Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Motorrijders grijpen graag terug naar de vertrouwde motorfiets, vaak op het nostalgische af. Her en der duiken er ook buitenbeentjes op.

PIERRE DARGE FOTO’S : MELKEBEEK/DEADLINE

Het motorenlandschap is gevarieerd, maar het koperspubliek laat zich sinds jaar en dag in dezelfde categorieën opdelen. Dat is op zijn minst merkwaardig op een markt die sinds een paar jaar behoorlijk gegroeid is en steeds nieuwe adepten aantrekt, waaronder ook vrouwen. In 1995 werden er in ons land 14.565 nieuwe motoren ingeschreven, een stijging met bijna 4 % in vergelijking met ’94. Marktleider blijft Honda, dat 22,7 % van de verkoop naar zich toe haalt, maar inmiddels bedreigd wordt door Yamaha (20,5 %) en Suzuki (19,8 %). Dan volgen Kawasaki (12,7 %) en het Duitse BMW, dat zich traditioneel als eerste Europese fabrikant aandient met een marktaandeel van 9,2 %.

Het leeuwenaandeel van de verkoop gaat nog altijd naar de custom, de verre achterneef van een concept waarmee Harley Davidson zo beroemd werd. De liefde voor de custom is duister. Vast staat wel dat deze machine andere gevoelens oproept dan de supersportieve. ?Customs zien er lief uit, zijn niet agressief en zitten redelijk comfortabel”, aldus Frans Melkebeek, hoofdredacteur van Motoren & Toerisme, het grootste motorblad van ons land. ?Al moet dat comfortabele gerelativeerd worden. Op zo’n custom zit je vooral lekker in de showroom en bij lage snelheid. Eens op de weg valt dat iets minder mee.”

Het cynische aan het fenomeen is dat de meeste customs tegenwoordig van Japanse makelij zijn. Dat komt omdat de Japanners het verschijnsel gedemocratiseerd hebben, onder meer door af te stappen van de al te grote cilinderinhoud. De Yamaha Virago oogt niet alleen aardig, hij is ook lichter en stuurt goed. Toch willen designers het viriele van de customs wel eens extra in de verf zetten. Bij Honda is de FLSTN Softail Special (709.000 fr.) met een V-twinmotor van 1338 cm3 een echte kopie. Iets zachter van aard en vooral goedkoper is de Suzuki VS 800 GLPS met een V-twin 805 cm3-motor (341.900 fr.). Op het voorbije salon van Tokyo pakte Honda uit met de Zodia, een voorbeeld van hoe een zeer viriele custom er in de toekomst zou kunnen uitzien. Wie ernaast staat, schrikt van deze lange tweewieler die aangedreven wordt door een indrukwekkende V-twin van meer dan 1500 cm3 : groter dan wat een doorsnee compacte auto onder de motorkap heeft. De Zodia mag dan nostalgische trekjes vertonen, hij werd van nogal wat technologie voorzien, terwijl de onder de koplamp gemonteerde oliekoeler het frontdesign nog versterkt.

Een ander weliswaar minder bekend buitenbeentje is de Apache Warrior, het geesteskind van Next World Design, een groepje jonge industriële designers uit Colombus, Ohio. Rond een conventionele Harley-Davidson V-twinmotor bouwden ze een buitensporig originele motorfiets. Hij valt onder meer op door een multilink-ophanging met een antiduik-geometrie, en een stuurinrichting die op maat kan worden afgesteld. Maar meest opmerkelijk is het futuristisch design, die doet denken aan een vooruitspringend dier, een ruimtetuig of een wapen. Voorlopig is er alleen sprake van kleine reeksen, zodat liefhebbers voor de geheel met de hand gebouwde Apache rechtstreeks bij de fabriek moeten aankloppen. Over de prijs wordt voorlopig in alle talen gezwegen.

Jonge, nerveuse motorliefhebbers die hun energie kwijtwillen en graag risico’s zoeken, vallen nog altijd voor supersportieve motoren. Zeer ingrijpende designtrends zijn er in deze categorie niet te noteren, wel een blijvend zoeken naar verfijning en afslanking, en naar een aërodynamica die niet altijd helemaal in het verlengde van het lichaam ligt. ?In de stad is er met zo’n supersportieve motor nauwelijks te rijden,” aldus Melkebeek, ?omdat de draaicirkel groot is en je nauwelijks de goede positie vindt. Op zo’n racer zit je alleen gemakkelijk bij hoge snelheid : dan leun je een beetje op de wind, waardoor er minder gewicht op je polsen rust. Overigens is het design van die snelle tweewielers aan elkaar gewaagd. Als ze allemaal wit zouden geverfd worden, zouden alleen kenners ze nog van elkaar onderscheiden. Het grootste deel van hun karakter danken ze aan de geverfde motieven.”

Omdat van racemotoren afgeleide modellen zo’n enorme vermogens ontwikkelen, zijn ze in het gewone verkeer steeds minder te gebruiken. Dat zette een paar bouwers ertoe aan motoren aan te bieden met een vermogen dat een stuk onder de klassieke minimumlimiet van 100 pk ligt, en dat lijkt nog te lukken ook. Vooral de Italianen brengen fraaie machines. De Bimota Super Mono, die ?slechts” 48 pk op het achterwiel overbrengt, laat dankzij zijn geringere totaalgewicht ook flitsende acceleraties zien. Het prijskaartje (399.000 fr.) is niet mis.

Een opzichtig buitenbeentje in dit segment is de Bimota Mantra, al heerst in kringen van specialisten de indruk dat niet alle ingrepen functioneel zijn. De vier uitlaten ogen heel stoer, maar lijken wat van het goede te veel voor een tweecilinder. En bij sportieve motoren moet je toch op elke extra kilogram letten. Die opvallende Mantra onderstreept de Italiaanse aanpak, die vaak vooral visueel overtuigend is. Dan staan we niet ver af van het fenomeen ?design om het design”. Ducati brengt een 916 Senna LTD, en hoopt met de verwijzing naar de Formule 1-coureur haar intenties duidelijk te maken. Daarvoor krijgt de klant niet alleen 109 pk voor 190 kg, maar ook een rekening van 779.000 fr.

Misschien zijn die prijzen, de onderlinge gelijkenissen en de gebruikte kunststof er de oorzaak van dat een deel van de klanten soelaas zoekt bij nostalgischer tuigen. Of hoe moeten we anders het relatieve succes van een fenomeen als de Enfield verklaren ?

De Engelse fabrikant Royal Enfield verkocht in de jaren ’50 aan een Indisch bedrijf de licentie om daar zijn motoren te bouwen. Lang nadat de Engelsen over de kop zijn gegaan, bouwt het Indische Enfield nog altijd verder. Merkwaardig genoeg worden overal ter wereld kopers gevonden voor een motor die nauwelijks geëvolueerd is : de 350 cm3-versie heeft bij 110 km/uur al wel het beste van zichzelf gegeven, en de 500 cm3-versie bij 130 km/uur. Bovendien is de afwerking niet altijd feilloos, en onderwerpen sommige dealers het Indisch fenomeen eerst aan een grondige inspectie alvorens het aan de klant af te leveren. De genoemde modellen kosten respectievelijk 155.000 en 175.000 fr.

Bijna even merkwaardig is het verhaal van Triumph, het beroemde Engelse, vaak door schuldeisers geplaagde merk dat in 1983 andermaal failliet ging. Maar de herinnering en de nostalgie bleken sterker dan de financiële risico’s, en twee jaar later vond de immobiliëngigant John Bloor dat hij Triumph weer op de kaart moest zetten. Op de Keulse IFMA-beurs, jaargang 1990, toonde het herrezen Triumph een eerste lijn die de kenners verraste omdat ze juist niet nauw aansloot bij de traditie. De Engelsen presenteerden veeleer drie- en viercilinders in lijn, een lay-out die met de Japanners wordt geassocieerd. De eigentijdse technologie, gekoppeld aan een grote betrouwbaarheid, bezorgdeTriumph evenwel binnen de kortste keren een goede reputatie, en daarop verderbouwend maakt het merk nu ook wat nostalgischer ogende modellen. De Thunderbird (359.000 fr.), met de onmiskenbare look uit de jaren ’70, is een heerlijk mooie motor en een overtuigend bewijs dat de Europeanen durven terug te slaan. Deze indruk wordt nog versterkt als je het heleTriumph-gamma bekijkt, dat inmiddels elf modellen rijk is.

Europese degelijkheid en functionaliteit vinden we ook terug bij BMW, dat een beetje de norm is in het segment van de toermotoren. De Duitsers staan met beide voeten op de grond, en bouwen motoren voor mensen die ze vaak en in verschillende omstandigheden willen gebruiken. Dat uitgangspunt zorgde er al vroeg voor dat de ontwerpers hun producten met een hele rij van accessoires konden uitrusten die niets te maken hebben met flashy styling. Bij BMW is de kuip niet zomaar een modieus kleedje. Ze biedt een functionele bescherming van de rijder, zoals men dat van rechtdoor denkende Duitsers kan verwachten. Tassen die perfect aansluiten bij het basisontwerp zijn sinds jaar en dag heel gewoon bij BMW, net als de warme-luchttoevoer naar de handen en de ABS. De ontwerpen zijn sober en tijdloos, en daardoor de perfecte tegenpool van al het opzichtige en schreeuwerige dat nog een groot deel van het motorlandschap kleurt. Kortom, het BMW-design brengt de richtlijn form follows function op een perfecte manier in de praktijk. De zeer mooie R 850 R, een tweecilinder 4-tact, kost 353.500 fr.

Een opmerkelijke stap werd vorig jaar door Aprilia gezet. Het zocht niemand minder dan Philippe Starck aan om zich over één van de ontwerpen te buigen. De 6.5 werd in de Franse publiciteit omschreven als la moto de ceux qui ne sont pas uniquement des motards, maar nog leerrijker was de begeleidende tekst. Vrij vertaald luidt die dat de koper zich niet ongeschoren en met een leren jas met zelfgescheurde mouwen hoeft aan te bieden. Dat hij niet drie keer per week naar de fitness hoeft en ook van het gebruik van een douche moet afzien. Hij hoeft zich evenmin als een rebel te gedragen en kan het gerust nalaten om een arend op de biceps te laten tatoeëren. Pins, badges, queue de tigres et autres emblèmes sont superflus. Le port d’un casque profilé n’est pas de rigueur, besloot de tekst. De copywriter schetste daarmee het portret van de koper als de perfecte niet-motorrijder, en dat verraste het milieu.

Sommige kopers kochten de machine (265.000 fr.) alleen als Starck-object, en vonden de prijs best meevallen. Maar steeds meer kandidaten boden zich aan om met de Aprilia 6.5 ook nog te rijden. Melkebeek spreekt van een grote functionaliteit voor een redelijke prijs en een doordachte trits accessoires. Dat brengt de Starck-creatie in de buurt van het zo vaak geroemde BMW. ?Aprilia’s nieuwe concept van de motorfiets staat een beetje haaks op wat een motor in de jaren ’60 en ’70 hoorde te zijn,” aldus Melkebeek, ?brutaal, krachtig en mannelijkheid uitstralend, op het ontoegankelijke af. Ik zou hem een handige commuter noemen : getuigend van een grote stijleenheid. Deze motorfiets beantwoordt aan de noden van de jaren ’90 waarin functionaliteit en design gecombineerd horen te zijn, en handigheid samengaat met schoonheid.” Andere kenners onderstrepen het geciviliseerde karakter, maar ook de beperkingen van zo’n designmotor die het wat krap krijgt met de voorradige pk’s als men harder dan 130 km/uur wil rijden.

Wie dichterbij gaat kijken, merkt hoe de meesterhand ook de details niet heeft verwaarloosd. De ronde vormen werden ook doorgetrokken in de licht gebogen radiator, in de zo fraai over de motor gelegde tank en in de sierlijke uitlaten naast het gebogen frame. De storende dempingskamer werd weggemoffeld onder de motor. Zo ontstond er een zeer homogeen geheel, waarin bovendien nog plaats werd gevonden voor een afsluitbaar gereedschapskistje onder de carburator.

Op het jongste salon van Bologna bleek overigens dat Aprilia het bij die ene designuitschieter niet wil laten. De Shiver werd er voorgesteld : een futuristische vormgeving rond een 1000 cc V-twinblok ; prijs voorlopig onbekend.

Functioneel, Duits design : de BMW R 1100 RT.

Harley-achtig concept : de Honda Zodia.

De nieuwe sportklasse : Yamaha TRX 850.

Modern sportief met beperkt vermogen : de Bimota Supermono.

Aprilia 6.5 : de moderne motor volgens Philippe Starck.

Degelijk, klassiek, aantrekkelijk : de Triumph Thunderbird.

Harley achterna : de Yamaha XV 1300 Royal Star.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content