Een oude brouwerij van haar voorouders in Lier bouwde interieurarchitect Cathérine De Vil om tot een hedendaagse woning annex atelier. Met veel respect voor de oorspronkelijke afwerking en details.

Lier is een van de zeldzame stadjes in ons land met een harmonisch stadslandschap vol oude gebouwen. Wie via de markt naar de statige Sint-Gummaruskerk stapt, geniet van enkele prachtige perspectieven met gevelwanden die minder dan in andere steden door banale nieuwbouw worden verstoord. Net zoals in Brugge zorgt dit voor veel visuele rust. Ook de Vismarkt is een van de pleintjes langs de Nete waarvan de architectuur goed is bewaard. Daar staat De Haesenwindt, een groot classicistisch gebouw met een lijstgevel, die eigenares en interieurarchitect Cathérine De Vil ooit opnieuw wil laten bepleisteren.

“Het gebouw stamt uit 1828 en was destijds een brouwerij die toebehoorde aan de grootouders van mijn moeder. Maar nadien geraakte het pand uit familiebezit tot wij erin zijn getrokken. Ondertussen werd het wel beschermd als monument, zowel het exterieur als het interieur. Daarmee moest ik dus rekening houden bij de verbouwing, waarmee ik uiteraard geen probleem heb”, vertelt Cathérine. Ze bracht in het gebouw onder meer een woonruimte en een ontwerpbureau onder. “Dit gebeurde dus met grote zorg voor het pand. Ik mocht enkel een doorgang maken in de benedenruimte en in een hoekje een lift verbergen. Voor de rest werd er heel veel bewaard, zoals de oude vensters, de schouwen en de vloeren.”

Cathérine De Vil startte haar carrière ooit bij antiquair Axel Vervoordt. Daarna begon ze een eigen ontwerpbureau voor interieurs, ze richt vooral woningen in. In de loop van de jaren evolueerde haar stijl. Vroeger zagen haar interieurs er landelijker uit, met gekalkte muren en antiek meubilair. Naarmate ze zich losmaakte van de invloed van Vervoordt evolueerde ze naar een stedelijker en hedendaagser stijl. “Daarbij word ik ook geïnspireerd door mijn zus, die de hedendaagse-kunstgalerie Geukens-Devil leidt, waardoor ik veel contemporaine kunst zie. Ik vang veel creatieve prikkels op uit de artistieke scène. Daardoor is mijn stijl erg veranderd. Ik blijf houden van oude gebouwen en antieke interieurelementen, en ben daarin ook opgegroeid, maar ik doe daar wel iets mee dat in een modernere sfeer thuishoort.”

Een hedendaagse architect zou de renovatie van zo’n historisch pand anders aanpakken. Hij zou al wat overtollig is strippen, en wat er overblijft opsmukken met moderne elementen die contrasteren met het verleden. “Dat zie je in wel meer oude interieurs gebeuren. Doordat ze worden ontkleed zien ze er naakt en koel uit. Veel hedendaagse interieurs in een oud kader lijken op kantoren : ze zijn afstandelijk. Ik ben hier vanuit de oude context vertrokken. De bibliotheek werd bijvoorbeeld gebouwd naar het voorbeeld van de deuren, in een classicistische stijl. Omdat de deuren al zwart waren, heb ik alles zwart laten lakken. Ik hou immers van zwart-witcontrasten. Je vindt ze ook terug in de vloer van de hal. Door dit contrast door te trekken in heel het interieur ontstaat er een hedendaags accent.”

Grootstedelijk karakter

De werkruimte, achter de ontvangstruimte aan de straatzijde, is modern van stijl, met een nieuwe terrazzovloer en vintage meubilair uit Zweden. “Daar hangt er ook een oude lichtkroon van Arne Jacobsen die je overal in huis zou kunnen hangen. De basis van dit interieur is klassiek, maar niet de kleuren, de objecten of de designmeubels, die gekozen zijn uit de vintagecollectie van Items in Knokke.”

Er hangt ook een ietwat nonchalante sfeer. “Omdat ik het geheel een beetje heb opgevat als een atelier. De grote foto’s van Marc Lagrange staan bijvoorbeeld gewoon op de schouw of sommige op de grond. De muren zijn geborsteld, je mag dat zien. Niet alles is even glad afgewerkt en burgerlijk van stijl of sfeer. Veel vloeren en meubels zijn van ruwe planken. De afwerking moet juist zijn, maar niet altijd te gaaf, te netjes, want dan wordt zo’n interieur snel saai. Dan wordt het een showroom, wat niet de bedoeling is.” Een interieur moet voor haar direct het gevoel geven dat erin wordt geleefd.

Dit huis is op en top Cathérines stijl. “Hier heb ik gedaan wat ik wilde, zonder concessies. Dat is belangrijker dan je denkt en meteen een tip voor mijn klanten. De mensen geven je niet altijd carte blanche voor de inrichting van hun woning, misschien omdat ze denken dat het prijskaartje dan duurder wordt. Dat hoeft helemaal niet, maar als je meer zelf kunt bepalen, dan leg je krachtiger accenten. Het is belangrijk dat ik bijvoorbeeld de juiste kleur van de muren kan bepalen en voor een bepaalde afwerking kies. Slechts op deze wijze verkrijg je een overtuigend resultaat.”

En zo is De Haesenwindt niet langer het klassieke herenhuis met een statisch decor, maar een levend interieur met een grootstedelijk karakter, dat net zo goed thuis kan horen in Amsterdam, Antwerpen of Parijs.

Door Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content