Weekend Knack gaat voor beter. Een zomer lang gaan we op zoek naar De Deugden anno 2007. Aflevering drie : wat is het actuele gewicht van trouw ? Een moeilijke, deze. Moeilijk af te lijnen, moeilijk in te vullen en niet altijd makkelijk te gehoorzamen. En dan is het nog de vraag of trouw wel zo deugdzaam is. Hoe ook is ze de volharding van een engagement. Geen vrijbrief, want daar gaapt de valkuil, tot slaafsheid of verstarring.

Trouw lijkt alomtegenwoordig, deze zomer. Niet zozeer vanwege de afgelopen 07-07-07, de dag waarop horden verliefden elkaar eeuwige trouw wilden zweren. Vooral door de vele cohorten ministers die binnenkort de eed afleggen van “getrouwheid aan de koning, de grondwet en de wetten van het Belgische volk”. De gemeenteraadsleden vorig jaar mochten die koning en dat Belgische volk laten vallen : voor hen volstond het te “zweren de verplichtingen van hun mandaat trouw na te komen”.

Het is tekenend voor trouw. Hij is de enige deugd die zo vaak in een eed gegoten wordt. Er wordt trouw gezworen aan de grondwet, aan het vaderland, aan geliefden, aan God, of aan een taak, zoals artsen trouw zweren aan de eed van Hippocrates : álle mensen helpen in nood, dus, en dat klinkt evidenter dan het is. Vroeger werd ook nog trouw beloofd aan heren en ridders. Zou al dat zweren iets zeggen over de onnatuurlijkheid van trouw ? Hebben we een plechtige belofte nodig om ons eraan te kunnen houden ? Belofte maakt schuld. En wie verteert gemakkelijk schuld ?

Merkenhoeren

Geen wonder dat we bij uitstek deze deugd argwanend in het oog houden, nu we een afkeer hebben van al wat de individuele vrijheid zou kunnen belemmeren. En dus is trouw een aantal banken achteruit gegaan. Kijk naar de verkiezingsuitslag. Werd de SP.A-kiezer niet altijd geroemd voor zijn betonnen en strijdvaardige trouw ? Een grotere mokerslag kon de rode trouw op 13 juni niet krijgen. Ook de andere kleuren werden overigens duchtig uitgewisseld.

Of kijk naar de consument. Nam die vroeger nog trouw het gamma merken over van zijn ouders om die daarna even trouw over te hevelen aan zijn kinderen, vandaag de dag wisselen we elk kwartaal van kran-tenabonnement, een kwestie van verfrissende afwisseling. Zelfs het automerk kiezen we á la carte, een product waarin we tot voor kort ontroerend merkvast waren. Trouw leidt al lang ons koopgedrag niet meer, niet het minst dankzij internet dat ons tot die wetende en dus kritische consument maakte. De Amerikaanse trendgoeroe Marian Salzman betreurt deze “teloorgang van de loyaliteit van de consument”, en omschrijft de nieuw opgestane consument onomwonden als een ‘merkenhoer’.

De Amerikaanse econoom Michael Schrage bediende Salzman intussen van de volgende andere mening : “Consumenten zijn geen schapen en ook geen idioten. Ze voelen perfect aan wanneer bedrijven trouw zijn aan investeerders in plaats van aan de mensen die hun producten en diensten kopen. Ze gedragen zich navenant. De klanten zijn niet ontrouw, wel opmerkzaam. De centrale marketingvraag voor de merkenleiders is niet ‘Hoe kunnen we de merkentrouw drastisch verhogen ?’ maar ‘Hoe kunnen we onze eigen trouw aan de klant drastisch verhogen ?'” Een nuance.

Aderverkalking

Eenzelfde dubbel oordeel kan worden geveld over het vaak verketterde fenomeen van het jobhoppen. Wie blijft nog een leven lang loyaal aan één bedrijf ? Trouw zijn we vooral aan de carrière, bedrijven zijn daar in de eerste plaats de stapstenen van. Loon en een rist extralegale voordelen binden al lang niet meer, dat kunnen hoogstens nog een goede sfeer, ademruimte, zelfbeschikkingsrecht en uitzicht op hoger en beter. Een jammere ontwikkeling ? Of kunnen we net zo goed de ontrouw aanklagen van steeds meer bedrijven aan de werknemer ?

De vraag is of onze stiefmoederlijke behandeling van trouw te betreuren valt ? Of integendeel net is aan te moedigen ? Is trouw anno 2007 met andere woorden nog een deugd ? Amper, zo vond de Nederlandse schrijver en journalist Jan Greshoff al, enkele decennia geleden. Hij verwoordde het zo : “Leven is veranderen. Wat in het maatschappelijke leven karaktervastheid en trouw aan de eens omhelsde beginselen heet, is in wezen niets anders dan een bewijs van vergevorderde aderverkalking.” Een visie die Marc Van den Bossche, filosoof aan de Vrije Universiteit Brussel, grotendeels met hem deelt. “Ik word nogal achterdochtig van begrippen als trouw. Net zoals van een woord als respect, overigens. Het zijn begrippen met een iets te conservatieve ondertoon, lijkt me. Begrippen die ook te vaak opgedrongen worden. Ook trouw moet ter discussie kunnen worden gesteld : is het niet beter om soms ontrouw te zijn ? Dat veel SP.A-kiezers niet trouw zijn gebleven aan hun partij, is uiteindelijk een teken dat ze de democratie ernstig nemen.”

“Ook in onze job is trouw geen prioriteit meer, dat klopt. Maar dat hoeft niet beklagenswaardig te zijn. Veel personeelswissels kunnen inderdaad tot een negatievere en killere werksfeer leiden, maar uiteindelijk is het goed dat mensen hun leven bijsturen. Mijn beste student van dit jaar was een vijftiger. Iemand die zijn goedbetaalde managersbaan inruilde voor een studie filosofie, en die daar heel gelukkig mee is. Dat zoiets kán, dat is alleen maar aan te moedigen.”

Heeft trouw dan geen goede kant ? “Absoluut wel. Iemand die zichzelf trouw blijft, is toch heel mooi ? Net als iemand die zijn leven lang trouw blijft aan zijn idealen, en daarvoor vecht (zie kader Een trouw leven). Al hangt dat uiteraard ook af van wat die idealen zijn. Bovendien mag die loyauteit geen openheid van geest in de weg staan. Trouw is geen synoniem voor koppigheid. Ik geloof sterk in het concept reconstruction van de Amerikaanse filosoof John Dewey : alle ervaringen in ons leven moeten tot een continue reconstructie en herformulering van onszelf en ons leven leiden. Trouw mag dat niet in de weg staan. En of trouw binnen een relatie een ultieme deugd is, dat is aan elk koppel om dat uit te maken. Zolang trouw door geen enkele verplichting of door starheid gedwongen is, is het een deugd.”

Een bijzonder breekbaar gegeven, de trouw. Iets wat tussen verlamming en beweeglijkheid hangt, tussen dwang en engagement, tussen de eeuwigheid en het moment. Pure trouw koppelt de volharding van een verbintenis uit het verleden aan een open blik op het hier en nu. Niets slaafs volgen, tegelijkertijd jezelf niet verloochenen. Authenticiteit en loyaliteit, hand in hand. Niet simpel, maar zo is trouw wél een rasechte deugd.

Judaskus

En er is alvast één domein waarin die trouw nog helemaal niets van zijn pluimen verloren lijkt : de vriendschap. Een trouwe vriendschap wordt nog altijd onomwonden als een onschendbare deugd beschouwd. Ontrouw in vriendschap heet meteen “een dolk in de rug” of “verraad”. Een judaskus aan een vriend is onvergeeflijk.

Opmerkelijk, zeker als je vergelijkt met partnerrelaties, waar ontrouw intussen wél een meer dan bespreekbaar onderwerp is geworden. En op zich is dat uiteraard maar goed ook : trouw, of toch de schijn ervan, mag uiteraard geen eerlijkheid in de weg staan. Eeuwige trouw in de liefde lijkt hoe dan ook fel verbleekt. Tot voor kort strandden nog steeds drie huwelijken op de vier. Geen eeuwige trouw, alleen voor even. Net zolang het leuk blijft. ” Life is short, get a divorce‘, scandeert een Amerikaans scheidingsbureau enthousiast. Seriële monogamie is de bejubelde opvolger van de eeuwige trouw. “En dat sluit veel nauwer aan bij onze biologische erfenis”, verzekeren biologen. En dat mag dan wel zijn.

Maar terzelfder tijd willen wel opnieuw meer jonge geliefden elkaar dat eeuwige jawoord geven. Trouwen wordt weer populairder. “Onze ouders maakten er een zootje van met hun vrije liefde, wij willen anders en beter en dus terug naar de pure trouw”, zoiets.

En misschien gaat trouw wel om veel meer dan om het vermijden van die scheve schaats, benadrukt de Franse filosoof André Comte-Sponville. “Trouw is een wederzijdse, liefdevolle loyaliteit. De waarheid is daarbij een hoger goed dan de exclusiviteit. En de liefde lijkt me minder verraden door een scheve schaats, dan door de leugen. Ontrouwe liefde is niet zozeer vrije liefde. Ontrouwe liefde is afvallige liefde, een liefde die vergeten is wat er ooit was.”

Trouw is het geheugen van het hart, zei ooit een geïnspireerde denker. En misschien hebben we trouw zo nog het best te pakken.

Door Guinevere Claeys I Foto’s Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content