Trage dagen op de Zuidchinese Zee
Een Britse historica beweert dat Marco Polo waarschijnlijk nooit in China is geraakt. Maar ik heb met Marco Polo op de Zuidchinese Zee gevaren. Althans met een heerlijke boot die naar hem genoemd werd.
Tessa Vermeiren
Het is twintig over vijf in de ochtend. Langzaam wordt het dag boven de Saigon River. De dicht naast elkaar gemeerde sampans zijn nauwelijks te onderscheiden van het water ; veel leven valt er niet te bespeuren. De meer dan 20.000 bruto ton van de Marco Polo glijden sierlijk en traag stroomopwaarts, met op de voorplecht van het bovendek een vijftiental van de 650 passagiers. Haastig in de kleren geschoten, staan we met verwarde slaapkoppen voor ons uit te turen. Op de brug op het skydeck boven ons zit kapitein Roland Andersson op de uitkijkpost. Hij wuift naar de dapperen die hun slaap lieten om dit meest adembenemende stuk van het 2412 zeemijlen lange trajekt van de Aziatische Hoofstedencruise mee te maken.
Als de zon even later door de wolken scheurt, krijgt alles kleur. Het bruin van de rivier wedijvert met het diepe groen van de rijstvelden. Vissers gooien hun netten uit en hier en daar komt een verdwaasd hoofd kijken vanonder de luifel van een sampan die fel dobbert op de golven van ons kielzog. Verbazingwekkend is het hoe weinig deze reusachtige boot het verstilde leven op de rivier verstoort. Het welkomstkoncert dat ons bijna vier uur later te beurt valt in de haven van Ho Chi Min City, vormt daarmee een schril kontrast.
Hoe dichter we bij de haven komen, hoe drukker het leven op de Saigon River wordt. Kanaaltjes vanuit het binnenland voeren steeds nieuwe sampans aan. De bewoning op de oever wordt drukker : paalwoningen van hout en riet worden overvleugeld door reusachtige reklameborden voor nieuwerwetse kommunikatiemiddelen. Op de brug die uit de haven naar de stad leidt, krioelt het van de fietsers en de cyclo’s. De cyclo is de meest direkte en goedkoopste manier om Saigon te leren kennen. Al sla je af en toe de handen voor de ogen, zo hektisch is het tweewielerverkeer. Voor een paar dollar word je de stad rondgefietst met stops naar believen. Saigon dat ik meende te kennen uit de zo talrijke Vietnamfilms blijft een vreemde. Op één dag is het onmogelijk om achter haar merkantiel masker haar echte karakter te ontdekken. Vele van mijn Amerikaanse reisgenoten deden hier een tour of duty en zij bekijken de stad met andere ogen. Pubs vol vrouwen zijn er niet meer, maar in een galerij vlak bij het Rex Hotel overleefde één winkeltje met pikante lingerie de grove borstel van het regime. De Amerikaanse vets worden door de lokale gids met een grote boog om het Museum of warcrimes heen geleid, daar immers wordt, in woord en beeld, niet veel goeds over hen verteld. Onschuldig vermaak krijgen we voorgeschoteld in het warrig ingerichte Historisch Museum waar een in het Engels bekommentarieerde vertoning van poppenteater op het water wordt opgevoerd. De poppenspelers staan tot de lenden in de vijver, verscholen in een kitscherig houten optrekje. Acht eeuwen oude legendes worden hier gespeeld : koene krijgers met schrille stemmen hakken elkaar op wrede wijze het hoofd af in een gevecht om de gunst van een sierlijke prinses ; draken dollen met kleurrijke ballen en verdwijnen in rook en vuur.
Ik laat de stadsrondrit voor wat ze is als we bij de Chinese markt in Cholon aankomen. De markt van duizend geuren en kleuren waar je uren kunt dwalen en voor een paar dollar de origineelste souvenirs kunt kopen. Aan een van de eetkraampjes slurp ik op een laag bankje een kom hete phò-soep. Ik betaal een dollar en weet dat het veel te veel is.
Saigon is de derde etappe op een negendaagse cruise door de Zuidchinese Zee, die van start ging in Hongkong en ons via de Ha Long Baai (het decor van de film Indochine) en Da Nang, op de kust van Vietnam, naar Port Kelang (bij Kuala Lumpur) in Maleisië en naar Singapore zal brengen. De Marco Polo, gebouwd in de jaren vijftig als de Aleksander Poesjkin, is een uitermate stabiel schip met versterkte boeg om ook in ijszeeën te kunnen varen. In 1991 werd het aangekocht door de Britse eigenaar van Orient Lines. De man is helemaal weg van zijn nieuwe aanwinst : verscheidene maanden per jaar is hij zelf aan boord. Het schip werd tot op het metaal gestript en op een scheepswerf in Athene heringericht. Sinds het opnieuw in de vaart kwam in 1993, is het qua navigatie, komfort en veiligheid up to date. Dat kon master Roland Andersson nog ervaren toen hij in de zomer van 1995 voor Hongkong met een taifoen gekonfronteerd werd. ?Het was even erg ruw, maar niemand van de passagiers panikeerde. Het komt er op zo’n moment op aan vanop de brug korrekte informatie door te geven. Wie weet wat er gebeurt en beseft dat het schip het aankan en dat de officieren alles onder kontrole hebben, blijft rustig.” Andersson is de kalmte en de beminnelijkheid in persoon : hij ziet er jong uit, al is hij de veertig ruim gepasseerd, wat maakt dat hij elke welkomstspeech stoffeert met het zinnetje : ?Sommige passagiers vinden me erg jong, maar weet toch dat ik al meer dan twintig jaar op zee ben.”
Roland Andersson komt uit de Zweedse universiteitsstad Lund, vlakbij Malmö. Zijn vader, die tijdens de oorlog in de Zweedse marine diende, had zijn zoon streng afgeraden naar zee te gaan.
?Ik wou de wereld zien en daar was volgens mij maar één middel toe…” Dus ging hij bij de Zweedse zeemacht als radio-officier. Later kwamen de vrachtschepen. ?Antwerpen was één van de eerste havens die ik aandeed als jong en onervaren zeeman. Vanaf 1974 zat ik op de lijnen naar Zuid-Amerika. Dat was de tijd dat de koffie nog baal per baal geladen werd, wat soms twee weken duurde. We hadden de tijd om landinwaarts te gaan. Het was een goed leven. Maar al snel kwamen de container- en de roro-schepen en daarmee was de romantiek van het varen af. Ik was naar zee gegaan om de wereld te zien en om mensen te leren kennen. Daarom ben ik daarna op ferry’s en cruiseschepen gaan varen.”
Van 1988 tot 1990 werkte Roland Andersson 2,5 jaar in dienst van de Aga Khan. ?Dat kwam toevallig,” zegt hij. ?Ik werkte voor een maatschappij die privé-jachten verhuurde. Omdat het nieuwste jacht dat in aanbouw was voor de Aga Khan niet klaar was hij heeft er zo’n vijf permanent in de vaart , charterde hij de boot waarop ik chief engineer was. Toen zijn nieuwe jacht opgeleverd werd, wou hij de hele crew in dienst nemen. Ik wilde enkel overstappen als ik een extra opleiding kreeg en vooruitzicht op promotie. De jachten van de Aga Khan zijn altijd het allerlaatste wat spitstechnologie in varen aangaat, dus er valt daar wat te leren. Ten slotte werd ik van chief engineer op het familiejacht, kapitein op een van zijn andere schepen, verantwoordelijk voor de hele operatie in de Middellandse Zee en opzichter over de bouw van een jacht in Monaco. Ik vloog de wereld rond, logeerde in vijfsterrenhotels, dineerde in sjieke restaurants. Altijd alleen, met een krant voor mijn neus. Geen leven was dat… Bovendien kreeg ik het een beetje moeilijk met de biezondere sfeer die aan boord heerste. Als demokratisch ingestelde Zweed viel mij dat bij tijd en wijle zwaar. Zo ben ik terug in de cruisewereld beland, daar hou ik meer van. De meest veeleisende cruisegast is heel bescheiden in vergelijking met mijn illustere werkgever.”
Master Andersson is er trots op dat hij op elke cruise zo’n tien procent van de gasten persoonlijk ontmoet bij zijn Captain’s diners.
? Vrienden ? Nee, je leert veel mensen kennen, maar aan al die jaren cruisen heb ik slechts een handvol echte vrienden overgehouden.”
