Uitgekleed
Laten we er vooral doekjes om winden : het gros van de mensheid is bloot immers niet om aan te zien.
:: Jan Vanriet is met vakantie.
Wat hen er niet van weerhoudt om ’s zomers bij de geringste temperatuuropstoot zoveel mogelijk textiel uit te trekken. Strikt meteorologisch is daar zelden echt aanleiding toe. Ik hoor het mijn lerares aardrijkskunde op het lyceum nog declameren : “Wij leven in een gematigd zeeklimaat met zachte winters en koele zomers.” Vestimentair vertaald : met wat geven en nemen kom je onze veeleer symbolische vier seizoenen met hetzelfde kloffie door. Zelf gaf juffrouw Marte het voorbeeld door jaarrond een atoomoorlogbestendige oudedamesrok te dragen die onder haar oksels begon en tot ver onder haar knieën reikte. Helaas, samen met de demi-saison en de terlenka plooirok raakten ook pudeur en een kritische perceptie van de eigen anatomie uit de mode. Wat er tegenwoordig op een milde zomerdag allemaal voorbij blubbert en flubbert, je gelooft je ogen niet. Overigens, hoe noordelijker op de wereldbol, hoe groter de neiging tot exhibitionisme. Ooit bevond ik mij omstreeks Pasen in Edinburgh, Schotland. Toen er bij ± 12 °C een bleek lentezonnetje doorbrak, bekende driekwart van de plaatselijke bevolking zich tot mini en teenslippers, met een orgie van melkwit, sproetig vlees en rossige lichaamsbeharing tot gevolg.
Zoals ongeveer alles in dit leven, vervult de zomerse blootdrang mij met gemengde gevoelens. Enerzijds , let it all hang out, zolang het nog duurt leven we in een vrij land. Aan de andere kant kun je je natuurlijk afvragen of de meer esthetisch gevoelige medemens geen recht heeft op enig erbarmen. En laten we niet flauw doen : op sommige outfits zou de dood met de kogel moeten staan. De ‘Pater Pire met vakantie’-look, bijvoorbeeld : een gabardine korte broek boven sandalen en bruine sokken. Shorts in jersey of godbetert badstof voor manspersonen boven de twaalf jaar : er zijn grenzen aan wat een vrouw bij de eerste aanblik over een kerel wenst te weten. Of de heupbroek bij heuplozen of bierbuikdragers met aan de keerzijde gratis panorama over de Grand Canyon. En goed, ze hebben zichzelf niet gemaakt, maar wat te denken van andersbehaarden in een Marcelleke, van die mannen met irreguliere plantsoenen op schouders en bovenarmen ? Voor borsthaar bij de maaltijd geldt trouwens hetzelfde als voor honden in een restaurant : aan de leiband of beter nog, buiten wachten op het baasje.
Niet dat vrouwen er altijd zo smaakvol bijlopen. Waar is de tijd dat lingerie tot de privé-sfeer behoorde ? Nu lopen we daar allemaal open en bloot mee, in de meest onwaarschijnlijke kleurcombinaties. Wat is trouwens het nut van een uitvinding als de bh met plastic straps ? Doorzichtig, maar uitermate zichtbaar, alsof je je inboedel met kleeflint bij elkaar probeert te houden. Waarom voelt de meer volumineuze dame zich ook in de zomer onweerstaanbaar aangetrokken tot leggings ? Of tot luipaardprints en – in het ergste geval – een combinatie van beide ?
En hoe reageert de fashion police op een middelbare vrouw met zwabberend bloot middenrif en dito knieën ? Met de meest vernietigende uitspraak die een vrouw over een andere vrouw kan doen, vergezeld van een meewarige glimlach : “Die denkt dat ze schoon is, zeker ?”
Column Linda Asselbergs l Foto’s Marc Goldchstein
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier