Bijna van nul moest hij een tv-ploeg kneden. Burger Henri Fabre ( 30) realiseert maandelijks het Televox- magazine van het Belgische leger.

Bart Vandergeten / Foto Hypnovisuals

Als één van de laatste miliciens heb ik in ’92 mijn legerdienst gedaan bij de SID, de informatiedienst van het leger. Ik kwam recht uit de filmschool en kon gaan monteren. Aangenaam werk, want sinds dertien jaar koopt de Informatiedienst voor Televox het beste materiaal dat er op de markt te krijgen valt. Bovendien heerste er een toffe sfeer. Maar toen de dienstplicht werd afgeschaft, zat dit huis met een groot probleem.

Ik had al een tijd in tv-werk gefreelancet toen mij gevraagd werd om de functie over te nemen van mijn gewezen baas bij Televox. Terzelfder tijd kwam er een campagne op gang om mensen uit het leger op te leiden tot cameraman, geluidsman, journalist, enz. Na zes maanden werden ze in het water geworpen en moesten ze zwemmen. Ik stond dus voor de uitdaging om met een ploeg van onvolleerde vaklui toch een goed product af te leveren. Aan de ene kant is dat frustrerend, aan de andere kant maakte dat mijn eigen inbreng groter en kon ik met gemotiveerde krachten aan de slag.

Ook al omdat ik goede herinneringen had overgehouden aan een legerdienst waarin ik geen gangen heb moeten kuisen, heb ik toegehapt. Sindsdien heb ik televisie kunnen maken met heel wat actie in. Wij verslaan militaire oefeningen, volgen ?onze jongens? in het buitenland, of gaan met de minister op Navo-bezoek in de Verenigde Staten. Zes maanden opleiding voor onze medewerkers mag dan weinig zijn, door de praktijkervaring staan ze nu, drie jaar later, toch heel ver. In die mate dat we klaar zijn om binnenkort met een nieuwe look uit te pakken : nog jonger, en nog meer op de mensen toegespitst.

Omdat Televox door afgestudeerden van de filmschool werd gemaakt, is het altijd een jong en dynamisch programma geweest. Zeker, op die manier helpen we onrechtstreeks mee aan rekrutering. Maar we mogen dan ook weer niet te zeer opvallen, want het kan niet de bedoeling zijn om het leger aan de burgers op te dringen. Hoewel het toch een beetje knaagt : je probeert tenslotte een zo goed mogelijk programma te maken, terwijl je er nooit veel ruchtbaarheid aan mag geven. Daarom zenden we het programma ook niet uit op prime time. Op zaterdagmiddag is het alleen bedoeld voor wie wil kijken.

In de eerste plaats maken we Televox nog altijd voor de militairen en hun familie. In Duitsland zijn zij nog steeds ons trouwste publiek, omdat Televox naast de BRTN de enige Nederlandstalige zender is die ze kunnen ontvangen. We stoppen in ons magazine altijd één of twee reportages over militairen in het buitenland. Zo hebben we niet lang geleden de laatste Belgische Uno-waarnemer in Cambodja belicht. Op die manier toon je dat zijn werk naar waarde wordt geschat. Wij bevinden ons trouwens vaak in internationale gezelschappen, en daar hoor je dan toch dat de Belgische soldaten tot de best getrainde ter wereld behoren. De C-130-bemanningen bijvoorbeeld, die vorig jaar een spijtig ongeluk hebben gehad, worden wereldwijd geapprecieerd en ingezet voor voedseldroppingen.

Die uitstapjes naar het buitenland mag je niet als vakantie beschouwen. Vorig jaar heb ik Belgische militairen in Libanon bezocht, en nu hoorde ik dat er ginds weer Israëlische soldaten zijn doodgeschoten. Je moet er geweest zijn om te beseffen wat voor een verschrikkelijke spanning daar in de lucht hangt. Maar ik kom nog dagelijks voor verrassingen te staan. Het leger leer je niet van vandaag op morgen kennen. Het gaat om 48.000 man die in allerlei vakjes zijn opgedeeld. Zonder Televox weten die zelf niet wat er gebeurt bij de anderen. Voor een half uur televisie per maand zijn de onderwerpen dan ook onuitputtelijk. Het enige wat niet kan, is wat in een bedrijfsmagazine ook niet kan. Als ik voor Ford Motors Company zou werken, zou ik ook geen stuk kunnen schrijven waarin ik elke auto van het bedrijf afbreek.

Televox, elke eerste zaterdag van de maand om 13 u. op TV1.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content