. De bouwheer vond twee jonge architecten met verfrissende ideeën, Yves Schoonjans en Gilles Van Bogaert. Van bij hun eerste ontwerp bleek iedereen op dezelfde golflengte te zitten. De jongelui beseften dat het interieur van de schuur open moest blijven. Ze versterkten de ruimte door grote vensters te tekenen en een half transparante trap. Aan de noordkant plaatsten ze een spectaculair venster, waarvan de onderdorpel ter hoogte van de aangrenzende weide ligt. Doordat de vloer van de woning lager zit, krijg je het gevoel dat de paarden zomaar kunnen binnenlopen.

De architecten ontsloten ook de westkant van de oude schuur. Daar lag vroeger een moestuin ’s avonds het heerlijkste stuk van de tuin maar om er te komen, moest je helemaal omlopen. Nu zit er een hoog venster met een deur, waardoor de tuin makkelijk bereikbaar is vanuit de salon en de avondzon het hele huis in een warme gloed zet.

Het interieur herbergt een verrassing : boven de zithoek vind je een ‘opgehangen’ werkruimte, een doos van metalen balken die bereikbaar is via een metalen trap. Dit prachtige bureau wordt helemaal opgenomen in het dagelijkse leven van de woning en is toch voldoende afgescheiden om er rustig te kunnen werken. Nergens heb je een mooier uitzicht op het omringende landschap dan vanuit deze hoek.

De trap leidt ook naar de slaapvertrekken, die nog gedeeltelijk in de oude woning zijn ondergebracht. De rest van het voormalige woonhuis doet thans dienst als stapelplaats.

Onder de slaapkamers zit de keuken : dit langwerpige kookhuis beslaat de gehele breedte van de schuur. De gemetselde gewelven, een restant van de oude stal, werden er bewaard. De keuken verbindt tevens de leefruimte met een klein sanitair blok èn met de achterliggende tuin.

De architecten hebben de boerderij zonder nostalgie verbouwd. De architectuur van de schuur bleef gerespecteerd in de proporties en het dakgebinte. Hedendaagse elementen onderdrukken de rustieke sfeer : hier zie je geen muren en vloeren van ruwe baksteen en overdadig veel eiken balken. De bouwmeesters verkozen sobere materialen en een simpele afwerking : effen gepleisterde wanden, ramen van tropisch hardhout, een granieten vloer beneden en houten vloeren boven. De bureaudoos is van staal. Nergens werden zeer dure of opdringerige materialen aangewend, om geen stempel te drukken op de decoratie.

Ook het exterieur bleef opvallend sober. De bakstenen gevels werden gewoon hersteld en de oude pannen hergebruikt. En behalve de grote ramen, merk je van buiten niets van het moderne interieur.

De architecten wilden de ruimtelijkheid van de hoge schuur behouden. Een groot raam op het noorden versterkt die sfeer.

Aan de buitenkant werden de ingrepen beperkt tot hoge ramen die het licht en het landschap in huis halen.

Boven de zithoek hangt het bureau : een doos van metalen balken, bereikbaar via een monumentale trap.

Voor de eigentijdse inrichting werd geopteerd voor sobere materialen en eenvoudige afwerking. De trap leidt naar de slaapkamers in het voormalige woonhuis.

In de keuken werden de bakstenen gewelven, een restant van de oude stal, behouden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content