De stijl van de Marco Polo is die van een klassieke elegante pakketboot zonder overdreven glans en glitter. Orient Lines oriënteerde zijn nieuwe schip naar avontuurlijke en interessante bestemmingen : het Verre Oosten, de Indische Oceaan, Australië, Nieuw-Zeeland en Antarctica. In de zomer van 1996 zal de Marco Polo voor het eerst in de Middellandse Zee varen. Op elke cruise zijn eminente gasten aanwezig die in voordrachten hun kennis van de regio meedelen. Zo gaf op deze cruise Sir Michael Armitage, chief of defense intelligence van het Britse ministerie van Landsverdediging, een aantal lezingen over de opiumoorlogen in China en over de verschillende oorlogen in Vietnam. Op de grote rondvaart in Antarctica in januari 1996 zal onder meer Zuidpoolexpeditielid Sir Edmund Hillary te gast zijn.
Ervaren cruisegasten die met verscheidene, veel luxueuzere schepen op zee waren, verzekerden mij op onze vaart door de Zuidchinese Zee dat ze de Marco Polo een warm hart toedragen omwille van die klassieke, diskrete stijl. Hoewel het schip pas twee jaar in de vaart is, zijn op de cocktailparty van de repeatersclub, de Polo Club, 109 van de gasten aanwezig. Vijf procent boekte tijdens de Aziatische Hoofdstedencruise ook al een volgende reis.
? Value for money, zegt hotelmanager Franco Guerriero, en a caring crew, die dingen maken dit schip nog mooier. Dat maakt het verschil, daardoor kiezen de ervaren cruisegasten voor de Marco Polo. Dit is een bedaard schip : geen schetterende boodschappen over het omroepsysteem, geen gillende diskohits, geen schellende gokautomaten.”
Vanaf de tweede dag groeten de Filipijnse tafel-, deck- en cabinstewards en stewardessen iedereen bij naam en heel snel hebben ze alle kleine en grote voorkeuren geregistreerd. De officieren aan boord gaan op een minzame en attente manier om met de gasten zonder te vervallen in familiariteiten.
Vijftig procent van de gasten aan boord is Amerikaans. De overige helft komt uit Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Europa. De voertaal is Engels, hoewel op deze reis voor de bijna 70 Nederlandstalige gasten ook elke nacht naast het Engels dagprogramma een eksemplaar in onze moedertaal onder de deur geschoven wordt, door de goede zorgen van Cruise Travel. Ook in het touroffice is er een Nederlandstalig bemanningslid, Marlies. Een maître en enkele stewards in het Seven Seas-restaurant doen hun uiterste best om Frans te spreken. Lachend vertellen ze dat spijtig genoeg de lerares Frans aan boord binnen de paar maanden met een van hun beminnelijke kollega’s trouwde en nu alleen nog privé-les geeft…
De eerste avond op zee is er een cocktailparty voor alleenreizenden. Drie oudere gentlemen hosts die vooral goed zijn in dansen en bridgen bekommeren zich de hele reis aktief om de dames zonder partner. Alleenreizende heren kunnen blijkbaar zelf hun plan trekken… Eén van de gentlemen hosts is een gepensioneerd seismoloog-geograaf die zijn hele carrière werkte voor een Canadese oliemaatschappij. Via een danskursus werd hij geëngageerd voor deze job. ?Zo’n drietal maanden per jaar reis ik mee, zegt hij. Ik zie een stuk van de wereld en ik leer leuke mensen kennen.”
Zoals op de meeste cruises zijn de gasten niet bepaald jong. De overgrote meerderheid van de Europeanen zijn paren van middelbare leeftijd. De Amerikanen zijn overwegend iets ouder. ?Het is niet altijd makkelijk om te cateren voor een zo gevarieerd publiek”, zegt hotelmanager Franco Guerriero. ?Wij proberen onze menu’s in het restaurant af te stemmen op de diverse smaken. De stijl van bedienen is Amerikaans. Er is elke avond een vegetarisch menu (een aanrader !), een lighter choice, suggesties van de kapitein en een uitgebreide keuze van de kaart. In de keuken werkt een 60 man sterke brigade onder leiding van de Britse chef Terence Greenhouse.” Ze werken zich uit de naad om het iedereen naar de zin te maken. Zelfs de meest capricieuze kuren van veeleisende oude dames worden met de glimlach ingewilligd… De wijnkaart van het Seven Seas-restaurant biedt een waaier van wat in de wereld te drinken is. Naast het gebruikelijke Frans en Italiaans, is een trip met de Marco Polo ook een ontdekkingsreis langs de Californische, Zuidafrikaanse en Nieuwzeelandse wijngaarden. Aan zachte prijzen, want alles aan boord is taksvrij.
De dagen op zee zijn voor mij het zaligst. Om 8 uur aerobic of een half uurtje later tai chi. Selfservice-ontbijt op het lidodeck of uitgebreid bediend in de Seven Seas. Bridgeles, tafeltennis, danskursus, fotografie- en origami-workshop, het komplete fitnesscentrum : aan mij is het allemaal niet besteed, hoewel ik met vreugde merk dat mijn medepassagiers er druk gebruik van maken. Dat maakt dat ik makkelijk een rustige plek vind waar ik in een dekstoel kan genieten van de zee, het wisselend licht en de warme bries. Ik vergeet er zelfs mijn boek uit de scheepsbiblioteek bij. Het stampen van de motoren wordt na een dag een vertrouwd geluid. Het schip beweegt nauwelijks. Alleen als de Marco Polo ’s nachts soms full speed vaart, worden we wat steviger gewiegd, maar dat bevordert de slaap. Van vorige cruise-ervaringen weet ik dat wie zich overgeeft aan het ritme van de zee, gegarandeerd de opperste staat van ontspanning bereikt. Geen verzet dus, integendeel.
De avonden zijn lang op deze vaart door tropische wateren. Rond zes uur kleuren torenhoge cumuluswolken rood, paars en blauw bij de ondergaande zon. De beste plek om dit adembenemende fenomeen te observeren, zijn de jacuzzi’s op het skydeck. Er wordt uitgebreid toilet gemaakt en geaperitiefd bij romantische pianomuziek, er zijn Broadwayshows en er is bingo in de Ambassador’s Lounge. In het casino wordt op gedempte toon gespeeld en in de stemmige Charlestonclub is er tot middernacht romantische live-muziek, daarna blijft alleen de schaarse jongere generatie over die disko-tonen verkiest. Voor het naar bed gaan, is er de wandeling op het dek en de miljoenen sterren die je niet loslaten.
Cruisen is eigenlijk iets voor romantische mensen. Je moet het niet doen om echt de wereld te zien. Hoewel er natuurlijk plekken zijn zoals het Antarctisch gebied waar je anders slechts met heel veel moeite komt. En in één reis doe je soms havens aan waarvan je anders niet zou kunnen dromen. Eén van de volgende vaarten gaat bijvoorbeeld van Bombay langs Salalah in Oman, Djibouti, Aqaba en Port Said naar Athene. Maar het gaat in de eerste plaats om de passie voor het varen. De romantiek waarover kapitein Roland Andersson het eerder had. Een paar honderd mensen van alle kontinenten zijn door het toeval aan elkaars gezelschap overgeleverd. Er vormen zich bondgenootschappen en antipatieën, er ontstaat een sociale interaktie tussen mensen uit totaal verschillende maatschappelijke lagen die nergens anders kan plaatsgrijpen.
? Don’t you have a cook ? !” gilde de 74-jarige Marjorie uit Palmbeach in haar Chaneltailleur tegen ons, toen we het aan tafel hadden over koken, oprecht verbaasd dat je tegenwoordig mensen zoals wij op cruises tegenkomt. Zij herinnerde zich haar reizen met de legendarische France waar geen man het zou gewaagd hebben zonder dinerjacket aan tafel te komen en alle dames voor elke avond een verschillend avondtoilet bij zich hadden… Nog nooit had ze zelf een kelner een fooi gegeven, daar zorgde tot voor kort immers haar pas overleden man voor.
Cruisen is gelukkig niet langer wat het ooit geweest is : een elitaire bedoening voor de happy few.
Het Lido deck op de Marco Polo, bij het begin en het einde van de dag een oaze van rust.
Even met zijn twee op een regenachtige dag in de haven van Da Nang.
Het kleurrijke muzikale ontvangstkomitee in de haven van Ho Chi Min City.
Het landschap herstelt zich langzaam op de oevers van de Saigon River.
Dromen midden het mierennest van de vismarkt in Ho Han.
De spelers van het poppenteater op het water in het Historisch Museum van Ho Chi Min City.
Mijn cyclodriver helpt me bij het offeren van wierook in een van de vele pagodes van Cholon.
De wondermooie baai van Halong, die het decor vormde voor de film Indochine met Catherine Deneuve.
De vissers in de baai van Halong drijven ook handel in schelpen en koralen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier