Tijdgenoten
Kalaripayat is meer dan een gevechtskunst. Het is een lichaamstraining met een eigen alfabet. Kris Kaerts (33) introduceert bij ons de technieken die hij in India leerde.
BART VANDERGETEN / FOTO HYPNOVISUALS
Kalaripayat heeft zich ontwikkeld tijdens de Zuid-Indische Middeleeuwen. Ook vandaag zal vrijwel niemand van buiten de deelstaat Kerala kunnen vertellen wat kalaripayat eigenlijk is. Het is een gevechtskunst die jongens én meisjes van kleins af aan leren, oorspronkelijk met de bedoeling het grondgebied te verdedigen. Ondanks de Engelse overheersing is de kunst blijven bestaan, hoewel ze natuurlijk nooit meer de hoeksteen van een onderricht zal vormen zoals vroeger. De grondslag van kalaripayat is een lichaamstraining. Leerlingen steken veel tijd en energie in het aanleren van een ?alfabet? van gestileerde bewegingen die geïnspireerd zijn op dieren. Die figuren worden gecombineerd met specifieke patronen van beenbewegingen. Door ze elke dag uit te voeren, ontwikkel je een grotere flexibiliteit en een sterker evenwichtsgevoel. Het derde onderdeel, een hele serie sprongen, is bedoeld om snelle, impulsieve maar tegelijk gecontroleerde bewegingen te kunnen uitvoeren. Van zodra je alle onderdelen afzonderlijk beheerst, ga je combinaties maken. Pas als je echt de taal onder de knie hebt, mag je overgaan tot het eerste wapen. Eerder niet, want het wapen wordt beschouwd als een verlengstuk van het lichaam.
Kalaripayat heb ik indirect ontdekt tijdens mijn studies theaterwetenschap. Via het lesonderdeel ?niet-westers toneel? had ik kathakali leren kennen, een ritueel danstheater. Dat is me bijgebleven. Toen ik jaren later in Zuid-India een workshop volgde over de theaterkunsten daar, zat kalaripayat in het programma als een fysieke voorbereiding, want oorspronkelijk was de gevechtskunst een inspiratiebron voor kathakali. Daar kreeg ik de zin te pakken om de echte kalaripayat-scholen in de dorpen te gaan opzoeken. Een jaar later heb ik dat ook daadwerkelijk gedaan en onlangs ben ik er opnieuw een maand les gaan volgen. Ik kan je verzekeren, die oefeningen zijn behoorlijk zwaar. In het begin brak ik er zowat mijn lijf mee. Hoewel dat veel te maken had met mijn geforceerde, prestatiegerichte houding.
Vroeger was ik veel bezig met turnen maar toen ik ging studeren, heb ik het fysieke dier in mij verwaarloosd. Nu ben ik aan een inhaalbeweging bezig. Ik ben een weg ingeslagen die ik tot het eind wil bewandelen. Want telkens als je aandacht besteedt aan één facet van kalaripayat gaat er een nieuwe wereld open. Er zitten zoveel rituelen en kleine mysteries in die je wil ontsluieren. Het is een kunst die graaft naar een primitieve laag van je menselijke conditie, zonder dat er veel mystieke of filosofische blabla bij komt kijken. Anderzijds is de concentratie in een kalari, een oefenschool, uitermate intens. Ik vraag me af of je dat ooit naar een Europese context kan overbrengen.
Toch ben ik vorig jaar begonnen met de introductie van kalaripayat bij ons, onder meer bij acteurs en dansers. Maar het lijkt mij interessant om de gevechtskunst ook hier van jongs af aan te kunnen beoefenen. Momenteel is er trouwens een groeiende vraag naar initiatie vanuit scholen. Soms ben ik verrast door de gretigheid waarmee jongens en meisjes zich aan kalaripayat willen overgeven, andere keren ben ik geschokt door hun geringe ?lichamelijkheid?. We zijn een situatie aan het creëren waarbij ons lichaam een vreemde planeet wordt.
Kalaripayat bestaat uit zeer heilzame bewegingen. Die zijn niet zomaar uitgevonden van de ene dag op de andere. Misschien vult dit wel een aspect in mijn leven dat ik altijd heb gemist : discipline. Ik heb me er lang tegen afgezet. Nu bewonder ik mensen die discipline in hun leven kunnen opbrengen. Al bij al ben ik eigenlijk ook maar op zoek naar wat ik hier op deze wereld doe.
Op 3 april (20 u.) geeft Kris Kaerts samen met een Indische leermeester een demonstratie kalaripayat in het Centrum voor Amateurkunsten, V. Rauterstraat 139, Anderlecht. Info : Tirasila vzw, tel. (02) 539.23.07.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier