van leven zappen

Even tabula rasa maken om daarna een nieuwe start te nemen : de mens zou de mens niet zijn als hij er niet stil van droomde. En toch zijn het voorlopig enkelingen die de droom waarmaken. Ergens onderweg het roer omgooien ? Makkelijk is anders. Maar de moeite loont, zo blijkt.

Wat te zeggen van Philippe Lacroix ? Topgangster wordt leraar. Tussen 1983 en 1986 overvalt hij met de bende van Patrick Haemers tientallen postkantoren en geldtransporten, en als koninginnenstuk ontvoert hij eind de jaren tachtig politicus Paul Vanden Boeynants. Na veertien jaar brommen haalt hij vastbesloten zijn diploma Germaanse talen, en als alles goed gaat, staat hij sinds deze maand voor de klas. “Het verleden is het verleden”, verkondigt hij zelfverzekerd. “Ik ben een nieuwe richting ingeslagen en kijk naar de toekomst.”

Van leven zappen. Al is het dan meestal veel minder sensationeel dan de spoorwissel van Lacroix, we zien het steeds vaker gebeuren. Nog altijd door een dappere minderheid, maar het roer omgooien zit duidelijk in de lift. We zouden het meewarig kunnen situeren in de ongeduldige context van de huidige zaptijden, maar filosofen zijn formeel : het is van álle tijden, want net eigen aan de menselijke natuur om op tijd en stond een andere koers te willen varen. Alleen is het pas sinds we ons onttrokken hebben aan dat argusoog van Kerk en Staat, dat we de ademruimte vinden om dat ook werkelijk te doén.

Muto ergo sum

Meer nog : het filosofendom acht af en toe een nieuw begin zelfs aanbevelenswaardig. Zo is het volgens de Franse filosoof Alain Badiou een voorwaarde om werkelijk te leven. Zonder de mogelijkheid te veranderen, zijn we volgens hem weinig meer dan apen op zoek naar de volgende banaan. Het is de mens als enig dier gegeven om zijn leven geregeld in de weegschaal te gooien, en om een nieuwe start te nemen. Of nog : Muto ergo sum. Ik verander, dus ik ben. De Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt beaamt het : een mens is juist een mens omdat hij opnieuw kan beginnen. Arendt raadt wel sterk aan om de switch binnen de bestaande realiteit te laten gebeuren, en om niet te proberen de klok helemaal terug te draaien. Iets nieuws opstarten, betekent volgens Arendt níét dat we eerst alles moeten achterlaten en onszelf en ons verleden moeten ontkennen. Echt opnieuw beginnen vergt de moed om in de stroom van je leven iets nieuws op de sporen te zetten.

Dat het moed vergt, is hoe dan ook duidelijk. Iets onbekends boezemt angst in. Bovendien verlangen we van nature naar stabiliteit en continuïteit, al was het maar om onszelf te kunnen identificeren met de mensen en de dingen rondom ons.

Hier en daar vindt een dappere die moed. En dat inspireert. Zoals de beslissingen van Ellen Cleeren, Lies Martens en Jan Gevaert. Drie mensen die besloten om het professionele roer helemaal om te gooien, en daarmee meteen ook hun leven grotendeels te hertekenen. Geen evidente stap, zoveel is duidelijk. Maar wel een heilzame, zo lijkt.

‘Een kinderdroom móét je waarmaken’

Lies Martens : “Ik weet nog waar ik was. Hoe het rook, hoe warm het was en hoe opgetogen ik me voelde toen ik het plechtig aan mijn moeder verkondigde : ‘Later wil ik bloemist worden.’ Zes, was ik. En ik ben het nooit vergeten. Als was het een belofte aan mezelf.”

“En toch vervaagde die kinderdroom. In de plaats kwam het verlangen om journalist te worden. Om te presenteren ook, om voor televisie te werken. Ik heb dictie gevolgd, toneel gespeeld : ik was er dus in mijn jeugd al volop mee bezig. Maar de televisiedroom leek lange tijd onrealistisch. Wie droomt daar trouwens níét van ?”

“Na mijn studies politieke wetenschappen ging ik werken op de archeologische site in Ename, bij Oudenaarde. Tot ik een advertentie in het oog kreeg voor een soort talentenjacht voor nieuwe presentatoren bij de VRT. Ik heb mij ingeschreven en tot mijn grote verbazing heb ik die nog gewonnen ook. Zo ging de bal aan het rollen. Ik werkte bij Vlaanderen Vakantieland toen ze me vroegen om aan het journalistenexamen deel te nemen. Daarna werkte ik een tijdlang voor het journaal en voor Koppen. Dan is Jan Van Rompaey me komen ‘halen’ om mee te werken aan Ombudsjan en uiteindelijk had ik mijn eigen programma Klant is koning, de kroon op het werk, zeg maar. Intussen ben ik weer waar ik begonnen ben, bij Vlaanderen Vakantieland. En eerlijk : daar voel ik me ook het best. Ik ben graag buiten, eet graag, ontmoet graag nieuwe mensen. In zekere zin is de cirkel rond. En het is een verdomd mooie cirkel geweest.”

Dé vraag

“Na tien jaar televisie begon ik de balans op te maken. Nogmaals : ik had het gevoel dat de cirkel rond was. Dat het tijd was voor een nieuwe toekomst. Ik ben iemand die projecten nodig heeft. Die moet kunnen uitkijken naar iets. En dat begon moeilijk te worden bij de VRT. Ik ben ook geen echte journalist. Als ik met vakantie ben en er gebeurt iets in België, dan kan ik alleen maar denken : ‘Godzijdank ben ik met vakantie.’ Een echte journalist denkt uiteraard het tegenovergestelde.”

“Ik heb mezelf verplicht om dé vraag te stellen : ‘Wanneer ben je voor het laatst ’s morgens uit bed gestapt met het gevoel : Kom hier met die dag ! Ik kan niet wachten om eraan te beginnen !’ Het antwoord was confronterend. Die tien jaar televisie hebben me zelden zo’n gevoel gegeven. Wanneer ik dat wel had ? Toen ik in mijn studentenjaren meewerkte in de bloemenzaak van mijn toenmalige vriend. Om vier uur opstaan en om vijf uur op de bloemenveiling zitten : ik vond dat fantastisch. ’s Nachts om drie uur nog volop bezig zijn met een bloemen- creatie : heerlijk. Dát was de tijd dat ik niet kon wachten om aan de dag te beginnen. Best wel confronterend om dat te beseffen. Maar ook een grote hulp om de stap definitief te zetten.”

“Dan ben ik prompt begonnen aan de ondernemersopleiding florist. In juni ben ik officieel afgestudeerd. Begin november stop ik met televisie. En 8 en 9 december is het de opening van mijn bloemenatelier. Het wordt geen winkel. Ik zal alleen creaties maken op bestelling. Voor particulieren, maar vooral voor bedrijven. Voor recepties, feesten, of, bijvoorbeeld, als decoratie op de ontvangstbalies van bedrijven. Vooral business to business, zeg maar.”

“Uiteraard was het belangrijk dat mijn vriend en familie achter de beslissing stonden. Maar dat deden ze allemaal, en meteen. Mensen die mij alleen kennen van televisie, schrikken van mijn beslissing. Mensen die me wel kennen, vinden het de meest logische stap die ik kon nemen. Maakt het idee me soms onzeker over de toekomst ? Ja, natuurlijk wel. Maar het was nu of nooit. En een kinderdroom móét je vroeg of laat waarmaken. Toch ?”

Openingsweekend bloemenatelier Lies Maria Rosa op 8 en 9 december, Houten Schoen 82,

9100 Sint-Niklaas. www.liesmariarosa.be .

‘Een nieuwe start is de ultieme verjongingskuur’

Ellen Cleeren : “Dertien jaar ben ik voltijds advocaat geweest. Het gros van de tijd werkte ik als curator : faillissementen opvolgen en afhandelen. Daarnaast bleef ik ook werken aan de balie. Ik was geëngageerd, was bijvoorbeeld ook een aantal jaren secretaris bij het Bureau van Consultatie en Verdediging en lid van de Orde van Advocaten in Gent… Ik was echt gráág advocaat.”

“Al was mijn keuze om rechten te studeren er vooral een om nog géén keuzes te moeten maken. Een brede richting, ik zou achteraf wel zien. De eerste drie jaar van de verplichte balie-ervaring moet je er pro-deo- opdrachten bijnemen. De verhalen van die mensen boeiden me enorm. Als advocaat moet je er de elementen uit distilleren die je pleidooi steunen, en die een juridisch verhaal structureren. Maar ik was veel meer geïnteresseerd in die mensen zelf. In hun zijn, hun denken, hun dromen.”

“En dan komt het grote cliché : een reeks reizen naar Afrika. Ik vind het vreselijk om dat te zeggen, clichématiger kan het nauwelijks. En toch is het echt zo. Ik kwam thuis en ik kon niet meer om de vraag heen : ‘Is dit het nu ?’ Na al die jaren begon mijn werk nogal repetitief te worden. Bovendien begon ik me te ergeren : ‘Mensen toch, met een beetje gezond verstand kunnen jullie nu toch een compromis vinden voor jullie geschil ?’ Ik vond het na die reizen moeilijk om daar nog veel energie voor op te brengen. Ik voelde dat de adrenaline en het enthousiasme van de begindagen ver weg waren.”

Intuïtie gevolgd

“Op een dag hoorde ik iemand vertellen over een nieuwe masteropleiding journalistiek. En ik wist meteen, intuïtief : ‘Dát is het. Dat ga ik doen.’ Mijn vriend was enthousiast, en dan heb ik geen seconde meer getwijfeld. Ik heb mij laten schrappen als advocaat, mijn bureau stopgezet, en ik ben een jaar opnieuw gaan studeren. Op mijn 37ste. Een sprong in het duister ? Absoluut. Zeker omdat ik van overal hoorde dat het onbegonnen werk is om je op die leeftijd zonder enige ervaring alsnog in de journalistiek te wagen. Maar ik wou het proberen. En ja, mijn medestudenten waren zowat vijftien jaar jonger, maar dat hinderde niet.”

“En dan kwam mijn stage bij De Tijd. Dat was het lastigste. Mensen vonden het vreemd : ‘Een advocate die alles opzegt om journalist te worden ? Da’s een mislukte advocate, kan niet anders.’ Het is mij nooit zo gezegd, maar ik voelde dat wel. Ik moest me helemaal opnieuw bewijzen. En dat was hard, ja. Maar het is gelukt. Ik mocht blijven.”

“Ik voel me bijzonder gelukkig met de switch. Je kunt je geen betere verjongingskuur bedenken. De creativiteit die de journalistiek elke dag opnieuw vraagt, vind ik heerlijk. En is er een job die je een mooier excuus geeft om een leven lang bij te leren ? Mijn verleden komt me bovendien meer dan eens van pas. Ik moet vaak advocaten interviewen en dus kan ik het jargon makkelijker oppikken en ook doorprikken, als dat moet.”

“Zou ik het gedaan hebben mocht ik kinderen hebben gehad ? Ik kan daar geen eerlijk antwoord op geven. Misschien niet. Nu had ik alleen mezelf om me zorgen over te maken. Is er moed nodig om opnieuw te beginnen ? Zo voel ik het niet aan. Ik heb gewoon mijn zin gedaan. Mijn intuïtie gevolgd. Ik denk wel dat je het écht moet willen, als je iets nieuws opstart. Niet aarzelen, niet twijfelen, niet te veel ‘en wat als’-overwegingen. Gewoon doen. Dan schuurt er achteraf geen ‘Had ik maar’.”

‘Ik kom vrijwel zeker niet terug naar België’

Jan Gevaert : “Ik deed mijn werk graag. De Kokodril had ik zelf opgestart. Ik had mijn vaste klanten van wie velen goede vrienden geworden waren, en ik was best trots op de zaak. Maar heimelijk liep mijn leven vast. Mijn toenmalige vriendin drukte me op een gegeven moment met de neus op de feiten : ik had veel te veel stress, dronk net iets te veel, en werkte dag in dag uit. Ik had geen ademruimte, geen vrijheid.”

“Van reizen en van Afrika ben ik altijd al gek geweest. Op de duur begon ik in De Kokodril, tijdens het werken, onophoudelijk te dagdromen over een leven in Afrika. Het is niet het vertrek uit België dat me een tijdlang tegenhield. Wel de durf die me ontbrak om mijn eigen opgestarte zaken van de hand te doen. Uiteindelijk heb ik toch de stap kunnen zetten door de zaak gewoon te sluiten. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om De Kokodril over te laten en dan achteraf te moeten horen dat de goede naam kapot werd gemaakt. Daar zou ik niet mee hebben kunnen leven. Dus dan maar liever gewoon de boeken toe.”

“Afrika dus. Dat was het doel. Ik besloot om meteen ook een jongensdroom waar te maken. En dus heb ik de overtocht naar hier met de motor gemaakt. Samen met een vriend. Over de reis naar hier heb ik geblogd op www.stanandstone.com.”

Eenvoudiger, dus makkelijker

“Intussen ben ik operations manager van twee lodges : een net buiten de Conservation Area van Ngorongoro Crater en een bij Lake Eyasi. Twee derde van de tijd ben ik in de stad, Arusha, om reserveringen en vragen te behandelen van potentiële klanten, om de boekhouding te verzorgen en de voorraden klaar te maken voor beide lodges. Daarnaast ga ik vier keer per maand naar de lodges om er de voorraden te leveren en er de vinger aan de pols te houden.”

“Dagen hier beginnen vroeg en zijn erg druk in het hoogseizoen, maar toch veel minder stresserend dan in België. In de lodges begint de dag meestal voor zes uur ’s morgens en houdt hij pas op als de gasten gaan slapen.”

“Ik ben véél gelukkiger nu. Mijn hartklachten zijn voorbij, ik ben vijftien kilo vermagerd en ik kan veel makkelijker relativeren. Vanuit mijn tuin kan ik Mount Meru zien, de tweede hoogste berg van Tanzania, dicht bij de Kilimanjaro. Telkens als ik de ondergaande zon zie op Mount Meru, weet ik waarom ik hier ben. Het leven is zoveel eenvoudiger. Dat drukt uiteraard meteen ook het aantal mogelijkheden, maar net dat maakt het zoveel makkelijker. Al zijn er uiteraard ook momenten waarop ik me erger aan sommige cultuurverschillen. Maar dat mindert. De oprechtheid van de mensen hier, maakt alles goed.”

“Ik kom vrijwel zeker niet meer terug naar België. Al heb ik geen toekomstplannen. Van dag tot dag gaat al veel te snel. Wat zou ik me zorgen maken over morgen zolang vandaag er nog is ?”

Jan.gevaert@gmail.com

Door Guinevere Claeys I Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content