Vallen en andere soorten liefde
Het is zowel een prachtig reisverhaal, een trektocht door Amerika en door een zielsgeschiedenis, als een Bildungsroman waarin verteld wordt over de vele soorten liefdes die een mens leert voelen. Het is het verhaal over meisjes die groot worden, ondanks alles. Engelentijd van Martha Mc Phee.
Anna Luyten / Foto Lieve Blancquaert
M amma leerde zonder aarzelen of omkijken achterovervallen in de armen van vreemden. Ze leerde vrij vallen, met ontspannen armspieren en een open geest, de bittere lucht van zweet vermengd met muffe sigarettenrook inademend, de gedachte aan vrijheid inademend met haar handen langs haar zij, zich met haar vingertoppen aan de stof van haar jurk vastklampend, haar rood gestifte lippen tot een glimlach gekruld. Eerst was ze bang om te vallen. Ze wilde omkijken… Maar tenslotte lukte het haar en liet ze zich vrij vallen in uitgestoken armen die haar opvingen, haar vastgrepen onder de oksels, haar vastgrepen met vingertoppen die zich in het zachte vlees van haar borsten drukten. Ze was een menselijke pilaar en ze viel en viel en viel, tot ze voor Anton viel. Anton was haar therapeut.
Vanaf deze eerste paragraaf tot het laatste hoofdstuk klinkt het verhaal in Engelentijd als een schitterende compositie. Op een cynische toon die door lichtvoetigheid en nuchtere humor nog wordt versterkt, hekelt Martha Mc Phee het gedrag van sommige volwassenen in de tijd dat de hippiegedachten bij het gros van de middenklasse ingang kregen. Ze toont langs de omweg van de schuldeloze kinderstem hoe pseudo-spiritualiteit in de plaats kwam van gezond verstand. En het boek gaat over meer : de eerste periode in de geschiedenis van de massale echtscheidingen en hoe ouders en kinderen met dit nieuwe fenomeen moesten leren omgaan. Het gaat over de nieuw samengestelde gezinnen, kinderen die plots nieuwe broers en zussen krijgen en de vele emotionele lagen waaruit een familie wordt opgetrokken.
De jaren zeventig. Kate, een meisje van acht, vertelt hoe haar vader op de dag van de eerste maanlanding, 21 juli 1969, haar moeder verlaat voor een vrouw die hem nog meer liefde belooft. De moeder blijft verweesd achter en de drie dochters gaan zich om haar bekommeren. Tot op de dag dat hun moeder de workshop van Anton besluit te volgen. Een cursus die de ronkende en daarom op voorhand al vals klinkende titel Romantische liefde en seksuele gelijkheid meekrijgt. Anton verkoopt zijn ideeën zo goed dat Kate’s moeder voor altijd klant wil blijven. Samen met haar dochters verlaat ze haar ooit zo veilig gewaande thuis. Het gezin voegt zich bij dat van Anton, die vijf kinderen huisvest in een camper. De hele bende wordt met de camper door het Amerikaanse Westen gevoerd. In dit nieuwe leven worden de meisjes plots geconfronteerd met nieuwe broers en zussen die ze moeten leren liefhebben en een moeder die haar best doet om vreemden te behagen. Ze weten geen blijf met de grote vrijheid. Ze ervaren rondom zich spirituele verdwazing en goedgelovigheid. Ze komen in contact met drugs en alcohol en horen zinloze discussies. De volwassenen waarop ze willen steunen, zijn vooral met zichzelf bezig. De dochters hunkeren naar de veiligheid die hun vader hun bood.
De schrijfster van dit uitstekend debuut is de 32-jarige Martha Mc Phee. Een tijd geleden vertaalde ze samen met haar zus de memoires van de paus. ?Ach,? zegt ze, ?het was maar een project. Mijn zus is vertaalster en vroeg me of ik haar bij die vertaling wilde helpen. We zijn helemaal niet katholiek. Ik ben het absoluut niet met alles eens van wat er in dat boek staat. Maar ik respecteer de man.?
Niet het pauselijk werk maakte haar bekend, wel heeft ze haar glorie te danken aan deze eerste roman. De titel Engelentijd verwijst niet naar cherubijnse geschiedenissen, maar naar een periode in de geologische geschiedenis. Nadat enkele delen van dit boek in Amerika’s vooraanstaande tijdschrift The New Yorker verschenen, werd Mc Phee een naam waar men in literaire kringen nieuwsgierig naar uitkeek.
Het boek is nog maar net gepubliceerd en al vertaald in het Duits, Italiaans en het Nederlands. Enkele weken geleden bezocht de New Yorkse Martha Mc Phee Amsterdam en Antwerpen om het voor te stellen.
?Het verhaal van Kate is natuurlijk ook mijn verhaal?, zegt ze. ?Met het grote verschil dat ik nog maar vijf jaar oud was toen mijn ouders scheidden. Ook mijn moeder maakte in de jaren zeventig in de zoektocht naar zichzelf in de eerste plaats kennis met haar therapeut. Ook wij trokken met een camper en kinderen die niet onze broers of zussen waren door Amerika.?
Je drijft vooral de spot met de valse bewustzijnsshopping en het spiritualisme van de jaren zeventig. Hoe kijk je nu, te midden van de huidige New Age-tendensen, terug naar die periode ?
De New Age-Verlichting van vandaag is een uitloper van wat de hippies begonnen zijn. Neem nu de plaats Esalen, de plaats waarnaar Kate’s moeder afreist om er Anton te ontmoeten. Ik kwam er met mijn moeder en mijn drie oudere zussen toen ik vijf was. Overal werden workshops georganiseerd. Mijn moeder werd er verliefd op een gestalttherapeut die er ook verbleef. Ik herinner me dat er overal verbodstekens stonden voor kinderen. De mooie ideeën die de zestigers er hadden gehad, waren verwaterd. Ik herinner mij als kind vooral veel blote mensen en gesprekken over seks.
Ook Anton, de vriend van de moeder, is in je boek een therapeut. Hoe autobiografisch is dit werk ?
Er zitten veel parallellen in met mijn eigen leven. Mijn moeder werd verlaten door mijn vader toen ze 34 was. Ik herinner me uit die periode vooral kleine, dagelijkse dingen. Zo gaat dat meestal met fictie. Je gebruikt die verre herinneringen als het zaad dat je door je verbeelding laat ontkiemen.
(Denkt even na. Dan lachend en enthousiast) Mijn moeder voerde in die tijd een echte zelfbewustzijnsactie. Ze geloofde in de leer van EST, waarin alles om psychologisch bewustzijn draaide. Als ik hoofdpijn had, dan riep ze uit : ?Welke kleuren zie je ? Geef vormen aan je hoofdpijn…? Dankzij haar is mijn verbeelding aangescherpt.
Hoe sta je nu, opgegroeid tussen die hippiegedachten, tegenover die cultussen ?
Ik haat ze niet maar heb er wel heel wat kritische bedenkingen bij. Ik zie rondom mij hoe dat gezonder-gaan-leven-gedoe, het lichaamsbesef, de opgelegde leerstellingen voor een beter en gelukkiger leven de mensen weer zijn gaan beheersen. Ik neem daar afstand van. Ik volg geen yoga, ik volg geen bepaald dieet. Ik heb ervoor gezorgd dat ik genoeg gereserveerdheid opbouwde om te beletten dat mijn leven door andermans gedachten beheerst zou worden. Mijn moeder was daar niet krachtig genoeg voor. Zij volgde met al haar hoop een man om zijn mooie verhalen.
Je beschrijft in je boek indirect ook de zielsgeschiedenis van de moeder en wat er met haar gebeurde na de scheiding.
Ik vond het belangrijk om dat nu, in de jaren negentig, te doen. Als een telg van de eerste generatie volwassenen die gescheiden ouders heeft. In de jaren zeventig hadden mensen nauwelijks weet van wat dat betekende : echtscheiden. Niemand had het hen ooit voorgedaan. Ik hoop dat dat voor de gescheiden mensen van nu toch iets anders is. Ik zal zeker niet pleiten tegen echtscheidingen. Ik hoop alleen dat die generatie van mijn moeder door al die ellende is gegaan om voor de volgende generatie iets beters te bekomen. Toen mijn vader er met een andere vrouw vandoor ging, had mijn moeder geen enkel benul van het leven buitenshuis. Ze kon niet eens een cheque uitschrijven. Mijn vader verliet ons en plots zat ze alleen met vier dochters. Na een jaar van diepe depressies en angstaanvallen heeft ze alle moed bijeengeraapt en stampte ze een eigen fotozaak uit de grond. Het werd een succes. Met het geld dat zij verdiende, kon ze haar eigen familie, mijn stiefvader en diens kinderen onderhouden. Toen ik 23 was, werd ik enorm verliefd op een Italiaanse jongen met wie ik wilde trouwen. Ik zal nooit vergeten wat mijn moeder toen zei : ?Voor je trouwt, moet je goed weten wie je zelf bent, ik ben veel te laat naar mezelf gaan zoeken.? Ik heb haar woorden overwogen en ben niet met die man getrouwd.
