Bij het ontwerpen van zijn tuinen haalt Bruggeling Piet Blanckaert inspiratie uit Engelse borders en snoeivormen.

P iet Blanckaert steekt zijn voorkeur niet onder stoelen of banken: “Ik heb het onlangs eens uitgerekend. In zo’n vijftien jaar tijd heb ik meer dan 120 Engelse tuinen bezocht.” In Levens Hall (Cumbria) en in Godinton Park (Kent) heeft hij een stukje van zijn hart verloren, maar een van zijn meest geliefde inspiratiebronnen is Hidcote Manor Garden in Gloucestershire, vlak bij Stradford, de stad van Shakespeare. De tuin die Lawrence Johnston daar in de eerste helft van de 20ste eeuw ontwierp, bevat sleutelelementen van tuinaanleg die hij graag in zijn eigen ontwerpen verwerkt.

Wie al in Hidcote geweest is, zal zich zeker de lange en brede lanen herinneren, afgeboord met enorm hoge hagen. In de grote Engelse traditie bakenen ze een opeenvolging van tuinen met verschillende sferen af. Hidcote bezit een van de mooiste voorbeelden van een thematuin rond de kleur rood, gerealiseerd met bloemen en bladeren.

Piet Blanckaert houdt het meest van topiary’s, in figuur gesnoeide buxus, taxus en haagbeuk. De naam komt van het Latijnse opus topiarum, wat siertuin betekent.

“Mijn eerste reizen in Groot-Brittannië viseerden vooral topiary’s. Er zijn plaatsen waar ik maar niet genoeg van kan krijgen. Zoals Misarden (Gloucestershire), een Engelse tuin uit de 17de eeuw waarvoor Lutyens nog topiary’s tekende in de jaren 1900. Dieren- of vogelvormen interesseren me niet, wel geometrische volumes, zoals een boog of de punt van een diamant. Met topiary’s kan je spelen met vormen, niveaus en plantenmassa’s. Ze zorgen ook voor leven in de tuin tijdens de winter, als van alle vaste planten enkel nog de ondergrondse wortels overleven.”

De borders en de planten waarmee ze worden samengesteld (vaste planten en heesters) van Hidcote zijn ook terug te vinden in de ontwerpen van Piet Blanckaert.

“Als er voldoende ruimte is, geef ik de voorkeur aan lange, smalle borders boven korte, brede en massieve. Dan herhaal ik een aantal keren dezelfde compositie van vijf of zes soorten of variëteiten. Die groepeer ik dan en ik zet er solitaire planten bij zoals rozelaars. Ik evolueer wel in mijn kleurkeuze. Na periodes van veel pasteltinten gebruik ik weer opvallender planten met bloemen die bijvoorbeeld wit en rood combineren. Zo is er bijvoorbeeld de meidoorn Crataegus laevigata ‘Crimson Cloud’. En ook Rosa ‘Dortmund’, een creatie van de Duitser Kordes (1955).”

Piet Blanckaert heeft blijkbaar ook een voorliefde voor herfsttinten. In zijn bestelboekjes staan vaak heesters en kleine bomen als Cotinus ‘Grace’, Photinia villosa, Liquidambar styraciflua ‘Worplesdon’ en ook de opmerkelijke maar minder bekende Disanthus cerdifolius, verwant met de Hamamelis.

Voor deze Vlaamse plattelandstuin in een valleitje omgeven door uitgestrekte velden en weiden kon Piet Blanckaert werken met grote assen en lange lijnen. Hij zorgde voor een mooi contrast tussen de voorkant van de woning, die verscholen gaat achter in vorm gesnoeide haagbeuk, en de achterkant, die ongehinderd uitkijkt over het landschap.

De tuin zelf is een lange, brede helling die diep in het landschap verdwijnt. In zijn ontwerp trachtte Blanckaert deze natuurlijke helling zo goed mogelijk te benutten. Hij verdeelde ze in drie niveaus. Vlak achter de woning werd een stenen terras met een klein, vierkant waterbekken aangelegd. Daarvoor werden Hollandse klinkers gebruikt, en ook voor de rest van het metselwerk. “Deze bakstenen zijn meer dan honderd jaar oud en werden gebakken op hoge temperatuur, zodat ze buiten niet barsten met de tijd. De vraag naar zulke stenen is groot, maar ze zijn zo zeldzaam geworden dat ze niet meer te betalen zijn.”

Achter het bakstenen terras vormt een groep bolvormige buxusstruiken de overgang naar een ander groot terras. De horizontale lijn daarvan wordt onderstreept met een langwerpig kanaal, op z’n Italiaans. Het De Medici-gevoel wordt nog versterkt door Toscaanse potten langs de bakstenen boorden. Daarin bloeit Lavatera ‘Lisanne’ (1,50 m hoog) met bleekroze bloemen. “In tegenstelling tot wat je zou denken, blijven de potten in de winter staan. De Lavatera wordt tegen einde maart tot ongeveer 20 cm teruggesnoeid. Gelijktijdig wordt de grond aan de oppervlakte vervangen door compost verrijkt met organische meststof. Deze vaste planten worden geregeld begoten, in de zomer dagelijks omdat ze in twee, drie maanden tijd een weelderig gebladerte ontwikkelen. Tijdens de groeiperiode krijgen ze wekelijks nog wat organische meststof.”

Je moet je tijd nemen om dieper in de tuin door te dringen en het derde niveau te ontdekken. Verscholen achter een hoge taxushaag ligt een groot, langwerpig waterbekken met een klassieke boord die aan de waterpartijen in de 19de-eeuwse Engelse tuinen doet denken, een periode waarin heel Engeland in de ban was van Italië.

Monochromie is nog een van de stokpaardjes van Piet Blanckaert. Daarom tekende hij hier en daar lijnen met planten met grijze bladeren zoals Artemisia, of struiken met een weelderige bloei, zoals de befaamde Hydrangea ‘Annabelle’. In plaats van de weiden te omzomen met traditionele haagplanten zoals haagbeuk of meidoorn, koos hij voor het golvende en bloeiende silhouet van Hydrangea paniculata, grote struiken van verscheidene meters hoog.

De vormen, bladeren en kleuren van de gebruikte plantensoorten zorgen ervoor dat deze tuin, ondanks de grote ingrepen, het hele jaar door harmonieert met het omringende platteland.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content