Margreeth Olsthoorn doorloopt een creatief parcours dat via mode, vintage design en hedendaagse kunst naar haar woning leidt in Rotterdam.

Vroeger vermeed ik Rotterdam, omdat de stad lange tijd onaantrekkelijk was. Sinds enkele jaren is alles veranderd. Tal van bouwprojecten geven de stad een nieuw elan. Op het Schiereiland Kop van Zuid rijst de ene wolkenkrabber na de andere uit de grond. In de binnenstad ontdek je nieuwe restaurants, winkels en grand cafés. De revival van de havenstad begon met de creatie van het Museumpark, waar je onder meer het Nederlands Architectuur Instituut vindt en het Museum Boymans van Beuningen. Het is precies in het verlengde van de straat die naar deze buurt leidt, de Witte de Withstraat, dat je op de twee modezaken van Margreeth Olsthoorn botst. Dit is overigens dé creatieve winkelstraat van Rotterdam. Niet te missen bij een bezoek aan de stad.

De shops van Margreeth springen meteen in het oog. Het zijn geen grote maar wel ongewone kledingwinkels. Ze zijn opgevat als een kunstgalerie en ingericht in samenwerking met de bekende Nederlandse designer Richard Hutten. Vanwaar die originaliteit ? Margreeth laveert graag tussen verschillende artistieke disciplines. Ze studeerde modevormgeving aan de kunstacademie en werkte een tijd als ontwerpster voor dans- en theatergroepen en als stiliste in de modefotografie. Ze was ook samen met enkele vrienden een tijd bezig met hedendaagse kunst. In 1993 begonnen ze de zaak Beljon die onder meer vintage meubilair verkocht. “Toen was dat hier totaal nieuw, in Rotterdam waren we de eersten”, vertelt Margreeth. “Dat was leuk, want je vond die spullen nog gemakkelijk. We zijn begonnen in een schuur waar elk weekend vrienden van vrienden van vrienden op afkwamen. Daarna trokken we naar een oude garage, naast het filmhuis. Daar trof je precies het goede publiek aan. Vervolgens vestigden we ons aan de Oude Binnenweg in een huis met meerdere verdiepingen. Van toen af aan ging ik me meer en meer toeleggen op mode. Daarnaast werkte ik geregeld als stiliste, onder andere voor dansvoorstellingen.”

Margreeth begon ook tweedehandsmode te zoeken voor de verkoop. “Maar dat gebeurde heel selectief. Ik zocht bijvoorbeeld een hele collectie bijeen van dezelfde kleur. Dat was een leuke uitdaging. Ik heb nog steeds een enorme passie voor vintage, ik ben een fashion girl tot op het bot. Goede vintage kan ik nooit laten hangen, maar ik draag het zelf niet dagelijks.”

In haar huidige winkelcollectie is vintage fashion verdwenen. Margreeth spitst zich nu toe op specifieke namen als Martin Margiela en Hussein Chalayan. “Naast die grote namen zoek ik ook kleine. Ik ben de stiliste van mijn eigen collectie en vind het boeiend om nieuwe combinaties te maken. Dus stel ik ook graag creaties voor van totaal onbekende ontwerpers. Ik vind overal iets en ga de laatste jaren vaak op reis, van Kopenhagen tot Parijs en New York.”

Een tijdelijke installatie

Margreeths reizen weerspiegelen zich in de stijl van het interieur van haar woning. Nabij het Museumpark betrekt zij de onderste verdiepingen van een ruim negentiende-eeuws herenhuis. Voor Rotterdam is het een uitzonderlijk pand, omdat er weinig oude huizen ontsnapten aan de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Voor ik er introk was het een vrij modern kantoor. Ik heb het hersteld en eigenlijk weer wat ouderwets gemaakt. Maar het meeste was nog aanwezig, zoals de deuren en de plankenvloeren. Omdat de ruimtes zo mooi zijn, heb ik de woning ‘leeg’ ingericht, maar niet strak. Ik vind een interieur boeiend als je de indruk krijgt dat alles er voorlopig staat. Het is hier alsof alles net is uitgepakt en zo weer ingepakt kan worden, om te vertrekken. Dat is spannend. Dat komt omdat ik vroeger vrij veel reisde. Ik verbleef onder meer een tijd in Israël. Het enige wat ik er had was een koffer en daarmee kon ik meteen weer weg. Ik hou ook van een interieur dat een beetje onaf is. De vloeren mogen wat gehavend zijn, het hoeft allemaal voor mij niet zo perfect te zijn. Dat is een gevolg van het feit dat ik vroeger ‘antikraak’ heb gewoond. Daarbij betrek je tijdelijk, met toestemming van de eigenaar, een pand dat zal worden afgebroken. Je betaalt een kleine huur, maar het is mogelijk dat je er de volgende week al uitgezet wordt. Op die manier bewoonden we ooit een prachtig pand in Den Haag, op het Voorhout nota bene !”

Margreeths interieur lijkt op een tijdelijke installatie. Momenteel exposeert ze ook installaties in haar winkel, omdat ze de zuiver artistieke expressie wil combineren met de dagelijkse dingen van het leven : wonen, werken en handel drijven. Deze creatieve aanpak symboliseert meteen de dynamiek van de stad. “Ik kom hier niet vandaan, maar woon er al lang. Rotterdam trekt meer en meer creatieve mensen aan, omdat het de enige grootstad is in Nederland. Een stad met veel ontwerpers, een goede sfeer en een flinke drive.”

Door Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content