Onlangs ben je dan toch getrouwd. Zij het met een andere man. Je man, de dichter Mark Svenvold, schreef in het tijdschrift Harper’s Bazaar een artikel waarin hij de spot dreef met je wil om er een groots opgezet feest van te maken.
Dat grote feest, het was een belachelijk idee van mij. Ik wilde een oude traditie verderzetten. Ondanks alles trap je toch in dat romantisch idee van de grote huwelijkstaart. Ik heb aan dat feest natuurlijk niets gehad. Alleen maar zenuwen. Een tijd voordien waren we op een heel intieme wijze met elkaar getrouwd. Nadat men ons verteld had dat Mark een ongeneeslijke vorm van kanker had, besloten we te huwen.
Na twee maanden bleek de diagnose verkeerd te zijn. Ik verzeker je dat we door een hel zijn gegaan. Het is onvoorstelbaar hoeveel artsen we hebben geraadpleegd. Hoeveel stervende leeftijdsgenoten we gesproken hebben. Mijn schoonbroer heeft de ziekte van Hodgkin. Ik leef nu nog altijd met de angst dat er plots een arts opstaat die zegt dat mijn man toch kanker heeft. Als hij nog maar bleekjes wegtrekt of vermagert, raak ik in paniek. Ik kan geen afscheid nemen.
Verlatingsangst.
Verschrikkelijk ja. Ik kan geen afstand nemen van dingen en mensen. Mijn man noemt het lachend mijn apocalyptische verbeelding. Het is een slechte gewoonte, maar ik heb al van jongsaf de neiging om de slechtst mogelijke scenario’s te bedenken. Ik tracht me van alles het ergste voor te stellen zodat het uiteindelijk toch nog meevalt. Toen ze ons vertelden dat mijn man zou sterven, leek dat scenario bijna waarheid te worden. Ik denk dat ik die manie om mij op het ergste voor te bereiden, gekregen heb toen mijn vader is weggegaan. Ik was vijf. Ik was zijn lieveling. Ik was nog zo klein. Ik vertrouwde hem. Hem niet meer bij mij hebben, was het ergste wat mij toen kon overkomen. En het overkwam mij ook.
Kan je dat voorkomen door een huwelijk ?
Vijftig procent van de huwelijken in de VS loopt uit op een scheiding. Ik weet dat. Ik denk dat ik er alles voor zou doen om niet door die pijn van de scheiding te moeten gaan. Geef mij liever het gevecht voor een huwelijk dan die langzame, tergende pijn van een scheiding.
Je werd gedropt in een nieuwe familie. Opnieuw samengestelde gezinnen zijn nu geen uitzonderingen meer. Jij was de eerste generatie die er moest in opgroeien. Was het vreemd ?
Nu hebben dat soort families een naam gekregen. Ik hoorde onlangs zelfs de term blended family. In onze tijd waren daar geen uitdrukkingen voor. Op school moest ik altijd een tekening maken van ons gezin, met de vele vertakkingen erbij. Want als ik het vertelde, begreep niemand er iets van. Mijn stiefvader had vijf kinderen van een andere vrouw, mijn moeder en mijn vader hadden samen vier kinderen. Mijn stiefvader en mijn moeder hadden samen ook nog een kind. Ik groeide hoofdzakelijk op in dit gezin van tien kinderen. Als we naar mijn vader gingen, kregen we daar te maken met de vier kinderen die de nieuwe vrouw van mijn vader had. We waren dus met z’n veertienen thuis.
Mijn stiefvader wilde meer een gevolg dan een gezin. Mijn stiefvader wilde zijn vrijheid. Wij leefden een tijd op een boerderij in South New Jersey en maakten verre trips naar Europa en Mexico met de camper. Het was soms best wel gezellig. Anderzijds geeft het leven in zo’n grote familie je een gevoel van verlatenheid. Niet dat ik me eenzaam voelde, ik hunkerde er soms naar om alleen te zijn, maar ik verlangde meer geborgenheid.
Kon je als ?onechte? broers en zussen echt houden van elkaar ? In je roman wordt dat op een halsstarrige wijze van de kinderen geëist.
Bloed is dikker dan water. Dat je elkaar moest liefhebben zoals je je eigen zus of broer liefhad, dat was een leugen. Drie jaar geleden is mijn stiefvader gestorven. Op zijn begrafenis heb ik me voor het eerst afgevraagd of ik nu wel echt van de andere kinderen heb gehouden. Ik denk dat we dat niet deden. Na de dood van mijn stiefvader kreeg ik samen met mijn zussen het gevoel dat we na al die jaren eindelijk onze eigen moeder weer terughadden. In die grote familie deed ze zo haar best om ook een moeder voor de kinderen van haar vriend te zijn, dat ze voor ons verdwenen leek.
In je boek laat je de kinderen op een stille wijze onder de scheiding van hun ouders lijden. Je tekent hun verdriet.
Het is belangrijk om dat te doen. Ik heb mijn vader erg gemist. Het is iets vreemds. Zelfs al was hij heel dichtbij op een gegeven moment woonden we niet zo ver van hem af , toch vond ik het erg pijnlijk om hem niet langer samen met mijn moeder te zien. Het was alsof een deel van mezelf is weggegaan. Je blijft toch altijd denken : mijn moeder en mijn vader, ze hebben mij tenslotte samen gecreëerd. Je voelt je als kind verworpen als een deel van die twee-eenheid weggaat. Ik denk dat het voor een kind wel belangrijk is hoe de achterblijvende ouder reageert. Mijn moeder was mijn vader hartsgrondig gaan haten. Door haar haat voelde ik me nog meer schuldig. Ik was ook gemaakt uit vader en het voelde alsof ze mijn vaders deel in mij ook verwierp.
Denk je dat het nu anders is ? Dat mensen anders omgaan met echtscheidingen ?
Ik weet niet hoe het nu is. Ik denk dat er in die jaren zeventig, bij het begin van de echtscheidingen, veel kinderen gekwetst zijn geweest. Wij vergeten vaak hoe bewust kinderen zich zijn van alle factoren van hun omgeving. Kinderen zijn als kleine radars.
Het is opmerkelijk hoe verantwoordelijk de kinderen in je roman zich wel voelen ten opzichte van hun ouders.
Kinderen die in zo’n situatie opgroeien, zijn sneller volwassen. In het begin van de scheiding was mijn moeder erg depressief. Wij zorgden voor haar. Als je moeder je beschouwt als een vertrouweling aan wie ze haar angsten kwijt moet, blijft er voor een kind geen tijd meer over om te denken aan spelen. Kinderen zijn aan de ene kant snel gelukkig, maar anderzijds is er zoveel dat hun onwetendheid wegneemt. Ik denk dat mijn ervaringen uit mijn kindertijd me een ongelofelijke diepgang hebben geschonken. Ik weet niet wat er met me gebeurd zou zijn als mijn ouders samen waren gebleven. Ik zou mij waarschijnlijk veiliger gevoeld hebben in de wereld.
Wat wil je nu ?
Ik heb het gevoel dat ik nu met alle macht een succesvol huwelijk wil. Ik wil die contintuïteit van liefde kunnen begrijpen. Ik heb het gevoel dat ik nu mijn moeders dromen vervul. Een goed huwelijk is er een van. En mijn moeder had altijd schrijfster willen worden.
Wat na dit debuut ?
Ik blijf werken als freelancer voor Harper’s Bazaar. Ik werk aan een nieuwe novelle, een roman over de dood. Eigenlijk is het een vervolg op deze roman. Een antwoord op de vraag wat er gebeurt als de stiefvader sterft. Natuurlijk heeft dat allemaal te maken met de dood van mijn stiefvader. Samen met mijn twee zussen, de ene is ook schrijfster en de andere is fotografe, werk ik nu aan een boek over meisjes. We willen het positieve van het meisje-zijn te boek stellen.
Martha Mc Phee, Engelentijd, Meulenhoff, 1997.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier