Aan de architectuur van deze herenwoning werd nauwelijks geraakt, maar voor de inrichting werd gekozen voor warm hedendaags design. De combinatie van het theatrale decor met gedurfde moderniteit haalt het beste van twee werelden naar boven.

De familie Lenaerts is al vier generaties actief in de interieurbranche, goed voor een vijftigtal jaren ervaring. Als jongste telg van zo’n geslacht beschik je dus over een stevige bagage, wat zich bij Johan Lenaerts zeker laat voelen. Je merkt het aan zijn stijl en vooral aan de ontspannen wijze waarop hij met zijn woning en de inrichting ervan omspringt. Hij heeft zijn hart verpand aan modern design en heeft een agentuur voor de invoer van enkele toonaangevende merken uit Italië, zoals Fendi Casa, Flli, Boffi en Emmemobili. En daarnaast werkt hij als inte-rieurarchitect. “Door die agentuur ben ik veel in het buitenland. Maar ik slaag er wel in een tweetal interieurprojecten per jaar te realiseren. Het is immers inspirerend om op die manier architectuur met design te kunnen combineren, zo blijf ik voeling hebben met beide werelden.”

Wie vertrouwd is met de collecties die hij verdeelt, weet direct dat Johan een voorkeur heeft voor een wat rijkere elegantie. In tegenstelling tot veel moderne interieurontwerpers is hij niet bang voor luxe en schuwt hij geen decoratie. Hij houdt van sierlijke organische vormen, zoals de zitbanken van Vladimir Kagan, en rijk ogende materialen. Te veel interieurs zijn zakelijk, koel en afstandelijk, maar deze woning lijkt allesbehalve op een kantoor. Het is een intieme en zelfs ietwat mysterieuze plek met een meditatieve sfeer. Van de witte woonkamer met de grote poefs van Kagan word je stil. En echt fascinerend is de woonkamer midden in het huis : zoals gebruikelijk in de Antwerpse herenhuizen uit de belle époque werd de middenkamer oorspronkelijk ingericht in neorenaissancestijl, dus met een grote donkere schouwmantel en een lambrisering rondom. “Deze kamer werd weliswaar grondig heringericht, maar bleef qua concept eigenlijk goed bewaard. Het was en blijft een donkere ruimte”, legt Johan uit.

Bijna het gehele originele decor van de woning bleef trouwens grotendeels gespaard, tot de tuinkamer in neorococostijl en het oude venster op de tuin toe. Er kwam geen moderne glaspartij om nog meer licht in huis te halen. “Ik heb nooit tegen het antieke karakter en de architectuur van deze woning willen vechten. Let op, toen ik hier pas binnenkwam, dacht ik ook dat er iets veranderd moest worden. Op school leren ze je immers dat je aan een interieur altijd een spanning moet meegeven, bijvoorbeeld door er dwars doorlopende lijnen in aan te brengen. Nadien besefte ik dat dit hier verkeerd zou uitpakken : heel het ritme met de mooi van elkaar afgesloten kamers met dubbele deuren zou worden verstoord. Ik begreep al snel dat het boeiender en verrassender is om die oude basis met hedendaagse elementen te verrijken.”

Dat deed hij dan ook met Italiaanse flair en veel gevoel voor de theatraliteit van het decor. De Italianen zijn er immers niet bang voor om in hun klassieke stadspaleizen gedurfd design neer te poten, zonder de architectuur zelf te verstoren. Daarbij komt dat Johan een artisanale afwerking op prijs stelt, wat dan weer past bij de rijke afwerking van de woning. Dat uit zich eveneens in het fraaie glaswerk van Anna Torfs, dat overal in huis voor rake kleuraccenten zorgt. n

Tekst Piet Swimberghe I Foto’s Bieke Claessens

De inrichting van dit Antwerpse ‘stadspaleis’ combineert een ontspannen Italiaanse flair met een gevoel voor rijke elegantie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content