Hun historische thrillers brachten het Vaticaan in verlegenheid en zouden zelfs consequenties hebben voor de Spaanse monarchie : op stap in Rome met het omstreden schrijversechtpaar Rita Monaldi en Francesco Sorti.

:: Imprimatur en Secretum, Monaldi en Sorti, De Bezige Bij, 15 en 25 euro.

Rome, 1700. Pelgrims uit heel Europa stromen toe om in de Heilige Stad het jubeljaar te vieren en vergeving voor hun zonden te vragen. Tegelijkertijd hangt er een donkere schaduw boven de stad : paus Innocentius XII ligt op sterven. En ook de opvolging van de kinderloze Spaanse koning Karel II baart machthebbers en clerus zorgen. Een huwelijksfeest binnen de familie van kardinaal Spada is de aanzet tot een ingewikkeld kluwen van intriges en samenzweringen. Op het spel staat de toekomst van Europa. Zo begint Secretum, na Imprimatur (letterlijk : ‘moet gedrukt worden’) de tweede historische thriller van het duo Monaldi en Sorti. Opnieuw is de spil van het verhaal de voormalige castraatzanger Atto Melani, geheimagent van de Franse Zonnekoning. Grillig en geslepen en tegelijk diep tragisch in zijn onvervulde liefde voor een beeldschone prinses sleurt hij zijn knecht, een naamloze jedermann die als verteller fungeert, mee in een reeks mysterieuze avonturen.

Rome, herfst 2004. Politici uit heel Europa stromen toe in de Heilige Stad om de nieuwe Europese grondwet te ondertekenen. Rocco Buttiglione en een handvol collega’s van de Europese Commissie liggen onder vuur. Boven de stad hangt een zwerm helikopters die een onheilspellend geronk produceren. In elf landen zal de grondwet later aan een referendum onderworpen worden. Op het spel staat de toekomst van Europa.

Op sommige plekken heeft de tijd geen vat, denk ik, als ik mijn hand in het water van de monumentale fontein van de Piazza Navona onderdompel. In Secretum beschrijven Monaldi en Sorti de menigte op het plein in het jubeljaar 1700 : pelgrims die met een zuiver geloof te voet naar Rome gekomen waren en daar niet alleen de spreekwoordelijke rib uit hun lijf moesten betalen voor voedsel en een onderkomen, maar vaak ten prooi vielen aan criminele bedelaars, louche slangenbezweerders en ordinaire beurzensnijders. In 2004 hebben levende standbeelden de plaats van de slangenbezweerders ingenomen en wie zijn beurs gesnaaid weet, kan hier vlot terecht voor een nep- Gucci,Prada of – Louis Vuitton. Op de terrassen kost een cappuccino vier euro. Ik zei het al, niets nieuws onder de zon.

Rita Monaldi (38) en Francesco Sorti (40) zijn een curieus koppel. Hij een eeuwige studax met een randloze bril, zij een delicaat elfje met een porseleinen teint en grote, onschuldige kinderogen onder een weelderige massa nonchalant opgestoken krullen. Rode krullen, of zoals dat heet, Venetiaans blond. Binnen twee maanden krijgt ze een tweede kind. Respectievelijk classica en musicoloog van opleiding leven Rita en Francesco in perfecte intellectuele symbiose. Begint hij een zin in het Engels, dan maakt zij hem af in het Italiaans. Of ze corrigeert hem, met een liefdevol kneepje in zijn hand. Wonen doen ze intussen in een soort zelfopgelegde ballingschap in Wenen, in een huis zonder radio, televisie of internet, maar kinhoog ingesneeuwd in documenten en fotokopieën. Van hun eerste boek, Imprimatur, gingen 250.000 exemplaren over de toonbank. Geen peulschil, als je bedenkt dat het om een pil van meer dan 600 pagina’s gaat die, in tegenstelling tot de pageturners van Dan Brown bijvoorbeeld, van de lezers toch een zekere intellectuele inspanning vergt. Geen peulschil ook omdat het boek, volgens de auteurs althans, door de uitgever zelf geboycot wordt. De uitleg volgt in het staatsarchief, meteen de eerste halte op onze literaire wandeling.

Gewetenloze paus

In dit wat uitgeleefde gebouw, een groot contrast met Borro-mini’s barokke Sant’ Ivo alla Sapienza naast de deur, stuitten de auteurs tijdens hun jarenlange onderzoek op een in leder gebonden en door ratten aangevreten foliant dat de boekhouding van de pausenfamilie Odescalchi bleek te bevatten. Tot dan toe gold Innocentius XI (paus van 1676 tot 1689) niet alleen als de redder van christelijk Europa in de strijd tegen de Turken, maar ook als een goedvroom vertegenwoordiger van God. Helaas, uit familie- en kasboeken, testamenten en privé-correspondentie komt dezelfde paus naar voren als een huichelaar en gewetenloze kapitalist die zijn schuldenaren tot de laatste cent uitperste. Daar ging het plan van Johannes Paulus II om Innocentius XI in 2003 heilig te verklaren, een symbolisch gebaar na 11 september 2001. Temeer omdat Monaldi en Sorti in voornoemd foliant de bewijzen vonden van betalingen van Innocentius XI aan de Hollandse koning Willem III, die daarmee zijn protestantse oorlogen financierde die bijdroegen tot de val van de katholieke Engelse koning Jacob II. Een paus die een protestants vorst financiert, ongehoord ! Maar de bewijzen zijn er, in elegant Latijns schrift, zwart op vergeeld wit.

De gevolgen van die historische revelatie waren dramatisch. In plaats van Innocentius XI werd een obscure kapucijn heilig verklaard. En Mondadori, de uitgever van Imprimatur en eigendom van premier Berlusconi, deed er alles aan opdat het boek zo weinig mogelijk aandacht zou krijgen. Onder druk van het Vaticaan, beweren de twee auteurs, die daar nog een merkwaardig verhaal aan vastkoppelen. Want twee weken na het verschijnen kregen ze plots een telefoontje van een goede vriend, deken in Castelgandolfo, waar de pausen vanouds met vakantie plegen te gaan. In die functie was hij ook de parochiegeestelijke van het katholieke koppel Monaldi en Sorti, die zich door hem lieten huwen. Maar het telefoontje kwam uit Constantia in Roemenië, waarnaar de geestelijke, die geen gebenedijd woord Roemeens spreekt, plots zonder enige verklaring overgeplaatst werd. “Ik ben in Tomi”, waren zijn eerste woorden aan de telefoon. U en ik zouden het bij die mededeling in Tomi horen donderen, maar als klassiek onderlegde intellectuelen wisten Rita en Franceso meteen waar de klepel hing. Tomi, het huidige Constantia, was tijdens de Oudheid namelijk de plek waarnaar de plegers van een literair vergrijp verbannen werden. Ovidius kon ervan meespreken. Ook in het Vaticaan kennen ze dus hun klassieken. En zijn ze er blijkbaar van overtuigd dat de onfortuinlijke geestelijke, die onder een schuilnaam in de raamvertelling van Imprimatur figureert, Monaldi’s en Sorti’s informant binnen het Vaticaan was, wat ze zelf ten stelligste ontkennen.

Duistere geheimen

Al bij al een vreemd verhaal. Maar wat er ook van zij, Secretum, het tweede boek in een vooropgezette reeks van zeven historische thrillers, komt dus niet uit in Italië. Dat het eerst in het Nederlands gepubliceerd werd, vinden de auteurs symbolisch. Ook in de tijd dat het verhaal zich afspeelt, stond Nederland al bekend om zijn persvrijheid en werden er boeken gedrukt die elders verboden waren. En ook Secretum bevat weer een aantal historische revelaties, onder andere over de liefde die de jonge Lodewijk XIV koesterde voor de Italiaanse Maria Mancini, het nichtje van kardinaal Mazarin. Een gedwarsboomde liefde die volgens de auteurs het karakter en het beleid van de aanvankelijk zachtmoedige allerchristelijkste koning diepgaand zou beïnvloeden. En zonder te veel te willen verklappen : er is ook sprake van een vervalste handtekening onder een testament die als verstrekkend gevolg zou hebben dat de huidige Spaanse koning Juan Carlos onrechtmatig op de troon zit. Of Juan Carlos of wie dan ook daar wakker van ligt, is maar de vraag.

Wat niet wegneemt dat Secretum, een knoert van 776 pagina’s, een fascinerend boek is. Niet voor liefhebbers van de snelle hap, maar voor de onthaaste lezer die bereid is zich onder te dompelen in een universum vol meanderende verhaallijnen, spannende achtervolgingen en kleurrijke personages, waaronder een kleptomane en een in het Latijn scheldende pagegaai die CaesarAugustus heet en die qua karakter verbazend veel lijkt op het vierjarige dochtertje van de Sorti’s. Secretum is zo’n boek dat de gebreken van zijn kwaliteiten heeft. “Schiet nu eens op”, denk je soms, omdat je nu eenmaal benieuwd bent naar de afloop van de avonturen van Atto en co, maar dan volgt er weer zo’n levendige uitwijding over de gastronomie, de muziek of de medische kennis van de vroege achttiende eeuw, dat je toch weer geboeid voortleest. Dat het boek door Jan vander Haar vertaald werd in bijzonder lenig Nederlands, bloemrijk en toch spits, helpt ook.

Dat het allemaal zo waarachtig lijkt, komt doordat het dat ook is. Atto Melani, Maria Mancini, ze hebben echt bestaan. Door een gelukstreffer kregen Monaldi en Sorti hun privé-correspondentie in handen. In het staatsarchief vonden ze de brieven van kardinaal Spada, zodat ze zich een beeld van zijn karakter konden vormen. De namen van zijn personeelsleden, van de gasten op het huwelijksfeest en het menu van het bruiloftsmaal : allemaal echt.

In het Vaticaans archief zijn de schrijvers niet meer welkom, maar een schat aan informatie vonden ze in de Biblioteca Casanatense, gesticht door de dominicanen van het klooster van Santa Maria sopra Minerva. Zo’n 60.000 van de 400.000 volumes zijn te bezichtigen in de Sala Monumentale, die haar naam niet gestolen heeft. Schitterend houtwerk, een gigantische globo terrestre en globo celeste uit 1716, en voor de rest : boeken, boeken, boeken. Over de wonderlijkste onderwerpen : La caccia iocosa, met realistische illustraties van manieren hoe je dieren bij de jacht kunt verschalken. Door je als boom te vermommen, bijvoorbeeld. Of de gids voor de perfecte hofmeester, met menu’s die twintig bladzijden beslaan. Er is een handboek voor vroedvrouwen dat in de achttiende eeuw en nog lang daarna van Portugal tot Oekraïne gebruikt werd. En vele, vele volumes over monsters, die toen zeer tot de verbeelding spraken. Meteen weet je waar de Sorti’s de mosterd haalden, geen wonder dat ze de tijdsgeest van een lang vervlogen eeuw zo treffend kunnen oproepen. En verder worden in de Bibliotheca Casanatense de enige niet verbrande exemplaren van vele verboden boeken bewaard. Niet voor niets was de rechtbank van de inquisitie vlak naast de deur.

Schitterende palazzo’s

Maar het Rome van Monaldi en Sorti beperkt zich natuurlijk niet tot boeken. In de nabijheid van het Campo de’ Fiori is er het Palazzo Spada, thans de zetel van de Raad van State, waar veel van de actie zich afspeelt. Een barok juweel, onlangs in zijn originele romige witheid gerestaureerd, waar allerlei carabinieri en dignitarissen tussen blote goden en putti manoeuvreren. Vanaf de hoge muren kijkt Fabrizio Spada in plechtig scharlakenrood minzaam op de bezoekers neer, die zich op hun beurt vergapen aan het wonderlijke valse perspectief van Borromini, die in een paar meter de illusie van een lange zuilenrij creëert.

Nog meer carabinieri bij de Villa Spada, het ‘fraaie zomerverblijf ter aangename verpozing’ van de familie, waar het fameuze huwelijksfeest in het boek zich afspeelt. Hier is tegenwoordig de Ierse ambassade bij de Heilige Stoel gevestigd en pottenkijkers zijn er niet welkom. Als alternatief zijn er de Villa Medici en Villa Borghese, met hun heerlijke tuinen en volières, en het Casina Valadier, waar we in navolging van de kardinaals in Secretum een chocoladevieruurtje houden. Aan de godendrank, met vanille, anijs of zelfs peper, wordt in het boek zowaar een sonnet gewijd. En nee, helemaal onschuldig is het chocoladeritueel niet, want bij de hogere clerus werd het destijds als een ‘onbeschaamde Spaanse frats’ beschouwd, een partijdig teken met het oog op het komende pausenconclaaf.

Twee keer is Francesco Sorti bij wijze van research de steeds nauwer wordende spiraaltrap naar de koepel van Sint-Pieters opgerend, kwestie van de finale achtervolging in Secretum te timen. Voor mij volstaat één keer ruimschoots. Duizelig en buiten adem kijk ik neer op het Sint-Pietersplein, de privé-vertrekken van de paus, de tuinen van het Vaticaan. “Als kind woonde ik hier zo dichtbij dat we radio Vaticaan via de wasmachine konden ontvangen”, grijnst hij. Later ging hij zelf bij de zender werken. Maar nu is het contact grondig verstoord. “Toen mijn vrouw en ik na onze studies in de journalistiek terechtkwamen, waaide er een nieuwe wind door Italië. Het was de periode van mani puliti, een hoop oude machthebbers waren aan de kant geschoven en we waren ervan overtuigd dat we de waarheid zouden kunnen schrijven. Bovendien hadden we het geluk in contact te komen met hooggeplaatsten uit de wereld van politiek, economie en gerecht die ook blij waren met de nieuwe openheid en die ons introduceerden in een wereld waarvan we het bestaan nooit vermoed hadden. Lang heeft die openheid niet geduurd, de waarheid schrijven bleek een illusie. Maar als je eenmaal kritisch hebt leren denken, ben je je naïviteit voorgoed kwijt. Trouwens, niet wat je denkt, maar hoe je denkt is belangrijk en vanuit die kritische houding wroeten we nu in het verleden.”

Even later staan we op de lieflijke glooiing van de Janiculus, met zicht op de koepel van Sint-Pieters. Hier stond vroeger Il Vascello, een villa als een varend kasteel waar de ‘helden’ van Secretum allerlei schimmige avonturen beleven. Tegenwoordig is er de vrijmetselaarstempel Grande Oriente d’ Italia gevestigd. En waar we op de meeste andere haltes van de ‘Secretum-tour’ met een zeker wantrouwen ontvangen werden en niet mochten fotograferen, zijn de sigarenrokende gastheren van de loge bijzonder gastvrij. Niets mysterieus in deze werkplaats, maar des te meer in de vijf volgende thrillers van Monaldi en Sorti. “Een soort Harry Potter voor gevorderden ?” wil ik weten. Rita Monaldi kijkt een tikkeltje geschokt. “Het volgende boek heet Veritas, zoals de gesluierde vrouw in Pirandello’s Uno, nessuno e centomilla. Als iemand haar vraagt wie ze is, antwoordt ze : Ik ben degenedie u denkt dat ik ben. Voor mezelf ben ik niemand. Maar de echte boodschap in onze boeken zal pas blijken uit de zeven titels. Vijf zijn al bekend : Imprimatur secretum veritas mysterium unicum. De oplossing schuilt in de overige twee…”

Linda Asselbergs l Foto’s Linda Asselbergs e.a.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content