Een moderne woonst in onze contreien waarvan het interieur herinnert aan de Argentijnse koloniale architectuur. Opgetrokken uit baksteen, hét bouwmateriaal van de Lage Landen, maar met een flinke knipoog naar het zonnige Zuiden.

De imponerende voorgevel van deze woning in Stevoort bij Hasselt verschalkt het oog : het linkergedeelte, boven de carport, helt bijvoorbeeld 25 centimeter over, maar dat merk je niet meteen. Bovendien staat het geheel niet op één lijn : de linkervleugel zwenkt een beetje uit. De prachtige bakstenen huid loopt naadloos tot tegen de grote glaspartijen. Het fijne metselwerk – de stenen werden niet op elkaar gelijmd – is een streling voor het oog : de stenen staan in onregelmatig verband en variëren in dikte. Kortom de gevel is geconcipieerd als een bas-reliëf, een kunstwerk dus.

De opbouw was ongetwijfeld een hele uitdaging voor de aannemer, die hier puik werk heeft verricht. Ook het ontwerpen was geen sinecure. Het wekt geen verwondering dat de uit Argentinië afkomstige architecte Elizabet Iglesias zich ooit in de kunstceramiek heeft verdiept. “Daarbij kneed je een vorm uit een simpele homp klei. Het is een plezier om dat met je handen te doen. Architectuur is precies hetzelfde, maar dan op een grotere schaal : je kneedt een volume. Je moet daarvoor de nodige kennis opbouwen van het materiaal waarmee je werkt, enkel dan leer je wat er de expressieve mogelijkheden van zijn”, vertelt ze. En aangezien baksteen ook van klei is, heeft ze affiniteit met dit materiaal.

Ze zocht heel ons land af naar een geschikte steen, maar vond die niet. “De meeste steenbakkerijen maken nu immers hetzelfde product. Ik wilde een ringovensteen die meer kleurnuances vertoont. Uiteindelijk heb ik die in Nederland gevonden.” Tegenwoordig worden bakstenen in een continu-oven gebakken, waarbij ze allemaal aan dezelfde hitte worden blootgesteld, wat resulteert in een uniform product. Bij een ringoven baant het vuur zich een weg door een tunnel, waardoor er meer kleurnuances ontstaan. Deze baksteen heeft drie tinten : oranje, rood en paars. Elizabet gebruikte vooral de rode variant, maar mengde daarbij tien procent oranje en paarse stenen. In de voorgevel werden er meer oranjekleurige exemplaren gebruikt, waardoor je de indruk krijgt dat er steeds wat zon op schijnt.

Zuiderse inspiratie

Ook de zijgevels en de achtergevel zijn mooi gemetseld. Hier en daar merk je een stenen rooster op waarachter er vensters zitten, die bij warm weer openstaan. Ze zorgen voor een natuurlijke afkoeling van het interieur, een knipoog naar de zuiderse architectuur waarmee de ontwerpster vertrouwd is. Elizabet Iglesias groeide op in de Argentijnse stad Cordoba, en vertoefde tijdens haar jeugd in prachtige oude gebouwen uit de koloniale tijd. Dit verklaart haar bewondering voor een monumentale architectuur, wat zich in haar woning vertaalt in de imposante opbouw van de gevels, de hoge plafonds en de hoge deuren. Op sommige plaatsen klimt de zoldering tot vier meter.

In Cordoba studeerde Elizabet architectuur. Later kwam ze in België terecht, waar ze momenteel als architect verbonden is aan een groot studiebureau. Daarvoor volgde ze onder meer een opleiding als decoratieschilder in de vermaarde Brusselse school Van Der Kelen, wat haar belangstelling voor ambachtelijke technieken heeft aangewakkerd. Ook daarvan vind je de neerslag in deze woning : de wanden werden artisanaal, dus niet te strak, gepleisterd en met de borstel geschilderd.

Ondanks haar grote respect voor oude technieken en historische stijlen, heeft de architecte haar woning op een hedendaagse wijze ontworpen. Ze baseerde zich op het driehoekige grondplan van het terrein. Het huis is zelf een driehoek die zich opent aan de zuidzijde. “Daardoor genieten we van een prachtige lichtinval. In de winter schijnt de zon tot tegen de noordwand. Ik heb zelfs een gedeelte van de bovenbouw verlaagd om de zon niet tegen te houden. Bovendien heeft de benedenverdieping aan de tuinzijde een grote glaswand, waarvan de metalen ramen door architect Bart Lens werden getekend. Op die manier vervaagt de overgang tussen terras en interieur.”

Elizabet en haar man Johan Van Walleghem wensten geen woning opgevat als een loft, dus met één open ruimte. Ze verkozen een aaneenschakeling van kamers. Op die manier kwamen er beneden vier zones tot stand, met een ruime zitkamer, een eetkamer, een keuken en een tweede eethoek. Overal in huis merk je het schuine dak op, want aan de binnenzijde zijn de houten balken zichtbaar. Ook in de prachtige werkkamer aan de voorgevel, met een bijna vier meter hoog plafond. Dit is ongetwijfeld de spectaculairste ruimte van de woning, waar de hoge binnendeuren de monumentaliteit nog benadrukken.

De architecte werkt graag samen met artisanale ontwerpateliers. Daarom vertrouwde ze de volledige belichting toe aan het atelier GaG, van Greet Umans en Geert Van Dessel, die trouwens sommige lampen speciaal voor dit huis hebben ontworpen. Hun creaties verspreiden een teer licht dat de intimiteit van deze persoonlijke woning versterkt.

Voor meer informatie over de verlichting : www.gagobjects.be.

Door Piet Swimberghe I Foto’s Bieke Claessens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content