Biseksualiteit is nooit echt weg geweest. Nu staat ze weer volop in de belangstelling als dé trend van de jaren ’90.

GRIET SCHRAUWEN

Het niet langer kunnen onderscheiden van jongens en meisjes of mannen en vrouwen zou volgens de bijbel één van de signalen zijn dat het einde der tijden nadert. In dat geval staan we er slecht voor, tenzij Lidewij Edelkoort, een wereldvermaard trendvorser, gelijk krijgt. Zij voorspelt dat de geslachten steeds verder uit elkaar zullen drijven, veel meer dan nu het geval is. Als ze het relationeel bedoelt, zou ze best gelijk kunnen krijgen, maar uiterlijk ziet dat er zeker niet naar uit. Er zijn natuurlijk extreme pin-ups als Naomi Campbell en vleesgeworden Barbie-poppen als Claudia Schiffer, maar in het straat- en modebeeld beginnen jongens en meisjes steeds meer op elkaar te lijken. En het gaat steeds verder. Ze dragen al jaren dezelfde Levi’s en ander uniseks kledingstukken, en nu ook liefst nog hetzelfde ondergoed : toen Calvin Klein één lijn boxershorts uitbracht voor mannen en vrouwen, werden er 80.000 stuks van verkocht in drie maanden tijd. Ook bij Björn Borg, voormalig tenniskampioen en nu kledingontwerper, is er haast geen verschil tussen onderkleding voor jongens en meisjes. Dé nieuwe trend is dat jongeren nu ook dezelfde parfums gebruikten. Calvin Klein was, alweer, de eerste die ermee op de proppen kwam, met cK one. Kenzo en anderen volgden.

Volgens van Dale komt het woord androgyn van het Griekse androgunos : tweeslachtig wezen. In letterlijke zin, dus lichamelijk, is dat een hermafrodiet, iemand die álles heeft : borsten en vagina, plus penis. In overdrachtelijke zin is het een persoon (m/v) die niet enkel eigenschappen heeft die kenmerkend zijn voor de eigen sekse, maar ook voor de andere.

Androgynie als geslachtsverwarring of -vervaging kan een modeverschijnsel zijn, maar meestal is dat de veruiterlijking van maatschappelijke verschuivingen. In de jaren ’20 bijvoorbeeld waren gamines vrouwen met een platte boezem en jongensachtige bobkapsels. Niet toevallig : tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden de dames bewezen dat ze hun mannetje konden staan. En de mode of antimode in de jaren ’70 was een afspiegeling van de mei-’68-revolte en de seksuele revolutie : tot grote ergernis van hun ouders lieten jongens hun haar groeien en droegen meisjes een broek. In die periode was androgynie vooral een mannenzaak. Er kwam wel een vrouwenparfum met een jongensnaam op de markt ( Charlie, met de advertentie van een flink stappende, levenslustige jongedame in een mannenpak), maar het waren vooral de heren die van zich lieten horen en de grenzen verlegden. Mick Jagger, David Bowie en Elton John gleden schijnbaar moeiteloos van de mannelijke rol in de vrouwelijke, en terug. Androgynie, en vaak ook biseksualiteit, werden het uithangbord van menig artiest. Mick Jagger en David Bowie wonden er weinig doekjes om. Ze werden zelfs met hun tweetjes op heterdaad betrapt door Angie, destijds mevrouw Bowie, ooit een kortstondig lief van Jagger, én inspiratiebron voor een megahit.

In de jaren ’80 volgde de ommezwaai : Elton John riep zichzelf uit tot volbloed en voltijds homo, Mick Jagger verschool zich achter Jerry Hall en een resem kinderen, en ook David Bowie sloot zich naar eigen zeggen aan bij de heteroseksuelen en trouwde met de topmannequin Iman. De androgynie bleef, in bepaalde mate. Voor vrouwen was het de tijd van dress for succes : broekpakken en aanverwanten. En voor mannen voerde Jean-Paul Gaultier tot grote hilariteit rokken in, met bijgaand advies : ?Niet te combineren met frivole bloesjes, wel met T-shirts of truien. Draag er laarzen of bottines onder. Zeker geen panty’s, want dat zijn oncomfortabele ondingen, vraag maar aan de meisjes. Panty’s zijn vervelend als je moet plassen, er komen ladders in, ze zijn te warm of ze jeuken. Maar een rok is heerlijk luchtig, vooral op de motor : de wind kan overal zo lekker bij.” Rokken zouden de heren der schepping moeten bevrijden van broek-dwang, zoals vrouwen toch ook een alternatief hebben voor een jurk. Schotten zijn eeuwenlang vertrouwd met rokjes, maar ze andere westerse mannen aanpraten, valt niet mee. Gaultier zelf vertoonde zich met dergelijk kledingstuk, Elton John (met paarse panty’s !) en enkele andere excentriekelingen ook, maar bij de mannelijke massa vonden ze geen ingang.

De afgelopen decennia ondergingen mannelijke mannequins een grondige gedaanteverandering. Tien, twintig jaar geleden waren het nog ?echte” mannen, vandaag zijn ze de veruiterlijking van verschillende mogelijkheden. Virility blijft belangrijk, maar over het algemeen zijn mannen verzacht : ze dragen soepele kleding van soepele stoffen, ze hebben oorringetjes en lang haar, en ze zijn een stuk modieuzer geworden. De openheid omtrent mannelijke homoseksualiteit bleef de laatste 25 jaar toenemen, en bepaalde zelfs mee het vrouwelijke lichaamsideaal : veruit de meeste meisjes-mannequins hadden het figuur van een jonge jongen. Dat is sinds het begin van de jaren ’90 omgeslagen : de vrouwelijke vormen werden weer wulpser en voller. Sindsdien doet zich een nieuw fenomeen voor : lesbische chic en biseksueel raffinement. Een van de trendsetters was Madonna : ze was getrouwd met Sean Penn, maar zegt dat sommige van haar vriendinnen meer voor haar betekenden dan dat. Ze flirt met biseksualiteit, ze pakt uit met haar relaties zowel met mannen als met vrouwen. Courtney Love, weduwe van Kurt Cobain, idem dito. Topmodel Rachel Williams poseert naakt met levenspartner en popster Alice Temple. De reclame overstelpt het publiek met wat op lesbo’s lijkt. Een voorbeeld : twee blote, bloedmooie meisjes samen in bed, heerlijk onspannen liggend tegen een stapels kussens, het hoofd van de ene op de schouder van de ander, ogenschijnlijk nagenietend van eerdere activiteiten. Dit is in werkelijkheid een advertentie voor huishoudlinnen van Versace, maar het is zeker niet de aankleding van het interieur dat onze aandacht trekt. Ook in de modewereld spelen couturiers gretig in op biseksuele thema’s. Tijdens de shows houden de modellen elkaars handje vast, ze zoenen en knuffelen. Bij Donna Karan in New York liepen de mannequins twee aan twee de catwalk op : één heel vrouwelijk, de andere in een mannenpak. Ook Anna Sui toonde zowel zeer feminiene types én meisjes in driedelige krijtstreep. Bij de presentatie van de Chanel-couture zei Karl Lagerfeld dat het in de lucht hangt, en dat het niet langer onzichtbaar of verborgen blijft. Laten we elkaar geen Liesbeth noemen. Als dat waar was, als biseksualiteit alledaags was, zou de mode ze niet opvoeren. Pas als het niet langer modieus is of als dusdanig wordt opgevoerd, dan pas zal het echt en algemeen aanvaard zijn. Die modehype is natuurlijk geen rechtstreekse vertaling van de gangbare zeden, maar wel een soort barometer over wat er gaande is in de maatschappij. Wat dat precies is, daar hebben we voorlopig het raden naar. Dat zal de tijd uitwijzen : nu zitten we er met onze neus bovenop, te dichtbij om het geheel te overschouwen, om door de bomen het bos te zien. Laten we hopen dat het een toenemende tolerantie is.

Dat de klemtoon, in de media althans, eerder ligt op vrouwen en hun mogelijke homo- of biseksualiteit, is waarschijnlijk te wijten aan hun opgang in de muziekwereld. En ook aan het feit dat de supermodellen van vandaag de rocksterren van de jaren ’70 vervangen : zij zijn niet langer anonieme kapstokken, maar vedetten. Meisjes onder elkaar zijn blijkbaar ook minder bedreigend dan jongens onder elkaar. Van biseksuele vrouwen heeft men het idee dat ze eigenlijk heteroseksueel zijn en wat lol trappen onder elkaar. Het is trouwens een gangbaar mannelijk fantasme. Maar het hangt inderdaad in de lucht. Het hoeft niet te verbazen dat de wind uit Amerika waait : nergens ter wereld wordt de oorlog tussen de geslachten met dezelfde verbetenheid gestreden. Nergens is het wederzijds wantrouwen zo groot als in het land van date rape en aidsfobie. De omgang tussen beide seksen is er zo met angst beladen dat de enige jongen die een meisje nog kan vertrouwen, een ander meisje is : uit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen wendt ze zich tot een gelijkgestemde ziel in een gelijkgestemd lichaam. In Amerika is biseksualiteit weer volop in zicht en in de belangstelling : er worden films over gemaakt en boeken over geschreven. Marjorie Garber, professor Engels aan de universiteit van Harvard, schreef een waar bi-manifest : Vice Versa : Bisexuality and the Erotism of Everyday Life (uitgegeven bij Simon and Schuster). Het haalde niet enkel de glossy glamourbladen, ook zeer ernstige magazines als Time en Newsweek zetten biseksualiteit op de cover. In Amerika is be bi een trendy slogan, en sommige hotels bieden speciale kortingen voor bi-formules, alsof het een kroostrijk gezin betrof.

Een fascinerend verschijnsel, dat op zijn minst de nieuwsgierigheid prikkelt. Is biseksualiteit een modegril zoals plateauzolen of korsetten ? Vergeten we ze telkens weer om ze een paar decennia later opnieuw te ontdekken ?

T he show must go on, zeggen sommigen : het is een pose als een andere. Als trend komt het telkens uit de wereld van the rich and famous, de artistieke kringen en professionele schandaalmakers of herrieschoppers. In de showbizz gaan beroep en biseksualiteit een beetje hand in hand, met als doel tegelijk te choqueren en te behagen : van Marlene Dietrich tot Madonna, van Oscar Wilde tot JamesDean. Feit is dat mannen en vrouwen er altijd mee doorgingen, in een combinatie die hen het best uitkwam. Het enige verschil is dat het in sommige periodes meer op de voorgrond komt. Maar er is niets nieuws onder de zon : homo- en biseksualiteit zijn van alle tijden en beide geslachten, al levert een duik in de geschiedenis vooral mannennamen op. Maar bleven vrouwen in het verleden niet op de achtergrond, of werden ze niet naar het achterplan verwezen ?

Net als androgynie, zijn homo- en biseksualiteit oorspronkelijk Griekse termen : homo betekent hetzelfde, dus aangetrokken tot hetzelfde geslacht. Bi betekent beide, twee : aangetrokken tot beide seksen. Homoseksuelen worden eufemistisch omschreven als ?de Griekse beginselen toegedaan”, en de term lesbisch is afgeleid van het Griekse eiland Lesbos, waar de dichteres Sappho haar liefde voor vrouwen bezong. In Griekenland waren die fenomenen sociaal aanvaard, in die mate zelfs dat hun goden er lustig aan meededen : Zeus, Hercules, Poseidon, Achilles en wie weet wie nog, waren van alle markten thuis. Zeno, wijsgeer en stichter van de stoïcijnse leer in de vierde en derde eeuw voor Christus, adviseerde om een partner niet te kiezen op basis van het geslacht maar omwille van persoonlijke kwaliteiten. Plato’s Symposium verheerlijkte homoseks : hij beweerde zelfs dat paren van homoseksuele minnaars de beste soldaten zouden zijn. Oude Grieken en Romeinen beleden biseksualiteit openhartig, zonder de minste gêne. In Rome was ook een huwelijk tussen twee mannen of twee vrouwen legaal geldig. Van verschillende keizers, onder andere Nero, is bekend dat ze met mannen gehuwd waren. Ook in de katholieke kerk werd homo- en biseksualiteit geaccepteerd, tot Thomas van Aquino in de dertiende eeuw aankondigde dat álle seksuele handelingen die niet tot voortplanting konden leiden, onnatuurlijk waren en dus zondig. Een idee dat de kerk nog steeds aankleeft. Maar dat zou hen worst wezen : Vita Sackville-West, Virginia Woolf en Greta Garbo, Mae West, Georges Sand en Sarah Bernhardt hadden dan eens een minnaar, dan weer een minnares. Anaïs Nin hield het met Henri Miller én zijn vrouw June. En Simone de Beauvoir, de levensgezellin van Sartre, zou méér dan de intieme vertrouwelinge geweest zijn van diens menigvuldige geliefden. En vandaag zegt Cindy Crawford, fotomodel en inmiddels ex-echtgenote van Richard Gere, dat het met een vrouw net zo leuk is, misschien zelfs leuker.

Om het te formuleren met de woorden van iemand die er ook niet vies van was : ? What’s in aname ?” Is biseksualiteit een schemerzone tussen tussen hetero en homo ? Een soort derde sekse ? Ben je biseksueel als je in de loop van je leven van smaak verandert : als je eerst een heterorelatie hebt en daarna homorelatie, of omgekeerd ? Of als je afwisselend een sterke emotionele band hebt met leden van beide seksen ? Biseksualiteit schijnt alle regels te negeren en blijft een mysterie : niemand weet precies wat het is, en er werd zeer weinig onderzoek naar verricht. Veel minder dan naar homoseksualiteit, bijvoorbeeld, waarvan het hoe en waarom vaak bestudeerd werd. Het wetenschappelijk debat over het ontstaan van homoseksualiteit is nog steeds aan de gang : bestaat het sinds de geboorte, is de opvoeding er de schuld van, is het de chemie in de hersenen of de cultuur ? Nu is er, tot ergernis van veel homo’s, sprake van een genetische basis voor homoseksualiteit, maar tot voor enkele jaren was de gangbare opvatting dat ouders een cruciale rol speelden : moeder was bezitterig, vader afwezig of te vijandig om zich met hem te identificeren. ?De hele discussie speelt zich af in termen van schuld en taboe, slecht en fout”, zeggen critici. ?Is het willen aanwijzen van schuldigen niet een bewijs dat het abnormaal gevonden wordt ? Normaal is wat het vaakst voorkomt in de statistieken, maar dat houdt voor de meesten meteen een waardeoordeel in. Wat ongebruikelijk en atypisch is, varieert in plaats en tijd, van cultuur tot cultuur. In Nieuw-Guinea bijvoorbeeld hebben jongens in een initiatieritueel seks met mannen : daardoor worden ze pas echt man.” In onze contreien evolueerde het van kwaad naar nog veel erger. Nadat ?tegennatuurlijke betrekkingen” veroordeeld werden als zonde, werd tijdens de middeleeuwen de beschuldiging van homoseksualiteit een van de zwaarste wapens van de inquisitie : het was ketterij en verraad. Nog later werd zonde vervangen door ziekte : homoseksualiteit was pathologisch, een genetisch gebrek, én een misdaad. Van biseksualiteit was niet eens sprake, tot ene dokter Itad enkele wolvenkinderen onderzocht en vaststelde dat hun seksuele appetijt geen onderscheid maakte tussen de geslachten.

In de westerse psychologie was het Sigmund Freud die vorige eeuw een steen in de kikkerpoel gooide : ?Ieder mens wordt polymorf pervers geboren”, schreef hij. ?We hebben altijd en allemaal een man én een vrouw in ons, en wij zijn van nature aangetrokken tot beide. Met andere woorden : de mens is toegerust met meer seksuele wensen dan de heteroseksuele alleen. Iedereen is latent homoseksueel, maar die verlangens zijn niet getolereerd : de cultuur perst ons in een heteroseksueel keurslijf, waardoor wij gedwongen worden andere verlangens te verdringen.” In de jaren ’50 telde Kinsey hoeveel mensen die verlangens wel in zichzelf herkenden. Negen procent van de ongetrouwde 30-jarige vrouwen stelden dat ze biseksueel waren, ongeveer zestien procent ongetrouwde mannen van dezelfde leeftijd ook. Maar Masters en Johnson (1982) schatten hun feitelijk aantal op minder dan vijf procent, als ze rekenden wie in de loop van dat jaar biseksuele activiteiten aan de dag had gelegd. Daarin zaten ook vervat wat Masters en Johnson onderkenden als ambiseksuelen : mensen zonder enige voorkeur voor het geslacht van hun partner, die nooit geëngageerde relaties aangaan, maar wel veel seksuele interactie hebben, vooral op basis van hun eigen lust. Volkser gezegd : een ambiseksueel bespringt al wat beweegt. Op de vraag waarom sommigen bi worden, antwoorden Masters en Johnsons : ?Het is doorgaans een vorm van experiment, die kruiderij aan het seksleven toevoegt. Voor anderen is het een opzettelijke keuze om te doen wat hij of zij op een gegeven moment het plezierigst vindt.”

Is biseksualiteit een vrijere, meer geëvolueerde erotische staat ? Iets voor gevorderden ? Zo denken ruimdenkenden er vandaag over. Voor hen is het summum van erotiek : noch hetero, noch homo, maar vooral sensueel. De ?nieuwe” biseksualiteit scoort zeer hoog op de schaal ?politiek en seksueel correct” : het gaat niet om de tieten van de een of de spierballen van de ander, maar om de gehele mens : om de persoon, niet om zijn geslacht. Weg met de vooroordelen tegen homoseksualiteit, weg met het seksisme. ?Linkshandigen werden vroeger ook gediscrimineerd”, zeggen ze. ?Nu is het een detail, net als de kleur van ogen of haren. Als je verliefd wordt, is dat op een individu, niet op zijn of haar geslacht.” Nog : ?Arme hetero’s : alleen met vrouwen of met mannen vrijen is even kortzichtig als enkel willen omgaan met blonde mensen.” Voor anderen ligt het moeilijker. Zoals een man zei : ?Ik voel me op mijn gemak bij hetero’s, en ook bij homo’s. Maar biseksuelen maken me zenuwachtig omdat ik nooit weet welke pet ze ophebben.” Ook sommige homo’s hebben hun bezwaren. ?Veel van die bi’s zijn verdoken homoseksuelen, die hun ware geaardheid niet durven te bekennen. Ze geven zich uit voor bi om het homostigma te ontwijken omdat ze niet in die categorie willen passen.” Misschien moet er maar eens een eind komen aan al die etikettenplakkerij. Een kannibaal die ook spruitjes eet, is daarom toch nog geen vegetariër ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content