Tom Beghin (28) bouwt vlijtig aan een carrière als pianist-docent op het domein van de pianoforte.

MILO DERDEYN Foto : LIEVE BLANCQUAERT

Je wordt gauw gecatalogeerd als superspecialist. Ik heb daar eigenlijk geen moeite mee. Ik doe mijn ding in de wetenschap dat wie iets zeer grondig bestudeert, er zoveel mogelijk tracht over te weten. Nadien kan men die kennis met een bepaalde autoriteit ook op andere domeinen toepassen. Ik ben altijd al zeer intensief bezig geweest, met alles wat ik deed. Ik heb een bijzonder actieve jeugd gehad : tegelijk piano én viool studeren en zeer toegewijd turnen. Het aantal uren dat ik toen na schooltijd nog klopte, zou ik nu niet meer aankunnen, denk ik. Maar na twee armbreuken wist ik dat turnen niet voor mij was weggelegd. En om optimaal piano te kunnen studeren, stopte ik ook met vioolspelen. Ik heb veel geleerd aan het Lemmensinstituut, van Alan Weiss. En ik had het geluk dat ik een beurs kreeg om mij te vervolmaken aan de Musik-Akademie der Stadt Basel, onder leiding van Rudolf Buchbinder. Toch vond ik dat allemaal maar een aanloop tot de echte studie. Van jongsaf had ik veel belangstelling voor de muziek uit de 18de eeuw, en ik wilde daar absoluut meer over weten. Aan de Cornell University (Ithaca, New York) met iemand als Malcolm Bilson als mentor, ontdekte ik mijn ware roeping. Een dergelijke theoretische studie, zeg maar analyse van de muziek op universitair niveau, getoetst aan de praktijk, is iets dat we bij ons niet kennen. Wat niet betekent dat er bij ons geen theoretici zijn of geen goede pianisten.

Ik verdiepte me in de pianomuziek van de 18de eeuw, en in het bijzonder in die van Joseph Haydn. Ik werd definitief verliefd op de pianoforte, waarvoor die muziek tenslotte geschreven is. Dat instrument evolueerde toen zeer snel, zodanig zelfs dat sonaten die Haydn in Wenen componeerde en sonaten die hij in Londen schreef respectievelijk het best klinken op een Weense en op een krachtigere Engelse pianoforte. De toenmalige nieuwe mogelijkheden van het instrument ontdek je als het ware in de partituur.

Die specialisatie gaat zo ver dat ik nauwelijks nog een moderne vleugel aanraak. Ik ben volledig gefocust op historische piano’s, en ik voel me daar best gelukkig mee. Het is enorm boeiend. Niet verwonderlijk dus dat ik aan Cornell doctoreerde met een proefschrift over de invloed van de retoriek op Haydns pianomuziek. Maar zoals gezegd, neemt de praktijk een zeer belangrijke plaats in. Ik trad op in New York met de 32 sonates van Ludwig van Beethoven op historische instrumenten, ik gaf recitals in Brugge, Utrecht, Antwerpen, Firenze en Montreal. Ik had ook het geluk Koen Uvin (producer van Radio 3) te ontmoeten. Voor hem mocht ik een zesdelige reeks maken voor De Ring van Möbius over de pianosonaten van Haydn, en in dat kader kwam Koen Uvin met BRTN-technicus Raf De Clerq naar Amerika om opnamen te maken. Met die opnamen is later mijn eerste Europese cd uitgegeven met vier sonaten van Haydn. Voordien was in Amerika al een cd uitgebracht met vrij onbekende Lieder für das Clavier, en de Cantata Arianna a Naxos voor sopraan en pianoforte, ook van Haydn.

Ik ben blij dat je me vertelt dat grijze eminentie Pierre Boulez de authentieke uitvoeringspraktijk afdoet als modeverschijnsel, omdat er geen twee gelijke authentieke uitvoeringen zouden bestaan. Dat is koren op onze molen. Alsof dat in Mozarts tijd ook al niet het geval was. Ondanks onderlinge verschillen is het belangrijk te weten dat Haydn, Mozart en hun Weense collega’s dezelfde muzikale taal spraken. Die taal willen we opnieuw actief gebruiken op al of niet nagebouwde historische instrumenten. Schiet niet op de pianist.

Franz Joseph Haydn, XII Lieder für das Clavier/Cantata Arianna a Naxos, Tom Beghin (pianoforte), Andrea Folan (sopraan), Bridge Records BCD9059 (PIAS).

Joseph Haydn, Sonaten voor Pianoforte, Tom Beghin (pianoforte), Eufoda/Davidsfonds. Zie ook : cd van de week op blz. 99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content