‘Uw kinderen zijn niet veilig’
Toen de sluipschutter van Washington nog niet gepakt was, schreef de New Yorkse roddelcolumniste Liz Smith dat een collega haar had gezegd dat hij zijn achterwerk zou ontbloten in de etalage van Macy’s als de dader geen buitenlander zou blijken te zijn. Ik weet niet of de man zijn belofte heeft gehouden maar als hij het deed, hebben zijn billen het nieuws niet gehaald. Eerlijk gezegd, toen de sluipschutter dat briefje achterliet waarop stond: “Uw kinderen zijn niet veilig, nergens en op geen enkel moment”, ging het ook door mijn hoofd dat de moorden wel eens een nieuwe, goedkope en efficiënte vorm van internationaal terrorisme zouden kunnen zijn. Zoals te voorspellen was, bereikte de paniek na die verwittiging nieuwe hoogten. “Uw kinderen zijn niet veilig.” Het klonk zo luguber. En waar. Wijze woorden uit de mond van een gek.
De sluipschutter en zijn handlanger, zelf een kind van zeventien, zijn intussen opgesloten maar de kinderen zijn nog lang niet veilig. Ook vandaag zullen, zoals elke dag, minstens acht Amerikanen jonger dan negentien worden doodgeschoten. Tussen dertig en veertig Amerikanen zullen tegen vanavond met een vuurwapen vermoord zijn en tussen veertig en vijftig zullen zichzelf een kogel door het hoofd gejaagd hebben. Omdat ze alledaags zijn, zullen die tachtig doden het avondjournaal niet halen. Ze zullen geen paniek verwekken, net zomin als de vijftien andere moorden die in Washington gepleegd werden terwijl de sluipschutters er tien mensen doodschoten. Voor Washington, een van de gevaarlijkere steden van het land, zijn vijftien ‘gewone’ moorden op twee weken aan de lage kant.
In haar buurstad Baltimore, tegenwoordig de gevaarlijkste in de VS, staken drugdealers intussen het huis in brand van een vrouw in een armenwijk die geprotesteerd had tegen hun straatterreur. Zij, haar man en haar vijf kinderen kwamen om in de vlammen. Voor de politie van Baltimore was de zaak geen verrassing. De vrouw had regelmatig opgebeld om de bedreigingen van de dealers te rapporteren. “We kunnen er weinig aan doen. Misschien moet u maar verhuizen”, had de politie haar geadviseerd.
Precies dezelfde woorden kregen we te horen van New Yorkse agenten eind de jaren tachtig, toen wij en andere bewoners van onze straat, verscheidene met kinderen, om bescherming vroegen tegen een agressieve, aan crack verslaafde buur. Het is waar dat de misdaad sindsdien beduidend gedaald is in Amerika. Maar laat de economie nog wat verslechteren, een oorlog met Irak uitbarsten of een nieuwe, verslavende drug die zijn gebruikers agressief maakt de markt veroveren en het aantal moorden schiet zo weer omhoog. Volgens de recentste cijfers is de dalende trend trouwens al gekeerd. Sedert de aanslagen van 11 september is het land in oorlog, zegt Bush, en in tijden van oorlog is het vaak zo dat de burgerbevolking, het voorbeeld van de staat volgend, elkaar meer op de kop slaat. In de VS, waar die burgers meer dan een kwart miljard vuurwapens bezitten, wordt dat slaan gemakkelijk schieten.
De sluipschutter heeft gelijk. “Uw kinderen zijn niet veilig.” Ze zijn ook onveilig omdat de regering veel minder besteedt aan het onderwijs en de gezondheidszorg van Amerika’s kinderen dan aan haar oorlogsmachine. Ze zijn onveilig omdat grote bedrijven hen verslaafd maken aan fastfood, televisie en kalmeermiddelen en hen vergiftigen met luchtvervuiling en pesticiden, onder het welwillend oog van politici die van diezelfde bedrijven miljoenen dollars krijgen. Soms worden kinderen overbeschermd. Zoals in de scholen waar de speeltijd is afgeschaft, uit vrees dat de kinderen zich zouden bezeren, of in andere waar ze urinetesten moeten ondergaan om te zien of ze tabak, marihuana of alcohol hebben geconsumeerd. Soms worden kinderen als kleine volwassenen beschouwd, zoals in staten waar ze, met toestemming van ouders of rechter, vanaf hun veertiende mogen trouwen (ze riskeren wel arrestatie als ze op hun huwelijksreceptie van een glas champagne sippen).
Vooral als het op straffen aankomt, is een kind in Amerika plots geen kind meer. In sommige staten kun je al als tienjarige berecht worden als volwassene, in vele andere is er geen minimumleeftijd voor een volwassen straf, zelfs de doodstraf. Bij die laatste horen Maryland, Virginia, Washington en Alabama, waar de sluipschutters hun moorden pleegden. Al van de eerste uren na hun arrestatie vochten de openbare aanklagers van die staten als leeuwen voor het recht om voor eigen publiek de doodstraf uit te meten aan de psychisch gestoorde Muhammad en de zeventienjarige Mavo, een volgzame jongen wiens jonge leven er een was van verwaarlozing en uitstoting. In Florida zitten vier jongeren levenslang vast voor moorden die ze op hun twaalfde en dertiende pleegden. In Massachusetts werd een meisje dat in 1990 als veertienjarige haar moeder vermoordde met een kandelaar, als kind berecht. Zij studeert nu aan de universiteit.
Hoe verklaar je, als goedmenende Amerikaanse ouder, die tegenstrijdigheden aan je kinderen? Om nog te zwijgen over het lot dat Amerika’s politiek meebrengt voor buitenlandse jongeren, zoals dat half miljoen kinderen dat stierf door de economische sancties tegen Irak. Al goed dat ik geen kinderen heb want ik zou bij God niet weten hoe de dingen eerlijk uit te leggen zonder hen de stuipen op het lijf te jagen.
Jacqueline Goossens
vanuit New York
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier