TIJDREIZIGER
Wat zegt u de naam Otis Johnson ? Niet zo gek veel, waarschijnlijk.
Misschien associeert u Otis met liften en Johnson – ach, daar zijn er zoveel van. Zelfs van “Otis + Johnson”, in die volgorde en combinatie, bestaan er meerdere. Er is een jazzmuzikant, een baseballspeler, een estafetteloper en een politicus Otis Johnson. Die laatste was van 2004 tot 2012 burgemeester van het stadje Savannah in de Amerikaanse staat Georgia.
Savannah vind ik een mooie naam, erg geschikt voor jonge vrouwen met een luipaardachtig uiterlijk. Met zijn 131.510 inwoners – het kunnen er intussen al een paar meer zijn – is Savannah de 162e stad in de Verenigde Staten, zo meldt mij Wikipedia, met zijn voorkeur voor autistische weetjes.
Over Amerikaanse steden wil ik het echter niet hebben, noch over heren van uiteenlopend pluimage die naar de naam Otis Johnson luisteren. Ik wil het hebben over die andere Otis Johnson, ook wel genoemd : de tijdreiziger. Op zijn 25ste probeerde hij een politieagent te vermoorden. Hij werd daarvoor in de gevangenis gestopt, om er pas op zijn 69ste weer uit te komen. Op YouTube circuleert daar momenteel een filmpje over : My life after 44 years in prison. Daarin vertelt Otis Johnson op eenvoudige wijze hoe hij de wereld ervoer toen hij uiteindelijk weer vrijkwam, na zowat zijn gehele volwassen leven te hebben overgeslagen. Als afscheidscadeau van de gevangenis kreeg hij een identiteitskaart, veertig dollar en twee ticketjes om de bus te nemen.
Hij maakte indruk op mij, met zijn zwarte kop, grijze baardje en de filosofische oogopslag waarmee hij van op de bus naar de wereld zat te kijken. “Mijn terugkeer in de maatschappij verliep een beetje moeizaam”, zei hij met een understatement. “Er bleken nogal wat dingen te zijn veranderd.” Hij verbaasde zich over de lichtreclames op Times Square en over het feit dat alle mensen tegenwoordig op straat tegen zichzelf leken te praten. “Toen ik wat beter keek, bleken ze draadjes in hun oren te hebben. Dat zag je niet in de jaren zestig. Ik vroeg me af of iedereen nu voor de CIA werkte.”
Er ging een vreemd soort rust van hem uit zoals hij zich vanonder zijn zwarte muts lijzig liet ontvallen : “Woooww. Allright !” – zelfs als het ging over banaliteiten. “There are so many things you can eat”, zei hij, gefascineerd door all that crazy stuff die je 44 jaar geleden nog niet in supermarkten aantrof. Soms dronk hij frisdranken, rozige en hemelsblauwe, gewoon omdat hij hun kleuren zo leuk vond.
Ondanks die vieze goestingen ademde hij een wijsheid uit die de meesten van ons niet hebben verzameld na een leven in zogezegde vrijheid. “Ik hou ervan om in de zon te lopen en naar de mensen te kijken”, sprak hij. En dat hij bij valavond graag naar het park ging om er te mediteren. “You know”, vatte hij zijn visie samen : “Je moet de dingen kunnen loslaten. Vasthouden aan je woede kan je groei en ontwikkeling alleen maar vertragen. Dus laat ik het los, en richt mij op de toekomst in plaats van op het verleden. Ik probeer niet achteruit, maar voorwaarts te gaan in het leven.”
Het zijn van die woorden die aarzelen tussen cliché en diepe wijsheid. Ze klonken geloofwaardig uit de mond van deze Otis Johnson, die door het leven was gelouterd. Zijn opsluiting gaf hem het soort belangrijkheid van de man die dwars doorheen een zwart gat was gereisd of als enige uit de dood was teruggekomen.
Ik dacht aan die 44 jaar, zo’n slordige 16.060 dagen zonder de schrikkeljaren. Ook ik had een en ander los te laten. Er scheen zonlicht in mijn hart toen ik die merkwaardige man hoorde zeggen dat alles volgens hem met een reden gebeurde.
jp.mulders@skynet.be
JEAN-PAUL MULDERS
“Je moet de dingen kunnen loslaten. Vasthouden aan je woede kan je groei en ontwikkeling alleen maar vertragen. Dus laat ik het los”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier